HOE VERF SPUITEN
Verf verspuiten was lange tijd voorbehouden voor de professional, maar al geruime tijd zijn er ook eenvoudigere systemen voor de doe-het-zelver op de markt.
TRADITIONEEL
De traditionele manier om verf aan te brengen, blijft het schilderen met een roller of een borstel. Elektrische gereedschappen zijn een hulpmiddel, maar soms werkt een roller of een borstel nog steeds het snelst. Zeker bij kleine oppervlaktes blijft deze beproefde techniek de absolute winnaar: het werkt nauwkeurig, vergt minder voorbereiding (bescherming, afplakwerk) en bovenal: de meeste mensen hebben er meer ervaring mee dan met het spuiten van verf.
In de keuze voor het systeem zal de grootte van de klus dus van doorslaggevend belang zijn. Voor die enkele muur in je nieuwe keuken wegen de voordelen van een spuitsysteem niet op tegen de kosten en de voorbereiding. Toch kan een elektrisch systeem al interessant zijn vanaf een kleine kamer.
Voor kleinere klussen met moeilijk bereikbare hoeken en kanten kan een spuitbus een mooi compromis vormen. Ze biedt dezelfde fijnere afwerking die typisch is voor het spuiten, en is tegelijkertijd heel wat lager in kostprijs. Uiteraard gebruik je ze slechts voor kleine objecten of retouches.
SPUITEN
Voordelen
Grote voordelen zijn de professioneler ogende afwerking, de hoge werksnelheid en de goede dekking. Daarnaast is een spuit heel goed geschikt om op moeilijker bereikbare plaatsen te komen. Hoeken moeten niet langer met een aparte kwast worden gedaan. Spuiten is ook minder belastend voor de rug en de armen. Dankzij de gelijkmatige aanbrenging van de verf zal je met minder verf een egaal resultaat bereiken, zonder strepen of aanzetten van de verfroller. De droogtijd zal tot slot iets korter zijn. Indien je een tweede laag wil aanbrengen, hoef je ook niet te wachten tot de vorige droog is.
Nadelen
De meeste nadelen zijn makkelijk te overwinnen. Zo is er uiteraard de aanschafprijs van de machine. Indien je veel zal verspuiten, zal je die door de tijdwinst echter snel terugverdienen. Daarnaast zal het verfverbruik per laag iets hoger liggen, maar bij het spuiten heb je doorgaans minder lagen nodig. Het vergt nog iets meer voorbereiding en vooral meer oefening dan conventioneel schilderen.
Welke klus?
Gebruik de verfspuit voor die klussen waarbij de voordelen goed tot hun recht komen: bij het verven van grotere oppervlakken (een volledige kamer), wanneer je een egaal resultaat wil (een plafond) of bij moeilijke vormen (radiator of tuinhout met dieper liggende voegen), of waarbij de nadelen minder van tel zijn (buiten hoef je minder af te plakken).
HVLP OF AIRLESS?
Traditioneel spuiten met behulp van een compressor wordt vandaag niet vaak meer toegepast vanwege het lage rendement. Met een compressor komt er slechts 30% van de verf op de juiste plaats terecht. Het gebruik van de verfspuit die je bij je compressor gekregen hebt, is dus niet zo'n goed idee. Er zijn twee alternatieven: HVLP en airless.
HVLP
De HVLP-techniek maakt gebruik van een lage spuitdruk in combinatie met een sterke luchtstroom, die de verfstraal 'stuurt'. Dat zorgt voor een grote controle en een fijn resultaat. Ze is vooral geschikt voor dunne verven en beitsen. Dikke verf zal verdund moeten worden.
AIRLESS
Airless werkt zonder lucht en met een veel hogere druk. Daardoor werk je een stuk sneller, maar de techniek vraagt iets meer oefening. Probeer eerst een paar vierkante meters uit om de juiste snelheid en houding onder de knie te krijgen. Als je veel spuit (bijvoorbeeld een hele verdieping), loont het zeker de moeite om airless te (leren) gebruiken. De meeste verven hoeven niet verdund te worden, het pistool is lichter (je 'sleurt' geen verfcup mee) en je kan in alle richtingen spuiten.
