De triple win van de bedrijfsfiets
De bedrijfsfiets is een win-win-winsituatie. Naast de voordelen voor milieu en gezondheid is het natuurlijk ook economisch een opsteker voor de betrokkenen. Wij bekijken hoe het systeem zo toelaat om driemaal te winnen: werknemer én werkgever profiteren terwijl ook de samenleving de vruchten plukt.
Soorten (bedrijfs)fietsen
Sinds januari 2017 zijn praktisch alle fietsen toelaatbaar als bedrijfsfiets. Dat gaat van een vlotte stadsfiets over hippe retromodellen tot de laatste nieuwe carbon racemachine. Zelfs 'rijwielen met hulpmotor' – elektrische fietsen (tot 25 km/u) of speedpedelecs (tot 45 km/u) – horen daarbij.
Leasing of aankoop
De salarisfiets of poolfiets kan er komen via leasing, net zoals dat bij de bedrijfswagens in zijn werk gaat, of per aankoop. Dezelfde voorwaarden zijn geldig bij zowel leasing als aankoop omdat de vrijstelling van voordeel alle aard (VAA) of RSZ niet afhangt van de wijze waarop de fiets werd verkregen maar wel louter aan de terbeschikkingstelling.
Vaak is er bij leasing ook een onderhoudscontract, pechbijstand én verzekering voorzien.
Er zijn een viertal formules om de fietsen ter beschikking te stellen:
- gratis aanbod door werkgever
- aftrek van nettoloon
- aftrek van brutolooncomponenten
- aftrek van brutolooncomponenten en inbreng werkgever
Aan het einde van het contract (bij leasing) kan men als werknemer de fiets inleveren of overnemen tegen de marktwaarde.
voordelen
Fiscaal
Hoe milieuminded je als ondernemer of werknemer ook bent, natuurlijk moet daarbij het financiële plaatje kloppen.
Met het mobiliteitsbudget is er een wettelijk kader waarbinnen werknemers hun eventuele bedrijfswagen kunnen inruilen voor duurzamere oplossingen. Dat budget kan vrij besteed worden in drie pijlers: milieuvriendelijkere wagen, alternatieve mobiliteit of cash. Onder de tweede pijler, die van de alternatieve mobiliteit, vallen zowel leasing als fietsvergoeding. Deze is volledig vrijgesteld van belastingen en sociale bijdragen.
Bij gebruik van de fiets voor woon-werkverkeer is deze 100% fiscaal aftrekbaar. De werkgever betaalt hierop dus geen belastingen.
De nieuwe cao 164 voorziet vanaf 1 mei van dit jaar in een fietsvergoeding van 0,27 euro per kilometer voor woon-werkverplaatsingen. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Deze vergoeding is sociaal en fiscaal vrijgesteld. De toekenning van de vergoeding wordt geplafonneerd. De werkgever dient de vergoeding namelijk maar voor maximaal 40 kilometer per dag toe te kennen (20 km per enkel traject). Om recht te hebben op de fietsvergoeding moet de werknemer de fiets regelmatig gebruiken voor de woon-werkverplaatsingen (bv. ten minste één keer per week).
Bovendien zijn ook nog eens alle onderhoudskosten volledig af te trekken. Daarbij gaat het om reparaties van verlichting, nieuwe (binnen)banden ... maar ook uitgaven voor accessoires zoals helmen, hangsloten, fluohesjes ... Daarnaast vallen ook leasingkosten, fietsenstalling en zelfs sanitaire voorzieningen onder dit regime.
secundaire(?) effecten
Los van de pure fiscale voordelen, zijn er ook andere voordelen. Op economisch vlak zijn dat de vermindering van de autofiles (minder stilstand) en het besparen van bijvoorbeeld parkeerruimtes.
Daarnaast zijn ook de gezondheidseffecten natuurlijk voelbaar. Minder stress in de file en meer lichaamsbeweging verbeteren de gezondheid en zijn ook meetbaar in minder afwezigheden op de werkvloer.
Ook het 'gezondheidseffect' voor het milieu krijgt door de bedrijfsfiets een kans. En dat is nodig ook want indien we de klimaatdoelstellingen van Parijs willen halen moet de uitstoot van broeikasgas met 35% naar beneden tegen 2030.
Last but not least geeft een doordacht fietsplan een onderneming meteen ook een imagoboost. Niet alleen zullen de werknemers hun winst kunnen tellen; de firma wordt meteen ook een pak aantrekkelijker naar de buitenwereld toe.