Verhuur werfkast kan extra omzet genereren
Hoeveel keer heeft een doorsnee gezin een werfkast nodig? Eén keer, hooguit twee keer? In elk geval is dat te weinig om een aankoop te rechtvaardigen, waardoor ze vragende partij zijn om dit type installatie te huren. Vaak richten ze zich daarvoor tot hun elektricien, maar die moet ze veelal doorverwijzen naar de verhuurbedrijven. En dat is zonde.

Prijszetting
Wie weinig vertrouwd is met verhuren, is wellicht wat terughoudend omwille van de extra administratie, de vrees voor beschadiging aan het materiaal en mogelijke discussies achteraf. Toch loont het zeker de moeite om te bekijken of het voor uw bedrijf en in uw regio de moeite loont, want er blijken grote verschillen tussen de dekking van de huidige aanbieders.
Hou rekening met alle kosten die tijdens de complete levensduur zullen opduiken
Wie start met verhuren kan de klassieke fout maken om de huurprijs enkel te berekenen op de aankoopprijs en het aantal voorziene uitleenbeurten. Daarmee doet u uzelf evenwel te kort. Hou rekening met alle kosten die tijdens de complete levensduur zullen opduiken: onderhoud, plaatsing, herstellingen, vervangcomponenten vernieuwen, assistentie, verplaatsingen, diefstal …
Omdat klanten weinig vertrouwd zijn met werfkasten, zitten ze bovendien met heel veel vragen over aansluitingen, keuze en keuringen, laat staan dat ze op de hoogte zijn of er nu een 400V + N, 3 x 230V of monofasig 230V net aanwezig is. Er kan dus ook wel wat extra tijd nodig zijn voor informatieverstrekking, die u ook moet meerekenen bij de prijsbepaling.

Aandachtspunten
Het verhuur en gebruik van een werfkast mag dan eenvoudig lijken, toch zijn er wel wat addertjes onder het gras. Zo zien werfkasten tijdens renovatiewerken wel eens af. Ze staan vooreerst quasi altijd buiten, met alle bijhorende risico’s van dien (waterinsijpeling, roestvorming en aanrijding door voertuigen), maar ook het gebruik zelf gebeurt niet altijd even oordeelkundig. Zo vormt het frequent gebruik van zwaar materiaal (slijpschijven, betonmolens, kraan, drilboren …) een bijkomende belasting voor de componenten en bekabeling. Werfkasten worden - i.t.t. vaste kasten - ook veel verplaatst. Dat leidt makkelijker tot afgebroken aardingspennen in de stopcontacten, loshangende stopcontacten, kastdelen die niet goed meer aansluiten, beschadigingen aan de behuizing ... Hou er dus rekening mee dat de inhoud en behuizing van een werfkast sneller kan slijten dan die van een standaard elektriciteitskast.
Werfkasten blijken gegeerd te zijn door personen die het niet nauw nemen met andermans eigendom
Tot slot vermelden we nog het risico op diefstal, werfkasten blijken nogal gegeerd te zijn door personen die het niet zo nauw nemen met andermans eigendom. Ze zijn extra kwetsbaar omdat er op werven vaak weinig tot geen sociale controle is na de werkuren, en ze zijn bovendien makkelijk verplaatsbaar.

Contract
Met het voorgaande in het achterhoofd is het opstellen van een waterdicht contract geen overbodige luxe. Daarin worden alle verplichtingen en rechten van beide partijen beschreven, wat onnodige discussies vermijdt. Maar wat moet daar nu allemaal instaan?
Naast de logische zaken zoals gegevens van huurder en verhuurder, verhuurprijs, verhuurperiode en handtekeningen denkt u ook best aan het volgende:
- Beschrijving van de kast (grootte, merk, type)
- Technische inhoud van de kast (aantal monofasige/driefasige stopcontacten, amperage, differentieel)
- Eventuele meegeleverde onderdelen (aardingsstaven, afdekking, staander, extra bekabeling …)
- Afspraken rond transport en plaatsing
- Afspraken rond de verplichte keuring, vermeld zeker dat de kosten ten koste van de klant zijn
- Betalingsafspraken: Vermeld niet alleen de betalingstermijn, maar denk eraan om een zekere waarborg te vragen, zelfs al is de huurperiode voor een korte duur.
- Vermeld wat de nieuwprijs is van de werfkast en de aparte onderdelen en vermeld dat deze aangerekend worden bij onherstelbare schade
- Vermeld administratieve kosten bij laattijdige betaling
- Neem een clausule op waarin de verhuurder zich ertoe verbindt eventuele schade onmiddellijk te melden
- Denk er tot slot ook aan dat het contract altijd in tweevoud moet worden opgemaakt.

