Hoger onderwijs klaarmaken voor demografische boom
Voka komt met vier voorstellen
Het nieuwe academiejaar begint met een recordaantal inschrijvingen. En ook de komende jaren zullen we nog records zien sneuvelen in het hoger onderwijs. Dat heeft alles te maken met de demografie. Vlaanderen heeft een geboortegolf gekend goed vijftien jaar geleden. Na de crèches en de basisscholen kwamen de secundaire scholen onder grote druk te staan. Binnen enkele jaren zal ook het hoger onderwijs voor ongeziene uitdagingen komen te staan.
Deze demografische stijging vraagt om planning en actie, niet alleen van de overheid en de onderwijsinstellingen, maar ook van de bedrijven en ondernemingen die baat hebben bij een goed opgeleide toekomstige generatie werknemers.
Problemen nog groter in hoger onderwijs
Wat heeft de demografische verschuiving al teweeggebracht in het basis- en secundair onderwijs? De capaciteitsproblemen in het onderwijsveld zijn duidelijk zichtbaar: tekort aan infrastructuur, een nijpend lerarentekort en druk op de onderwijskwaliteit. In het hoger onderwijs zal de schok nog groter zijn.
Dat komt omdat het financieringssysteem van het hoger onderwijs, in tegenstelling tot de open end financiering van het leerplichtonderwijs, gebaseerd is op een gesloten enveloppe die traag groeit én die vandaag al zwaar onder druk staat. Dat betekent dat hogescholen en universiteiten met steeds minder middelen, steeds meer studenten moeten bedienen. Voeg aan de demografische groei nog de democratisering van het hoger onderwijs, de integratie van nieuwe opleidingen zoals graduaten en de lerarenopleiding toe, en het is duidelijk dat business as usual geen optie meer is. Ook de steden die de onderwijsinstellingen huisvesten, zullen zich moeten aanpassen aan de stijgende populatie. Denk maar aan het nu al nijpend tekort aan studentenkoten.
"Publiek-private samenwerkingen bieden wederzijdse voordelen: bedrijven krijgen toegang tot de nieuwste kennis en technologieën, en onderwijsinstellingen hebben bijkomende middelen om hun capaciteit uit te breiden"
Waarom het bedrijfsleven betrokken moet zijn
Voor ondernemingen is een goed werkend en kwalitatief hoger onderwijs van cruciaal belang. De instroom van goed opgeleide en gemotiveerde jongeren voedt de arbeidsmarkt en vormt de basis voor innovatie, groei en concurrentievermogen. Om deze rol te blijven vervullen in een context van capaciteitsproblemen en budgettaire krapte, zijn er een aantal ingrepen nodig. We moeten nu al nadenken hoe we die uitdagingen zullen aanpakken.
Het Vlaams netwerk van ondernemingen Voka doet 4 aanbevelingen, waarbij ook bedrijven gevraagd wordt om een inspanning te leveren.
1. Verdere digitale transformatie
De coronacrisis heeft ons geleerd dat digitaal lesgeven een alternatief is voor fysieke lessen in de aula. Een hybride model waarin zowel digitaal als fysiek onderwijs wordt aangeboden, moet waar mogelijk toegepast worden. Dit verlaagt de druk op fysieke infrastructuur en biedt studenten de flexibiliteit om te leren waar en wanneer het hen uitkomt.
Bedrijven kunnen ook stages en werkplekken aanbieden (al dan niet in het kader van duaal leren) waar studenten vaardigheden in de praktijk kunnen brengen, wat leidt tot betere aansluiting tussen studie en werk.
2. Investeren in infrastructuur en partnerships
De investeringen in de infrastructuur van het secundair onderwijs moeten zo gepland worden dat deze gebouwen in de toekomst ook kunnen worden ingezet voor het hoger onderwijs. Dit vereist een geïntegreerde benadering van planning en bouwprojecten.
Ook bedrijven kunnen partnerschappen aangaan met onderwijsinstellingen om te investeren in gedeelde infrastructuur. Denk hierbij aan het mede financieren van gespecialiseerde laboratoria of onderzoeksfaciliteiten, die tijdens het academiejaar door het hoger onderwijs benut kunnen worden en in de zomermaanden door bedrijven. Dit soort publiek-private samenwerkingen biedt wederzijdse voordelen: bedrijven krijgen toegang tot de nieuwste kennis en technologieën, en onderwijsinstellingen hebben bijkomende middelen om hun capaciteit uit te breiden.
3. Betere studieoriëntering en realistische verwachtingen
Jongeren moeten van meet af aan goed georiënteerd worden. Door de verdere democratisering van het hoger onderwijs, stromen steeds meer jongeren vanuit technische en beroepsopleidingen door naar het hoger onderwijs. Studie-oriëntatie, starttoetsen en tijdige remediëringstrajecten zijn cruciaal om te voorkomen dat studenten in het hoger onderwijs vroegtijdig uitvallen of verkeerde studiekeuzes maken.
4. Flexibilisering van het academiejaar
Ook de organisatie van het academiejaar kan anders, met een efficiënter gebruik van gebouwen en middelen. Bedrijven kunnen hierin meedenken en een rol spelen door bijvoorbeeld alternatieve stages of samenwerkingsprojecten aan te bieden tijdens periodes waarin onderwijsinstellingen traditioneel minder actief zijn, zoals in de zomermaanden. Dit maakt het academisch systeem flexibeler en zorgt ervoor dat studenten praktijkervaring opdoen zonder dat ze extra studievertraging oplopen.
Samen sterker voor onderwijs en economie
Het is duidelijk dat de uitdagingen in het hoger onderwijs niet losstaan van de bredere economische context. Bedrijven hebben er baat bij dat studenten goed worden voorbereid op de arbeidsmarkt, en dat vraagt om een actieve rol van het bedrijfsleven. Door te investeren in samenwerking, technologie en infrastructuur, kunnen bedrijven niet alleen bijdragen aan een sterker onderwijslandschap, maar ook aan hun eigen toekomst.
Het Vlaams netwerk van ondernemingen Voka pleit daarom voor een hechte samenwerking tussen onderwijs en ondernemingen. Het is in ieders belang om ervoor te zorgen dat ons onderwijs de talenten van morgen kan blijven vormen, zodat Vlaanderen klaar is voor de uitdagingen en kansen van de toekomst.