ad
DakbedekkingenPremium

De opbouw van een hellend dak

opbouw hellend dak kopfoto

Heb je een dakrenovatie waarbij je een hellend dak volledig moet heropbouwen? Dan wapen je die voor de toekomst en kies je voor een sarkingdak of een warm geïsoleerd dak. We leggen je uit hoe de opbouw van een dergelijk dak eruitziet.

 

De dakconstructie

Wanneer we het hier over een hellend dak hebben, spreken we hoofdzakelijk van een zadeldak waarbij twee tegen elkaar geplaatste dakschilden elkaar snijden in de nok. Uiteraard bestaan er nog andere hellende dakvormen, maar de opbouw verloopt op eenzelfde manier.

De basis voor een hellend dak - de dakconstructie - bestaat vrijwel altijd uit hout. Er bestaan grotendeels twee soorten constructies: een spantendak of een gordingendak. We leggen het verschil uit tussen beide.

voorbeeld gordingendak

Spantendak of gordingendak?

Zowel spanten als gordingen vormen de basis voor de opbouwstructuur van een hellend dak.

Gordingendak

Bij een gordingdak vormen lange balken de basis. Deze balken of 'gordingen' lopen horizontaal in de langsrichting van het dak - evenwijdig met de dakgoot. De balken worden doorgaans op anderhalve meter van elkaar geplaatst, maar de effectieve tussenafstand is afhankelijk van de helling van het dak. Dit wordt a priori bepaald door de architect. De gordingen zelf worden ingemetseld in de tegenoverstaande muurplaten. Die muurplaten zijn aan het metselwerk vastgemaakt en dragen in feite de dakconstructie. 

Op de gordingen worden vervolgens dakkepers bevestigd. Dit zijn verticale latten die van de nok naar de onderkant van het dak lopen. Daarom worden gordingdaken overigens ook vaak 'keperdaken' genoemd. Het totaal van de muurplaten, gordingen en kepers vormt vervolgens het dakgebinte. Op de kepers wordt vervolgens het onderdak geplaatst, gevolgd door de isolatielaag en uiteindelijk de dakbedekking.

spantendak voorbeeld

Spantendak

Een spantendak of sporendak houdt in dat er houten balken verticaal worden geplaatst, vanaf de muurplaat onderaan tot in de nok, het hoogste punt van het dak. Deze balken worden op regelmatige afstanden van elkaar geplaatst, ongeveer om de halve meter.

Het gaat hier veelal om een prefab dakstructuur die vooraf in de fabriek gemaakt wordt en vervolgens op de werf wordt vastgemaakt. Een spantendak is vaak de betere optie wanneer er grotere overspanningen gemaakt moeten worden. Het gaat immers om een zelfdragende structuur.

opvulbeeld dakopbouw

Welk hout gebruiken?

Voor dakconstructies wordt er veelal een beroep gedaan op zachte houtsoorten zoals douglas of vurenhout. 

hout voor de gordingen

Douglas of Oregon

Als je een gordingendak wilt (laten) plaatsen, dan is douglas de duurste, maar ook de interessantste optie. Douglas balken zijn namelijk beschikbaar in grotere lengtes dan de andere gangbare houtsoorten voor daktimmerwerk. Het hout moet wel geïmpregneerd (chemisch behandeld) zijn, of achteraf behandeld worden met een beschermingsproduct. Deze houtsoort valt onder duurzaamheidsklasse 3 en gaat, als het onbehandeld is, 10 tot 15 jaar mee.

Vurenhout

Een andere vaakvoorkomende optie voor dakconstructies is vurenhout. Onbehandeld gaat vurenhout 5 tot 10 jaar mee (duurzaamheidsklasse 4). Ook hier geldt dus de voorwaarde dat je enkel voorbehandeld hout gebruikt voor een dak. Vurenhout is een relatief goedkoop en makkelijk te verwerken houtsoort dankzij zijn lichte gewicht. 

dakhout wordt behandeld

Grenenhout

Grenen is vergelijkbaar met vurenhout en wordt eveneens vaak gebruikt voor dakconstructies. Het is iets duurzamer dan vurenhout, maar valt over het algemeen wel binnen dezelfde duurzaamheidsklasse. Ook hier is het belangrijk om het hout te impregneren of te behandelen. Voor gordingen is grenen minder geschikt als je lengtes wil overspannen van meer dan 6 m.

Zelfdragende dakelementen

Tegenwoordig winnen zelfdragende dakelementen steeds meer aan populariteit. Denk aan bijvoorbeeld sandwichpanelen, waarbij tussen twee dakplaten isolatiemateriaal ingesloten zit, samen met kepers of houten latwerk. Mogelijk zijn in de elementen ook reeds het dampscherm, het onderdak, de tengellatten en een binnenafwerking geïntegreerd. Deze komen rechtstreeks op de gordingen van het dak te liggen.

De horizontale gordingenstructuur moet uiteraard voldoende stevig zijn om de isolerende zelfdragende dakpanelen te ondersteunen. Daarvoor zijn de dikte van de gording, de dragende structuur en de gekozen dakbedekking van doorslaggevend belang.

dakelementen zelfdragend

De isolatielaag

Tegenwoordig is dakisolatie de norm bij elk nieuwbouwproject. Ook voor renovaties wordt er volop gestimuleerd om het dak te isoleren. De meest vooraanstaande methode van dakisolatie bij een hellend dak is het sarkingdak, waarbij de isolatie aan de buitenzijde van het dak wordt geplaatst, tussen het onderdak en de dakbedekking.

dampscherm maar dan koude isolatie

Het dampscherm

Bij een sarkingdak wordt eerst een dampscherm aangebracht, alvorens de isolatielaag wordt geplaatst. Het dampscherm is altijd luchtdicht en zal voorkomen dat vochtige binnenlucht in het isolatiemateriaal indringt.

