Hoe werk je met een hakselaar?
Tijdens het snoeien krijg je al snel een hele hoop takken bij elkaar. Een kleine hoeveelheid kun je nog naar het containerpark brengen. Grote hoeveelheden verwerk je het best zelf ter plekke met een hakselaar. Takken, twijgen en ander snoeiafval kun je composteren en zo verwerken tot een ideale bodemverbeteraar voor tussen je planten. Of wat dacht je van snippers als strooilaag voor je tuinpaadjes of als opvulling in een takkenwal?
EEN HAKSELAAR KIEZEN
Als je slechts zeer sporadisch een hakselaar nodig hebt, kan je er een huren. Wie een grote tuin heeft en/of vaak moet snoeien, doet er goed aan om zelf een toestel in huis te halen. Welk toestel je nodig hebt, hangt af van het tuinafval dat je wil verhakselen. Is het vooral voor haagscheersels of wil je ook dikkere boomtakken meester kunnen? Ook de hoeveelheid tuinafval dat je wil hakselen speelt een rol.
HAKSELMECHANISMEN
Het basisprincipe van een hakselaar is simpel: een tak gaat er volledig aan de ene kant in en komt in stukjes in de opvangbak terecht. Het effectieve vermalen van gesnoeide takken kan echter volgens verschillende hakselmechanismen gebeuren.
SCHIJF MET MESSEN
Veel hakselaars zijn uitgerust met messen op een horizontaal draaiende schijf die tegen een hoge snelheid (2.800 tpm) ronddraaien en de takken in stukken snijden. Als resultaat verkrijg je kleine houtsnippers die snel vergaan en vooral geschikt zijn om te composteren.
FREESWALS
Een freeswals drukt het snoeihout tegen een aandrukplaat en snijdt kleine stukjes af. Het snoeiafval wordt gekneusd en levert kleine stukjes op die als compost of op tuinpaden gebruikt kunnen worden.
SPIRAALMECHANISME
In deze hakselaar trekt een spiraalvormig mes de takken langzaam naar binnen, plet ze en hakselt ze. Dit gaat iets trager dan bij een meshakselaar, maar deze machines maken een pak minder lawaai. Als resultaat verkrijg je hier wel grotere, langere stukken die, net als bij een freeswalshakselaar, kunnen worden gebruikt als bodembedekking, voor een snipperwand of om te composteren.
Aandrijving: elektrisch of op benzine?
ELEKTRISCHE HAKSELAAR
Naast het hakselmechanisme, speelt de aandrijving van het toestel uiteraard ook een grote rol bij je keuze. Als je klussen hebt rond en in het huis, kun je kiezen voor een elektrische hakselaar met een snoer. Dit is ook de populairste soort hakselaar voor particulieren. Ze beschikken overigens ook over een laag geluidsniveau. Het lawaai komt immers enkel van het hakselen, wat dus miniem is.
Tegenwoordig heb je ook elektrische hakselaars die werken met een batterij. Handig als je verder van je woning moet hakselen. Hoewel die batterij vaak een beperkte autonomie heeft, kun je zonder problemen doorwerken als je met twee accu's werkt (de ene laadt op terwijl de andere in gebruik is).
Een ander voordeel van elektrische hakselaars is het beperkte onderhoud. Je zal als particulier je hakselaar waarschijnlijk niet meer dan 5 keer per jaar gebruiken. Wat betreft onderhoud komt het vooral neer op het schoon houden van het toestel en het telkens legen van de opvangbak.
Uiteraard is het ook belangrijk dat de messen steeds scherp staan en goed afgeregeld zijn. Stompe of versleten messen kun je zelf bijslijpen met een vijl.
HAKSELAAR OP BENZINE
Een andere optie om te hakselen op afstand zijn benzineaangedreven hakselaars. Het zijn mobiele toestellen die veelal groter snoeiafval goed de baas kunnen. Uiteraard moet je eraan denken om geregeld de benzinetank bij te vullen.
Het brandstofverbruik van een benzinehakselaar hangt af van verschillende factoren. Zo worden het soort hout en de diameter van de takken in rekening gebracht. Gemiddeld verbruikt een benzinehakselaar dan zo'n 4 liter per uur.
Bij benzinehakselaars is er, naast het scherp houden van de messen, ook klassiek motoronderhoud nodig. Denk daarbij aan het verversen van olie, de luchtfilter en de bougie, en het smeren van bewegende delen.