‘De’ werfkast bestaat niet
Het woord 'werfkast' staat niet in het AREI, wel spreekt men eerder over tijdelijke installaties. Zo luidt het in Boek 1 als volgt: Een tijdelijke installatie is een installatie die enkel een beperkte duur heeft zoals:
- een installatie die voor inrichtingen van beperkte duur bestemd is, die buiten het voorziene toepassingsgebied van ruimten vallen hetzij een installatie die zich regelmatig herhaalt (bijvoorbeeld, foorinstallaties bedoeld in hoofdstuk 7.11.);
- een installatie die voor de uitvoering van bouwwerken van gebouwen en dergelijke bestemd is (bijvoorbeeld, werfinstallaties bedoeld in hoofdstuk 7.4.). In beide gevallen is een keuring van de installatie verplicht, iets wat klanten weleens verkeerdelijk interpreteren als de verplichte keuring van hun huishoudelijke installatie.

Technische vereisten
In hoofdstuk 7.4 wordt er verder ingegaan op de diverse vereisten voor de opbouw. Zo geeft men de uitwendige invloeden mee voor elektrische buiteninstallaties en werfinstallaties:
- BB2 wat betreft de toestand van het menselijk lichaam
- AD2 tot AD4 voor aanwezigheid van water
- BC3 voorcontact met de aardpotentiaal
Over de contactdozen luidt het dat zij moeten worden beschermd tegen mechanische beschadiging. Ze moeten geplaatst worden aan de binnenzijde van schakel- en verdeelborden die geen enkel risico van omkanteling mogen vertonen. Ze moeten, indien nodig, ook gemakkelijk verplaatst kunnen worden. Indien noodzakelijk kunnen ze ook op vaste steunpunten worden vastgeankerd.

Hoe aansluiten?
‘De aansluitingskabel wordt geleverd en geplaatst door de bouwheer.’ Dat is de eerste zin uit de voorschriften van de netbeheerder en geeft meteen al voer voor discussie. Wie niet vertrouwd is met werfkasten, denkt vaak verkeerdelijk dat de installateur van de kast ook alle voorzieningen daarvoor plaatst. Duidelijke afspraken zijn dus zeker nodig. We merken dat gebruikers vaak ook geen flauw benul hebben van de benodigde stroomsterkte op hun werf en van het verschil tussen een tijdelijke en een definitieve aansluiting. Als de tijdelijke aansluiting later ook dient voor de definitieve aansluiting, moet die uiteraard worden geplaatst conform de voorschriften voor een definitieve aansluiting.
Is de tijdelijke aansluiting niet de basis voor de latere definitieve aansluiting, dan zijn er specifieke regels voor de inplanting van de voorlopige werfkast. Deze zijn afhankelijk van het type aansluiting:
- Aansluiting vanaf een bovengronds net aan de kant van de woning
- Aansluiting vanaf een bovengronds net aan de overkant van de straat
- Aansluiting vanuit een cabine of laagspanningsverdeelkast
Wat ook het type aansluiting is, spreek altijd de juiste locatie van de werfkast af met de distributienetbeheerder. Vraag aan de gebruiker ook het inplantingsplan van de woning t.o.v. de rooilijn en een situatieplan waar de nutsbocht zich bevindt (garage, berging ...). Zo is er geen ruimte voor discussie en onnodige kosten achteraf.
De technische specificaties van een werfkast zijn eveneens eerder logisch te noemen: beantwoorden aan de NBN-normen ter zake en het AREI. Zorg er ook voor dat er een ruimte van (H x B x D) 700 x 300 x 270 mm voorzien is voor de meterkast type 25S60 van de distributienetbeheerder.
Bij de verbinding van de aansluitscheider moeten de volgende voorschriften worden gerespecteerd:
- het aanspankoppel voor de aansluitscheiders bedraagt 6 à 9 Nm (T-inbussleutel 5 mm);
- de aansluitingskabel wordt altijd onderaan verbonden;
- de volgorde voor de aansluiting is van links naar rechts L1-L2-L3-N;
- op de onderzijde van de aansluitscheider dient steeds het meegeleverde isolatieschot geplaatst.
Let er tot slot ook op dat sinds kort een veiligheidsslot vereist is. Kasten die kunnen worden geopend met een vrij verkrijgbare standaardsleutel, kunnen dus in principe worden afgekeurd.