COMMUNICATIE IS SLEUTEL TOT EEN TOEKOMSTGERICHT GEBOUWBEHEERSYSTEEM
EEN KWESTIE VAN COORDINATIE
Gebouwbeheersystemen integreren gaandeweg steeds meer technieken. Dat betekent een groeiende complexiteit enerzijds en een groeiend aantal stakeholders anderzijds. Toch is het doorgaans nog steeds de installateur HVAC die de eindverantwoordelijkheid draagt. Hij moet alles dan ook in goede banen leiden.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE INSTALLATEUR HVAC
Hoewel huidige gebouwbeheersystemen complexer zijn dan de oorspronkelijke automatiseringsplatformen van HVAC-installaties, maken ze in aanbestedingen en uitvoeringsdossiers, gezien hun oorsprong, doorgaans wel nog deel uit van het lot HVAC. Meer nog, in de meeste gevallen worden gebouwbeheersystemen op exact dezelfde manier voorgeschreven als een traditionele DDC-automatisering (Direct Digital Control). Fabrikanten en specialisten pleiten weliswaar voor de toevoeging van een apart lot Gebouwautomatisering & Applicaties, maar zolang dat niet het geval is, valt het onder de verantwoordelijkheid van de installateur HVAC. Het is dan ook aan hem om alle betrokken partijen samen te brengen en op elkaar af te stemmen.
GEBOUWBEHEERSYSTEMEN IN MEETSTATEN EN BESTEKKEN
Specialisten zijn het erover eens dat het schort aan de aanbestedingsprocedures. De huidige norm, waarbij het gebouwbeheersysteem onderdeel uitmaakt van het lot HVAC, creëert immers een situatie waarbij de afstand tussen opdrachtgever en uitvoerder - fabrikant of systeemintegrator - onnodig groot is. Tussen hen staan immers het studiebureau, de hoofdaannemer en de installateur HVAC. Niet alleen zorgt dat voor een trapsgewijze uitdunning van de marges en budgetten, het ondermijnt ook de (noodzakelijke!) kennisuitwisseling tussen specialist/fabrikant en studiebureau.
Veel efficiënter zou het volgens hen dan ook zijn om in bestekken een apart lot Gebouwautomatisering & Applicaties toe te voegen. Dat zou fabrikanten en/of systeemintegrators immers toelaten om in de ontwikkeling en uitvoering van de systemen het voortouw te nemen. Tevens zou het de kennisoverdracht naar studiebureaus toe faciliteren.
DE BELANGRIJKSTE STAKEHOLDERS OP EEN RIJTJE
- Bouwheer/beheerder: de bouwheer, eventueel in samenspraak met een gebouwbeheerder, geeft opdracht voor de installatie en stelt bepaalde eisen of verwachtingen naar de functionaliteit van het gebouwbeheersysteem toe.Studiebureau: het studiebureau ontwerpt de (HVAC-)installatie, maakt op basis van de verwachtingen van de bouwheer een principeschema van de installatie en stelt eventueel een puntenlijst met vereiste in- en outputs op. Het vertaalt de opdracht en verwachtingen van de bouwheer naar het bestek. Dat doet het best zo concreet en uitgebreid mogelijk.
- HVAC-installateur: in de meeste gevallen valt het gebouwbeheersysteem onder het lot HVAC en is de aannemer HVAC dus verantwoordelijk voor de volledige uitvoering ervan, inclusief de integratie van andere technieken. Het is ten zeerste aangeraden om hiervoor de nodige partners en nevenaannemers in te schakelen, al blijft de HVAC-installateur ook in dat geval een sleutelrol uitoefenen als coördinator. Hij dient alle betrokken partijen m.a.w. in een zo vroeg mogelijk stadium rond de tafel te verzamelen.Naast de plaatsing van sensoren en controllers - die hij al dan niet kan uitbesteden - valt uiteraard ook de correcte realisatie van de HVAC-installatie zelf onder zijn verantwoordelijkheid.
- Partner gebouwautomatisering: voor de realisatie van het gebouwbeheersysteem kan de HVAC-installateur, in onderaanneming, een beroep doen op een systeemintegrator of specialist gebouwautomatisering. Deze zal, op basis van het principeschema van het studiebureau, een gedetailleerd ontwerp maken van het gebouwbeheersysteem, en het nodige programmeerwerk op zich nemen. Sommige systeemintegratoren zijn gespecialiseerd in bepaalde sectoren - bijvoorbeeld kantoorgebouwen of de zorgsector -; anderen bieden meer algemene diensten. In ieder geval is het belangrijk te kiezen voor een partner die multidisciplinair kan werken.
