GEBOUWBEHEERSYSTEEM NOG STEEDS VERANTWOORDELIJKHEID VAN INSTALLATEUR HVAC
VIJF UITDAGINGEN
Als installateur HVAC krijgt u vandaag steeds meer op uw bord. In de projectmarkt valt bijvoorbeeld ook het gebouwbeheersysteem onder uw verantwoordelijkheden, en dat terwijl het zich nog maar zelden tot de automatisering van de HVAC-installatie beperkt. Dit zijn de vijf grootste uitdagingen binnen die opdracht, én hun mogelijke oplossingen.

1. INTEGRATIE MULTITECHNIEKEN
Uitdaging
Als verantwoordelijke voor de uitvoering van het gebouwbeheersysteem dient de HVAC-installateur niet enkel de automatisering van zijn eigen HVAC-installatie te realiseren, maar evenzeer die van de andere technieken die in het systeem geïntegreerd moeten worden.
Beperkt die integratie zich louter tot het visualiseren van bepaalde processen - wil men bijvoorbeeld het gebruik van de liften in kaart brengen - dan vormt dat niet noodzakelijk een probleem. Een rittenteller kan eenvoudig geïnstalleerd en gekoppeld worden, zonder dat er daadwerkelijk in de techniek van de liften ingegrepen moet worden.
Gaat het echter om de effectieve automatisering van die technieken - moet de verlichting bijvoorbeeld vanuit het gebouwbeheersysteem aangestuurd kunnen worden - dan wordt het moeilijker. In dat geval moet de HVAC-installateur niet alleen een duidelijk overzicht hebben over alle betrokken gebouwtechnieken, maar dienen er ook op die technieken sturingen en controllers geïnstalleerd worden, die vervolgens in de centrale DDC geïntegreerd moeten worden. En dat terwijl elektriciens en HVAC-installateurs doorgaans met heel verschillende producten en protocollen aan de slag gaan.
Oplossing
Om te vermijden dat de HVAC-installateur moet ingrijpen in de technische installatie van een van zijn collega's, of dat bepaalde koppelingen in de praktijk niet mogelijk blijken, is het van groot belang dat de aannemers van álle te integreren technieken meteen in het traject betrokken worden. Op die manier kan de engineering van de verschillende installaties al in de ontwerpfase op elkaar afgestemd worden en kan de installatie van sturingen en controllers in onderaanneming aan de respectievelijke nevenaannemers doorgegeven worden.
Als hoofdverantwoordelijke voor het gebouwbeheersysteem is het in principe aan de installateur HVAC om deze gesprekken te organiseren en de verschillende opdrachten te coördineren.
Om de steeds complexere afstemming tussen technieken effectief naar het gebouwbeheersysteem te vertalen, doet hij (indien financieel haalbaar) best een beroep op een gespecialiseerde - en bij voorkeur multidisciplinaire - partner.

zal ook in het gebouwbeheer met andere woorden een steeds grotere rol gaan spelen
2. STEEDS MEER INFORMATICA
Uitdaging
Gaandeweg verschuift de nadruk van gebouwbeheersystemen van zuivere automatisering naar intelligentie en analytics. Niet alleen moeten er meer technieken geïntegreerd worden, zij moeten ook op elkaar afgestemd worden, én er moeten steeds meer functionaliteiten aan gekoppeld worden. En die zijn verschillend van gebouw tot gebouw.
Een gebouwbeheersysteem is daarom altijd maatwerk. Bestaande systemen omvatten weliswaar een aantal basisalgoritmen waarvan de setpunten relatief eenvoudig via een thermostaat door de gebruiker aangepast kunnen worden, maar zij volstaan niet altijd om aan de opdracht te voldoen. Dient de handeling te gebeuren vanop een grafisch aanraakscherm, een app of smartphone, of dient ze automatisch te verlopen in functie van historische trends, dan vereist de programmatie heel wat meer IT-kennis.
