Hoe maak je zelf een hondenren in je tuin?
Een hondenren in je tuin biedt je hond een veilige, afgebakende ruimte om vrij te spelen en zijn energie kwijt te kunnen zonder toezicht. Het voorkomt dat je hond ontsnapt, gaat graven in bloembedden of voorbijgangers najaagt. Bovendien kun je de ren aanpassen aan de behoeften van je hond, zeker als je deze zelf maakt en inricht. We laten zien hoe je dit aan kunt pakken.
Voorbereiding
Plaats bepalen
In een eerste stap bepaal je waar je de ren wilt plaatsen. Kies een locatie die deels in de schaduw ligt, zodat je hond beschermd is, maar waar ook wat zonlicht kan komen. De ren moet ook beschut zijn tegen harde wind en regen, bijvoorbeeld door de nabijheid van een schutting of bomen. Verder is het belangrijk dat de plek niet te dicht bij de buren of de straat ligt om overlast door geblaf te beperken, en dat je als eigenaar goed zicht hebt op de ren voor toezicht.
Hoogte van de afsluiting bepalen
Een hondenren heeft weinig nut als de hond over de afsluiting kan springen. Hoe hoog die omheining precies moet zijn, hangt af van de grootte, het ras en het gedrag van je hond.
Voor kleine honden volstaat meestal een afsluiting van 1 tot 1,2 m. Voor middelgrote en grote honden is een hoogte van minimaal 1,5 tot 1,8 m aan te raden om te voorkomen dat ze eroverheen springen. Als je hond een echte springer is of erg atletisch, kun je overwegen de ren nog hoger te maken of extra maatregelen te nemen, zoals een overkapping of hellend hekwerk aan de bovenkant.
Aan de slag
Metserskoord spannen
In ons geval bouwen we verder op de aanwezige houten wanden, waarbij we beginnen met het plaatsen van een omheining met schapendraad.
Plaats daarvoor eerst een piket op de hoek van de ren en span een koord waar de omheining moet komen. Het metserskoord moet goed strak zitten.
Tip
Als de piketten waarmee je de maten uitzet een geribde structuur hebben, dan kun je het metserskoord zonder knoop rond de piket bevestigen door het gespannen deel over het losse deel van het touw te plaatsen. Door de geribde structuur blijft het koord vastzitten.
Sleuf uitgraven
Nu graaf je een sleuf met een spade. Je verwijdert de graszoden op de plaats waar de omheining moet komen. Zo kan je straks het schapengaas wat ingraven.
Palen plaatsen
Waar plaats je de palen?
Bepaal nu waar de palen voor de ren moeten komen. Als je met schapendraad werkt, reken je best om de 2 m een paal, zodat het gaas strak kan worden aangespannen.
Hoe diep je de paal plaatst, hangt af van de lengte ervan. De vuistregel stelt dat één derde van de lengte van de paal de grond in moet, zo staat hij diep genoeg om stabiel te blijven staan.
Palen kiezen
Welke palen je kiest, daar beslis je zelf over. Wij gebruiken er uit kastanjehout, een duurzame houtsoort die gerust 15 tot 25 jaar mee kan. Eens in de grond geplaatst hebben ze weinig last van vocht en schimmel. Om deze reden hoeven kastanjepalen ook niet bewerkt te worden om het hout te verduurzamen.
Je kunt ook kiezen voor geïmpregneerde vuren palen. Die zijn iets goedkoper en zijn voorbehandeld. Eens in de grond geplaatst, kunnen ze 5 tot 10 jaar dienstdoen.
Paal fixeren
Je kunt de palen gewoon in de grond plaatsen, of je kunt ze eerst in een paalhouder steken voor extra stevigheid en bescherming. De punt van de paalhouder kun je dan in de grond plaatsen, zo is er geen direct contact tussen het hout en de aarde, wat de levensduur van je palen zal verlengen.
Je kunt ervoor kiezen om de palen vast te zetten door de punt in de grond te slaan. Hiervoor kun je een voorhamer gebruiken. Idealiter doe je dat met een slagblok tussen de hamer en de paal, anders riskeer je dat het hout gaat splijten. Een andere optie is door te werken met een sleg of paalhamer - zoals we hier hebben gedaan.
Om makkelijker te werken, kun je de gaten voor de palen ook 'voorboren' met een handmatige grondboor.
Tip
Als je paal toch gespleten is, dan kun je deze nog vastzetten met een schroef. Dit maakt de paal weer stevig, zodat je geen nieuwe paal hoeft te plaatsen.
Is de ren overal even hoog?
Bij het plaatsen van de palen moet je er wel voor zorgen dat de ren overal dezelfde hoogte heeft. Dat kan je op verschillende manieren controleren.
Met een pasdarm
Je kunt een pasdarm of slangenwaterpas gebruiken. Dit is een doorschijnende, met vloeistof gevulde darm. Met de darm kun je het oppervlak van het water gebruiken om een lokaal horizontaal referentievlak te creëren.
