Praktische quick wins voor een renovatie naar een D-label

Als je een woning hebt gekocht met een EPC-score van een E- of F-label, moet je die binnen de vijf jaar renoveren naar een EPC met een D-label. Dat vergt wel wat budget. We geven in dit artikel enkele  praktische “quick wins” om een woning met E- of F-label relatief snel en betaalbaar naar minstens een D-label te brengen.

Renoveren tot een beter EPC-label

Het EPC of energieprestatiecertificaat geeft een theoretische score van de energiezuinigheid van een gebouw aan. Het EPC werkt met een schaal van A+ tot F, uitgedrukt in kWh/m² per jaar. Een woning met label A+ is bijzonder energiezuinig, terwijl label F aangeeft dat er veel energie verloren gaat. 

Koop je in Vlaanderen een woning met een E- of F-label? Dan moet je die verplicht binnen de 5 jaar renoveren tot minstens label D. In Brussel geldt dat het energieverbruik na een grondig renovatieproject maximaal 150 kWh/m² per jaar mag bedragen. In Wallonië worden nieuwe eigenaars van woningen met een energielabel E of F vanaf 2026 verplicht om te renoveren tot label D.

Een EPC-renovatie wordt in theorie best in deze volgorde aangepakt: eerst isoleren (eerst het dak, dan muren/vloer, en dan de ramen), dan verwarmen, en tenslotte hernieuwbare energie toevoegen. Op die manier investeer je slim en bouw je stap voor stap een energiezuinige woning op.

 

Snel naar een D-label

Heb je een woning aangekocht met een E- of F-label en is het renovatiebudget voorlopig beperkt? We geven enkele tips om tot een D-label te geraken op een relatief snelle en budgetvriendelijke manier. De focus ligt op maatregelen met grote EPC-impact, beperkte ingreep en een door de bank genomen goede kosten-batenverhouding.

1. Dakisolatie (meeste impact, vaak doorslaggevend)

Tot 30% van het warmteverlies in een woning gaat via het dak. Dat is niet vreemd, want warme lucht stijgt. Dakisolatie is dan ook bijna altijd de eerste en meest rendabele stap. Idealiter wordt een dak langs de buitenzijde geïsoleerd, maar wanneer dat niet haalbaar is, zijn er ook andere opties:

• De zoldervloer isoleren: zeker wanneer de zolder geen leefruimte wordt, is dit een snelle en relatief goedkope manier om het energieverbruik in de rest van de woning te beperken. Dit is bovendien een ingreep die je als handige doe-het-zelver zelf kan uitvoeren.
• Het dak aan de binnenzijde isoleren: ook dit kan een oplossing zijn zonder dakwerken. Deze aanpak vergt wel extra aandacht qua vochthuishouding en dampremming, maar is eveneens mogelijk in zelfbouw.

2. Spouwmuurisolatie

Grote kans dat een woning met een E- of F-label geen geïsoleerde muren heeft. Als de buitenmuren over een luchtspouw beschikken die geïsoleerd kan worden, is dat ook een ingreep die je best laat uitvoeren.

Voor spouwmuurisolatie zijn er immers geen breekwerken vereist én de werken kunnen in één dag afgerond worden. Met een indicatieve prijs van € 15 tot 30 per m² (afhankelijk van het isolatiemateriaal), gaat het ook om een relatief budgetvriendelijke ingreep voor EPC-winst. Let op: niet elke spouw kan geïsoleerd worden, of het mogelijk is moet altijd eerst vooraf gecontroleerd worden door een expert.

3. Vervangen van enkel glas

Het vervangen van oude ramen en deuren door nieuwe exemplaren met hoogrendementsglas en beter isolerende profielen vraagt vaak een aanzienlijk budget.

Wanneer de bestaande raamkozijnen nog in goede staat zijn, kan je er echter ook voor kiezen om enkel het glas te vervangen en de kaders voorlopig te behouden. Enkel glas weegt immers zwaar door in de EPC-score, en deze ingreep is minder ingrijpend dan het volledig vervangen van ramen.

En de verwarming?
Draait de woning die je hebt gekocht nog op een oude gasketel (al dan niet condenserend)? Dan is het vervangen van die ketel door een nieuwe condensatieketel in theorie ook een relatief goedkope ingreep, maar op de lange termijn is het beter om de installatie te vervangen door een (in aanschaf duurdere) warmtepomp, of een warmtepomp bij te plaatsen zodat je een hybride systeem hebt.

4. Basisventilatie voorzien (vaak vergeten maar belangrijk)

Als je isoleert, moet je ook ventileren om het binnenklimaat gezond te houden.  Een centraal ventilatiesysteem vraagt vaak een groter budget en ingrijpende werken, maar er zijn ook laagdrempelige alternatieven.

Zo kan je al winst boeken door:

• ventilatieroosters te plaatsen boven ramen in droge ruimtes (bij voorkeur eerst in leefruimtes en slaapkamers),
  en/of decentrale ventilatoren te voorzien in natte ruimtes zoals keuken of badkamer.
• Wanneer het mogelijk is om afvoerkanalen in te werken, kan je ook kiezen voor een vraaggestuurd en automatisch ventilatiesysteem type C. Er bestaan systemen die geschikt zijn voor plaatsing door de doe-het-zelver.

5. Kleine maar slimme ingrepen

Door enkele kleine ingrepen zelf te doen, kan je het energieverbruik in je woning reeds beperken. Deze ingrepen hebben afzonderlijk dan wel niet meteen een invloed op de EPC-score, je zal wel een winst boeken op je energiefactuur;

• Leidingen isoleren
• Oude radiatorkranen vervangen door thermostatische radiatorkranen
• Oude thermostaat vervangen door een programmeerbare thermostaat
• Kierdichting (deuren, ramen)

Tip
Laat altijd vooraf een simulatie maken door een EPC-deskundige. Soms is één ingreep (bv. dakisolatie) al voldoende om net over de D-grens te gaan.