Oplossing
Het besef dat de ontwikkeling van gebouwbeheersystemen steeds meer informatica omvat, en dus steeds verder verwijderd geraakt van het klassieke metier van de HVAC, laat de installateur uiteindelijk met twee opties: ofwel kiest hij ervoor om zich specifiek en doelbewust in gebouwbeheersystemen te specialiseren - en doet hij daarvoor de nodige investeringen -, ofwel laat hij zich bijstaan door de fabrikant van de regelapparatuur of een partner gebouwautomatisering of systeemintegratie. Die laatste is gespecialiseerd in het vertalen van de noden van het gebouw en haar gebruikers naar het gebouwbeheersysteem en kan het personaliseren door nieuwe algoritmen te programmeren, extra functionaliteiten toe te voegen en de visualisaties op de gebruikersverwachtingen af te stemmen. Op voorwaarde, ten minste, dat er tijd en budget voor voorzien zijn.
Gebouwbeheersystemen worden dermate complex, dat het overzicht snel zoek is. Het opstellen van een P&ID (Process and Instrumentation Diagram) is daarom essentieel
3. NOOD AAN HOGE NAUWKEURIGHEID
Uitdaging
Hoewel een slim opgemaakt gebouwbeheersysteem de sturing van systemen enorm kan vereenvoudigen en de energie-efficiëntie kan verhogen, is automatisering niet heiligmakend. Integendeel. Hoe groter het aandeel automatisering, hoe doorslaggevender een correcte en nauwkeurige uitvoering van de onderliggende systemen. Staat een temperatuursensor bijvoorbeeld exact naast de deuropening gepositioneerd in plaats van centraal in de ruimte, of is het debiet van de luchtgroep verkeerd ingeregeld, dan zal het systeem door tocht namelijk onnodig veel aanslaan - en dus overmatig verbruiken - en zal het wellicht ook nooit het gewenste comfort opleveren.
Oplossing
Het groeiend belang van informatica betekent dus niet dat het metier van de HVAC-installateur - het vakgebied van hydraulica en piping - achterhaald is. Een goed overleg met het studiebureau en een bijzondere aandacht en precisie bij de plaatsing en inregeling van zijn installaties zijn cruciaal.
Voor een doordachte plaatsing van de sensoren zijn dan weer de puntenlijst en het ontwerp van de partner gebouwautomatisering (en eventueel het studiebureau) belangrijke referenties.

4. CONSTANT IN VERANDERING
Uitdaging
Gebouwen worden opgetrokken voor de toekomst. Ze moeten decennialang dienstdoen en onderdak bieden. Ondertussen kennen gebouw- en regeltechnieken echter een constante evolutie. Doorheen de volledige levensfase van een gebouw wordt een installatie dan ook uitgebreid, komen er nieuwe functionaliteiten bij, … Het gebouwbeheersysteem moet met het gebouw mee kunnen groeien, maar ook die systemen zijn in ontwikkeling.
Oplossing
Om te vermijden dat het gebouwbeheersysteem bij een uitbreiding of aanpassing van de installaties of functionaliteiten volledig vernieuwd moet worden omdat de nieuwste generatie niet langer compatibel is met de oude, kiest men best voor systemen met een gewaarborgde retrocompatibiliteit.
Het is echter niet zo dat men daarom per definitie vasthangt aan het oorspronkelijk gekozen merk. Hoogkwalitatieve systemen laten immers ook de integratie van sensoren, controllers en sturingen van andere fabrikanten toe. De enige voorwaarde daarvoor is dat alle producten in het systeem volgens een standaard - en dus niet fabrikantspecifiek - protocol communiceren.