HYBRIDE HAKSELAAR
Er bestaan binnen de toestellen voor professionals ook hybride hakselaars die uitgerust zijn met zowel een dieselmotor als een elektromotor. Wanneer de dieselmotor stationair draait, stuurt hij energie naar de elektromotor en zorgt hij voor energieterugwinning naar de rotor, met behoud van het beoogde toerental. Tijdens deze periode zonder belasting worden de condensators opgeladen. Een lege condensator wordt in minder dan 20 seconden opgeladen.
GELUIDSNIVEAU
Hakselaars produceren doorgaans veel lawaai. Over het algemeen ligt het geluidsniveau van elektrische toestellen lager dan bij toestellen op benzine. Let dus altijd ook op het decibelgetal van de machine die je wil kopen. Als het niet meer dan 84 dB is, kun je ervan uitgaan dat de hakselaar relatief weinig geluid maakt.
Let wel, een vermeerdering van 3 decibel betekent dat het geluid verdubbelt. Dus een machine van 86 dB maakt 2 keer zoveel geluid als een machine van 83 dB.
EEN HAKSELAAR GEBRUIKEN
Waarvoor gebruik je je hakselaar?
Een hakselaar wordt in de eerste plaats gebruikt om snoeiafval te verkleinen. Takken, twijgen en wortels van bomen, hagen, heesters en struiken die de toegelaten dikte niet overschrijden, mag je dus allemaal verwerken. Je mag er ook dode bladeren, onbedrukt papier en karton mee verkleinen, om makkelijker te kunnen composteren.
Verhaksel hout altijd als het versgesnoeid is, want droog hout is harder en moeilijker te verwerken. Het hakselen van zachte materialen, zoals afgevallen rijp fruit en groenteafval, heeft geen zin. Die mogen meteen op de composthoop, om er snel te verteren.
MAXIMALE TAKDIKTE
In de handleiding van elke hakselaar staat vermeld hoe dik de takken mogen zijn die je ermee kunt verwerken. Soms staat het zelfs bij de invoeropening van de hakselaar zelf aangegeven. Dit hangt onder meer af van het snijmechanisme en het vermogen van de machine. Ook de houtsoort en de vochtigheidsgraad van het hout spelen een rol. Zo zal een verse sparrentak vlotter te verhakselen zijn dan een droge beukentak.
VEILIG HAKSELEN
Stel je hakselaar vlak en stabiel op. In de tuin, waar een stabiele ondergrond niet altijd evident is, kun je een stevige plaat onder de hakselaar leggen. Verder draag je altijd handschoenen. Er kunnen wel eens takken met doornen tussen het hout zitten. Een veiligheidsbril beschermt je ogen tegen rondvliegende houtsnippers. Oorbeschermers zijn ook nuttig als je lange tijd zonder te stoppen met de hakselaar werkt.
Stop de takken rustig in de voorziene opening boven aan de hakselaar, telkens het best met het dikste uiteinde eerst. De rest van de tak wordt automatisch door de hakselaar naar binnen getrokken. Je moet lange takken wel steeds wat blijven leiden. Probeer het niet sneller te doen gaan, want zo overbelast je de machine. Takken gaan er stuk voor stuk in, kleiner afval mag je bundelen.
Gebruik de meegeleverde accessoires, zoals bijvoorbeeld een duwstok, om volledige takken veilig in de hakselaar te kunnen duwen.
VEILIGE HAKSELAAR
Veel machines zijn uitgerust met een vergrendeling die de messen meteen stopt als je de hakselaar opent. Ook wanneer de messen vastlopen, stopt bij de meeste machines de motor. Zo raakt de machine niet oververhit. Ten slotte zorgt een terugslagbeveiliging ervoor dat het ingevoerde snoeihout niet kan worden teruggestoten.
Wat doe je met de SNIPPERS?
- bodembedekking: verhakseld hout beschermt de bodem tegen felle zon, slagregen en beperkt de groei van onkruid.
- compost: kleine snippers verteren veel sneller dan grote stukken tuinafval.
- snipperwand: gebruik hiervoor een enkele of dubbele rij palen waartegen je aan beide zijden een afrasteringsdraad of wapeningsnet bevestigt.
- tuinpad: heb je een pad nodig, dan kun je dat aanleggen met verhakseld hout.