WAT IS EEN WARM SPANPLAFOND?
Warme spanplafonds zijn spanplafonds gemaakt uit pvc. Lees hier hoe deze worden gemonteerd en welke problemen dit soort folies met zich kunnen meebrengen.
PVC-FOLIE
Voor spanplafonds uit pvc wordt een dunne folie gebruikt (0,18 mm, 180 g/m²) die in banen met een breedte van 180 à 530 cm aan elkaar wordt gelast. Daarmee zijn er, zonder tussenprofielen, overspanningen tot 15 m mogelijk (in bepaalde gevallen zelfs tot 100 m).
Er bestaan talrijke kleuren en texturen (van mat tot hoogglans, van glad tot daim), en ook speciale vormen en 3D-structuren. De folie voldoet aan hoge brandnormen inzake de ontvlambaarheid (BS1d0) en de rookontwikkeling, maar ze biedt geen brandweerstand.
De meeste fabrikanten van pvc-plafonds beschikken over een gezondheidslabel (bijvoorbeeld het VOC A+-label), wat erop wijst dat er geen giftige gassen vrijkomen uit spanplafonds na of tijdens de plaatsing. Pvc-spanplafonds zijn tegenwoordig ook 100% recycleerbaar, wat hen ook milieuvriendelijker maakt.
MONTAGE
Na opmeting van de ruimte wordt de folie in de fabriek op maat versneden en gelast. Rondom wordt een harpoen aan de folie gelast. De afgewerkte folie is gewoonlijk zo'n 8 à 12% kleiner dan de ruimte.
Ter plaatse worden er aluminium profielen aan de wanden of plafonds bevestigd. Vervolgens wordt de ruimte kort en snel opgewarmd tot 40 of zelfs tot 70 °C (vandaar de benaming 'warme' spanplafonds), waardoor de folie en de harpoen soepel worden en die laatste makkelijk in de profielen in te klemmen is.
Wanneer de ruimte weer afkoelt, krimpt de folie tot de gewenste spanning (35 à 40 kg/m). Er bestaat een grote variatie van beschikbare profielen, waaronder klassieke, zichtbare profielen en 'onzichtbare' profielen die een zwevend effect creëren.
Sommige fabrikanten bieden ook harpoenloze systemen aan. Die maken gebruik van speciale profielen en zijn vergelijkbaar met de inklemming van een polyesterdoek. De ruimte moet dan ook eerst opgewarmd worden.
DOORBORINGEN
Om bijvoorbeeld ventilatieroosters, verlichtingsarmaturen of speakers in het plafond te integreren, wordt een constructie aan het bovenliggende plafond bevestigd. Het doek wordt onder de constructie door gespannen en lokaal verstevigd.
Vervolgens wordt het doek doorboord en aan de extra constructie bevestigd. In principe zijn alle armaturen, roosters, ... zo in te bouwen. Opgelet met spots boven de 50 watt (buitenring heter dan 60 °C)!
MOGELIJKE PROBLEMEN
Mogelijke problemen die kunnen optreden bij spanplafonds uit pvc zijn:
- Een onzorgvuldige opmeting of een gebrekkige plaatsing, waardoor de harpoen kan losschieten.
- Een temperatuurschok in de ruimte kan een nefaste invloed hebben op meubilair (recent geplaatst parket of pleister!).
- Scheuren: door sterke stoten met een scherp voorwerp of zelfs door trillingen ten gevolge van luchtverplaatsingen kan de pvc-folie scheuren (herstelling aan bovenzijde met flinterdun velletje – grote scheuren zijn onherstelbaar). Luchtverplaatsingen zijn door profielen met luchtdrukcompensatie te stabiliseren. Spanplafonds uit pvc zijn overigens niet aangewezen in ruimtes met zware dampkappen of hevige afzuiginstallaties.
- Doorhanging bij waterschade (na de gedeeltelijke demontage en afvoer van water zal de folie haar oorspronkelijke vorm aannemen).