Het is een misverstand dat alle sensoren, sturingen en controllers van dezelfde fabrikant moeten zijn, of volgens hetzelfde protocol moeten communiceren
5. HOGE VERWACHTINGEN, TRAGE EVOLUTIE
Uitdaging
Gebouwbeheersystemen kennen hun toepassing voornamelijk in de projectmarkt, maar de verwachtingen die jegens dergelijke systemen bestaan, worden in grote mate gevormd vanuit de residentiële markt. De eenvoud waarmee tal van goedkope en aantrekkelijke apps gebruikers vandaag in staat stellen om verlichting, verwarming, ventilatie en andere technieken in hun woning te controleren en aan te sturen, doen bouwheren, beheerders en investeerders immers geloven dat het in de projectmarkt net zo eenvoudig is.
In de praktijk kampt die projectmarkt echter met een aantal vertragende factoren, waardoor de gebouwbeheersystemen niet op hetzelfde tempo ontwikkelen als de verwachtingen.
Een aantal van die factoren werden eerder al aangehaald. Zo is er de oorsprong van deze systemen in de HVAC - waardoor het in hoofdzaak automatiseringsplatformen zijn, die in plaats van de aantrekkelijke en overzichtelijke user interfaces van de meeste smartphone apps veelal geavanceerde procesbeelden tonen - en de complexiteit van de markt en haar installaties - waardoor de systemen, in tegenstelling tot de gestandaardiseerde residentiële apps, die in een gesloten omgeving ontwikkeld worden en bestemd zijn voor massagebruik, steeds op maat ontwikkeld moeten worden. Bovendien loopt het huidige principe, waarbij steeds extra technieken en functionaliteiten op hetzelfde centrale gebouwbeheersysteem geënt worden, stilaan tegen haar grenzen aan: het zorgt voor logge systemen waarvan de technologische evolutie jaren in beslag kan nemen (zie kader).
Minstens even belangrijk is echter de rol van de studiebureaus die de gebouwbeheersystemen moeten voorschrijven. Het is namelijk niet zo dat de huidige systemen per definitie niet aan de verwachtingen van eindklanten kunnen voldoen. Alleen vraagt het een duidelijke opdracht, heel wat coördinatie, een doorgedreven voorbereiding en aanzienlijk wat programmeerwerk. Het is daarom essentieel dat de studiebureaus de vereiste functionaliteiten volwaardig in de meetstaten en bestekken opnemen. Enkel zo kunnen voorbereiding, coördinatie en programmeerwerk voldoende gebudgetteerd worden.
Oplossing
Het vinden van een middenweg in de discrepantie tussen de hoge verwachtingen van opdrachtgevers en de technische en budgettaire beperkingen van hedendaagse gebouwbeheersystemen is wellicht de grootste uitdaging voor de installateur HVAC.
Belangrijk is daarom dat hij bouwheren en beheerders meteen attent maakt op de mogelijkheden en beperkingen, alsook op de aanpassingen en investeringen die vereist zijn om ze nauwer op de hedendaagse verwachtingen af te stemmen.
De keuze van de juiste, bij voorkeur multidisciplinaire, partners kan alvast bijdragen aan een betere afstemming, net als het inplannen van voldoende overlegmomenten tussen de verschillende partijen. Zo is het niet alleen van belang dat er bij aanvang een puntenlijst wordt opgesteld - doorgaans door het studiebureau - met daarin de belangrijkste functionaliteiten, maar ook dat er, alvorens er tot de daadwerkelijke programmatie van het systeem wordt overgegaan, een P&ID-dossier (Process and Instrumentation Diagram) met werkingsbeschrijving - doorgaans opgemaakt door de systeemintegrator - aan de klant en/of het studiebureau wordt voorgelegd.
Veel invloedrijker is echter de opmaak van bestekken en aanbestedingsdossiers. Enkel als de rol en complexiteit van gebouwbeheersystemen hier op een volwaardige manier in geïntegreerd wordt, en het lot rechtstreeks aan een specialist meet- en regeltechniek toegekend wordt, kan hun potentieel tenslotte ten volle benut worden.