In de praktijk is het niet zo moeilijk: vouw de darm in een U-vorm en vul deze met water. Zorg ervoor dat er geen luchtbellen in de slang zitten. Bevestig vervolgens de uiteinden van de darm aan de paal.
Plaats dan de darm zodanig dat het wateroppervlak op de juiste hoogte van de paal komt - dit is je referentie voor je volgende paal. Het waterniveau in beide uiteinden van de darm moet hetzelfde zijn, dus kan je dit gebruiken als nulpunt voor je metingen.
Houd nu de andere kant van de darm bij de plek waar de volgende paal komt. Door te kijken tot waar het water in de darm ligt, heb je steeds de juiste hoogte van je volgende paal gevonden.
Met een gewone waterpas
De hoogte van je palen kan je ook gelijk krijgen met een simpele waterpas. Heb je een lange waterpas en kan je deze op de twee palen leggen, dan heb je geluk! Maar je kan ook een lange rechte balk gebruiken om op de twee palen te leggen. Leg dan je waterpas erop en je weet meteen of de palen even hoog komen.
Anti-graafrand
Nu de palen geplaatst zijn, graaf je de gleuf nog wat verder uit. We voorzien de ren immers van een anti-graafrand onder de grond. Daar kan je vogelgaas voor gebruiken. Hoe diep je dat gaas plaatst, dat bepaal je natuurlijk zelf. Bevestig het vogelgaas met krammen aan de palen. Span het gaas goed aan en sla de kram in enkele rake tikken in de omheiningspaal.
Hoekpalen schoren
Het is bijna tijd om het gaas rond de palen op te spannen. Om extra stevigheid te creëren, gaan we de hoekpalen schoren. Dat wil zeggen dat we ze gaan verstevigen met een schuine paal of schoor.
Boor met een grondboor een gat in de grond waar de paal moet komen. Gebruik een grondboor die iets smaller is dan de paal, zodat de paal stevig komt te staan. Neem een afstand van een tweetal meter. Maak een inkeping in de hoekpaal en plaats de schoor in de inkeping. Je kan de twee palen aan elkaar bevestigen met een schroef.
Poort plaatsen
Palen voor het poortje
De hondenren beschikt uiteraard over een poortje. De palen van van het poortje plaatsen we in ons geval in snelbeton. Er komt immers heel wat druk op de palen te staan. We plaatsen eerst de ene paal, dan de poort, en dan de tweede paal.
Maak een put waar de paal komt in te staan. Plaats de paal in de put en voeg water en snelbeton toe aan de put. Controleer nog even of de palen de gelijke hoogte hebben en laat vervolgens het snelbeton uitharden.
De poort zelf
Als je een oud poortje een nieuwe bestemming geeft, zoals in dit voorbeeld, zorg er dan voor dat de scharnieren nog goed zijn. In ons geval vervangen we de scharnieren door een lange duimheng voor extra draagkracht.
Je bevestigt zo'n duimplaat op de paal met een aantal schroeven. Kies voor gegalvaniseerde schroeven, zodat ze niet gaan roesten. Bepaal vervolgens de hoogte van de poort en zorg ervoor dat het poortje waterpas staat.
Tweede paal
Nu het poortje geplaatst is, kan je de tweede paal met snelbeton in de grond vast zetten. Doorloop dezelfde stappen als voor de vorige paal: graaf een put, bepaal de hoogte van de paal, breng snelbeton en water in de put en laat het beton uitharden. Eens de tweede paal stevig vastzit, moet je nog het slot bevestigen.
Schapengaas bevestigen
Nu alle palen en poortjes op hun plaats staan, kunnen we het schapengaas rondom de palen bevestigen. Met een nijptang of een combinatietang kan je het gaas gemakkelijk op maat knippen.
Bevestig aan de eerste paal het gaas met krammen. Sla ze met een hamer in het kastanjehout. Nu je gaas vastzit, kan je het ook aan de volgende paak vastmaken. Zorg ervoor dat je het gaas goed aanspant. Dat kan je op verschillende manieren.
Een eerste manier: plaats een stuk hout tussen het gaas en de paal en breng het op spanning door het hefboomeffect. Hou op spanning en bevestig het gaas aan de paal met krammen.
Voor wat meer grip kan je ook het gaas tussen twee planken klemmen: plaats twee spanbanden rond de planken en de volgende paal en breng ze op spanning. Zorg dat de spanning overal gelijk is en bevestig het gaas opnieuw aan de kastanjepaal met krammen.
Haag planten
Om de boel nog wat op te leuken, planten we nog een haag aan. Dat is gewoon een kwestie van de haagplanten mooi op een lijn en diep genoeg te planten. Zet de plant op dezelfde hoogte als hoe het plantje in de pot zat. Geef ze na het planten goed water zodat de wortels zich goed kunnen vestigen in de grond.
... En Maurice zag dat het goed was.