BESCHERMING
Voor je begint te spuiten, moet je jezelf ook goed beschermen. De fijne verfnevel kan immers schadelijk zijn, als je die inademt. Gebruik daarom altijd een speciaal spuitmasker. Een gewoon stofmasker biedt onvoldoende bescherming. Voor grote klussen kan een wegwerpverfpak een goed alternatief zijn. Spuit enkel in goed verluchte ruimtes en maak zo veel mogelijk gebruik van verf op waterbasis. Ook voor buitenwerk draag je beter een masker.
VOORBEREIDING
Afplakken
Net als bij het traditioneel verven moet je bij het verspuiten van verf de ruimte op voorhand goed afplakken. Dit afplakken zal bij het spuiten wel iets meer tijd vragen: door de rondvliegende nevel krijgen stukken die niet goed afgeplakt zijn, al snel een ongewenst kleurtje. Gebruik niet de traditionele afplaktape, maar een speciale folie die uitrekt. Dat zal je al veel afplaktijd besparen.
Verf verdunnen
Soms moet je de verf of beits verdunnen om vlot te spuiten. Op de verpakking van de verf staat aangeduid hoeveel ze verdund moet worden. Als je al wat ervaren bent, kan je zelf aanvoelen hoeveel je moet verdunnen. Anders zijn er speciale viscositeitsbekers beschikbaar, of mengstokjes met maataanduidingen. Solventgedragen verven moet je doorgaans iets meer verdunnen.
Kies de juiste tip
De tip of spuitkop die het product vernevelt, is een van de belangrijkste onderdelen van het spuitpistool. Kies steeds de juiste spuitkop in functie van de dikte van de verf. Wanneer je heel dunne verf gebruikt, is het belangrijk om een spuitmond met een kleinere opening te gebruiken, anders kan de verf lopen. Voor een minder lopende verf moet de opening dan weer groot genoeg zijn.
Testen
Voor je begint, kan je een uitgebreide test doen. Dat doe je het best op een stuk karton of papier. Je ziet het resultaat van je spuitwerk. Karton of papier heeft ongeveer dezelfde zuigkracht als hout of plaaster. Op die manier kan je de hoek en de sterkte van de straal (HVLP) of de spuitafstand en -snelheid (airless) mooi afregelen in functie van de verf (HVLP).
TECHNIEKEN
Richting
Met het spuittoestel kan je zowel verticaal als horizontaal spuiten. Het hangt af van wat je zelf het makkelijkste vindt. Het enige wat je moet doen, is de spuitstraal afstellen op verticaal of horizontaal. HVLP heeft nog een derde stand voor de hoeken, die een ronde straal produceert. Bij airless spuit je volle muren en hoeken op dezelfde manier.
Stroken
Probeer tussen de stroken steeds een overlapping van zo'n 50% aan te houden. Op die manier ben je zeker van een perfecte dekking.
Afstand
Tijdens het spuiten is het van groot belang om steeds dezelfde afstand (maximaal 20 cm, beter 5 tot 15 cm) ten opzichte van de muur aan te houden, om spuitnevel te vermijden.
Om dezelfde reden is het erg belangrijk om steeds loodrecht te blijven ten opzichte van de muur. Probeer dus niet te zwengelen met je arm. Op die manier vermijd je niet enkel nevel, maar ben je er ook zeker van dat de verflaag overal even dik is. Zo vermijd je verfuitlopers.
Laagdikte
Er is niet echt een gouden regel die bepaalt wat de juiste laagdikte is. Hoeveel verf je in één keer mag aanbrengen, zal voornamelijk van de ondergrond afhangen. Een beetje experimenteren en uitproberen is hier dus de boodschap.
REINIGEN
De meeste verfpistolen zijn gemakkelijk te reinigen. Je kan ze helemaal leegspuiten – zo beperk je verfverlies tot een minimum – en wat er toch in het pistool achterblijft, kan je eruit halen door het te spoelen met white spirit (bij solventgedragen verven) of met water en zeep (bij watergedragen verven). Dat herhaal je vervolgens tot de spuitstraal volledig helder is. Als er nog veel verf in de HVLP-beker achterblijft, giet je die gewoon weer in de emmer.
Daarna vul je de beker met water of white spirit en spuit je door, tot de straal helemaal helder is. Let er vooral op dat je het toestel meteen na gebruik reinigt, om ervoor te zorgen dat de verf niet opdroogt.