- Fabrikant regeltechniek: naast de partner gebouwautomatisering wordt ook de fabrikant best zo snel mogelijk in het proces betrokken. Hij geeft advies over de verschillende componenten van het systeem en neemt in sommige gevallen zelfs de rol van de systeemintegrator over.
- Nevenaannemers: worden naast de HVAC-installatie ook andere technieken zoals bijvoorbeeld elektriciteit, verlichting of toegangscontrole in het GBS-systeem geïntegreerd, dan worden ook de nevenaannemers in kwestie best zo snel mogelijk bij het overleg en de uitvoering betrokken. Op die manier kunnen niet alleen de installaties op elkaar afgestemd worden, maar kunnen ook de aannemers zelf aangesteld worden om tijdig de nodige ingrepen in hun respectievelijke installaties te doen.
“EEN TRADITIONEEL GEBOUWBEHEERSYSTEEM VOLSTAAT NIET MEER OM AAN VERWACHTINGEN TE VOLDOEN"
Kristof Dupon (Building IQ) ziet toekomst in ecosysteem van generieke data en niche-apps
Gebouwbeheersystemen ontwikkelden zich vanuit de automatisering van HVAC, waarop vervolgens talloze andere technieken geënt werden. Volgens ir. Kristof Dupon, general manager van systeemintegrator Building IQ, is er in die evolutie echter een kantelmoment op komst. “De verwachtingen zijn stilaan te groot voor systemen die in wezen nog DDC- of SCADA-platformen zijn", stelt hij. “Er moeten zoveel technieken gekoppeld en functionaliteiten aangeboden worden, dat het praktisch onmogelijk wordt om één monstersysteem te ontwikkelen dat al deze verwachtingen invult. Bovendien is er nood aan meer intelligentie en data-uitwisseling dan de huidige systemen kunnen leveren. Natuurlijk bestaan er apps om die noodzaak in te vullen, maar zij kunnen doorgaans dan weer geen gebruikmaken van de data die door de sensoren in het GBS-systeem geleverd worden. Die sensoren zijn immers één op één aan een techniek gekoppeld. En uiteraard wil niemand twee maal investeren in sensoren."
Centrale data
De oplossing zit hem volgens Dupon in het loskoppelen van sensoren en applicaties door middel van een IoT (Internet of Things) architectuur. “Vandaag worden sturing en interfaces gecentraliseerd; in de toekomst zal het de data zijn die gecentraliseerd wordt. Alle sensoren in het gebouw zullen hun informatie dan rechtstreeks doorgeven aan een centrale datalaag, waar bijvoorbeeld ook externe data - weerberichten, … - verzameld worden. Zo is de informatie niet langer gekoppeld aan één bepaalde techniek, maar wordt ze voor een breder scala van applicaties opengesteld. Dat wil zeggen dat de informatie van één bepaalde sensor door verschillende applicaties gebruikt kan worden, dat een bepaalde techniek informatie van verschillende sensoren met elkaar kan koppelen en dat er ruimte is voor de ontwikkeling en koppeling van meerdere aparte, gespecialiseerde apps - een format waarbinnen veel meer intelligentie geïntegreerd kan worden en een snellere ontwikkeling mogelijk is dan in de klassieke gebouwbeheersystemen."
Generieke data
In het scenario van Dupon wordt die data op een uniforme manier verzameld en ontsloten. “Alle informatie moet op dezelfde generieke en gestandaardiseerde manier opgeslagen worden," verduidelijkt hij, “maar dat betekent niet dat alle sensoren, sturingen en controllers ook effectief volgens hetzelfde protocol moeten communiceren. Dat is een hardnekkig misverstand. Want of wij nu in het Nederlands tegen elkaar zeggen dat het hier 23 °C is, of we doen dat in het Frans - de informatie blijft dezelfde. Zolang sensoren, apps en technieken volgens een gestandaardiseerd protocol communiceren - ongeacht of het KNX, BACnet of een ander protocol is - kan de systeemintegrator voor een naadloze integratie zorgen."
Artificiële intelligentie
De centrale gebouwbeheersystemen zullen in de toekomst dus evolueren naar een ecosysteem van generieke data en verschillende niche-apps, aldus Dupon. Maar er is meer: in de iets verdere toekomst zal dat ecosysteem zichzelf in stand houden. “In eerste instantie zullen we binnen die apps nog allerlei regels en setpunten moeten instellen, zoals het ook in de huidige gebouwbeheersystemen het geval is, maar uiteindelijk zullen die systemen hun eigen regels kunnen programmeren. Dan neemt de artificiële intelligentie het over."