Bij een spantendak wordt het dampscherm aangebracht op de spanten, maar vaak zit er tussen de spanten en het dampscherm nog een beplanking van OSB of multiplex. Bij een gordingdak wordt er ook vaak met een dergelijke beplanking gewerkt. Het dampscherm kan dan ofwel worden aangebracht op plaatmateriaal met de kepers daarbovenop, ofwel wordt eerst de beplanking geplaatst, dan de kepers en dan het dampscherm.

Het scherm mag dus zowel boven de kepers als eronder komen. Het is vooral belangrijk dat het scherm kierloos aansluit op alle aanpalende constructie-elementen om koudebruggen te vermijden.

dampscherm wordt afgetapet

Soorten dampschermen

Dampschermen zijn in verschillende vormen te vinden. Aluminium wordt vaak gebruikt. Veel hardschuim isolatieplaten zijn standaard uitgerust met een aluminium cachering aan beide zijden om vocht te weren. In andere gevallen wordt een polyethyleen folie of folie met een bitumineuze samenstelling gebruikt. 

Dampdicht of dampremmend?

Een dampscherm kan dampdicht of dampremmend zijn. Het onderscheid tussen een dampdicht en een dampremmend dampscherm ligt in de mate waarin vocht door de folie kan dringen. Dampdichte folie is vaak, maar niet altijd de beste optie. Wanneer de buitenste laag ook dampdicht is, zoals bijvoorbeeld bij bitumen dakbedekking, zal vocht juist worden ingesloten, wat kan leiden tot vocht- en schimmelproblemen in de constructie. Bij twijfel haal je er best een professional bij.

Lees hier meer over dampschermen.

dakbschot met dampscherm

De isolatielaag zelf: welke materialen?

Hardschuimplaten

Een sarkingdak isoleren kan met PUR- en PIR-platen, maar bijvoorbeeld ook met resolhardschuimplaten. De resolpanelen zijn eventueel uitgerust met een geïntegreerde onderdakfolie en zelfklevende overlappingen.

hardschuimplaten dakisolatie

Isolatieplaten bieden mogelijk ook al een tand-en-groefsysteem voor een makkelijke installatie. Daar kepers en spanten bij hellende daken ook een lichte koudebrug kunnen vormen als de isolatie daartussen steekt, zijn bepaalde PIR-platen uitgerust met ingebouwde houten verstijvers, waarbij er nog een laag PIR zit tussen de verstijver en de tengellat waarmee het paneel wordt vastgeschroefd.

Wanneer er wordt gewerkt met kunststof platen wordt purschuim vaak aanvullend gebruikt ter afwerking voor de gaatjes die de platen op zichzelf niet kunnen opvullen.

Lambdawaarde (W/mK)
Wanneer je gaat isoleren, moet je rekening houden met de lambdawaarde van het materiaal. Hoe hoger de lambdawaarde, hoe hoger de bekwaamheid van het product om warmte te geleiden en hoe minder goed het dus isoleert. PUR heeft een lambdawaarde van 0,022 tot 0,028 W/mK, bij PIR ligt dat tussen de 0,018 en 0,026 W/mK. Resol heeft lambdawaarden rond 0,020 of zelfs 0,018 W/mK. Let op: de lambdawaarde kan van merk tot merk verschillen.

Bio-ecologische materialen

Naast traditionele isolatiematerialen zoals wol en hardschuimplaten, kunnen ook bio-ecologische materialen zoals ingeblazen cellulosevlokken, kurk- en hennepplaten worden gebruikt.

hoe dik moet je isoleren?

Hoe dik moet je je dak isoleren?

De dikte van de isolatie voor het dak (en bij uitbreiding, andere constructiedelen zoals de vloer en de muren) hangt af van het beoogde E- en S-peil. Daarnaast speelt de lambdawaarde van het isolatiemateriaal uiteraard een belangrijke rol. Op basis daarvan geven we een richtlijn. Hoe dik je effectief moet isoleren, laat je altijd bepalen door een professional.

In een nieuwbouwwoning

Volgens de huidige eisen - de BEN-norm - moet een nieuwbouwwoning een E-peil van maximaal E30 hebben en een S-peil van maximaal S28. In een BEN-woning moet elk constructiedeel - dak, vloer en muren - voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde van 0,24 W/m²K. De U-waarde slaat op de isolatiewaarde van een volledig constructie-onderdeel.

Als je een hellend dak isoleert met PIR- of PUR-platen, moet je rekenen op een dikte van 10 cm. Als je met ingeblazen cellulose werkt, heb je een laag van 16 cm nodig. Als je een hellend dak wilt isoleren met minerale wol (die van binnenuit wordt geplaatst), heb je een dikte van 15 cm nodig.

In een lage-energiewoning

Om gecategoriseerd te worden als een lage-energiewoning, mag het E-peil niet meer dan E30 bedragen en het S-peil niet meer dan S25. Dat komt neer op een maximaal toegelaten U-waarde van 0,20 W/m²K. Dat komt neer op een isolatielaag van 11 cm voor wie met PIR/PUR werkt, 19 cm voor ingeblazen cellulose en 18 cm voor minerale wol.

In een passiefhuis

Om als passiefhuis beschouwd te worden, moet er dikker geïsoleerd worden. Het is immers de bedoeling dat er niet actief gekoeld of verwarmd moet worden. De maximaal toegelaten U-waarde van dak, vloer en muren bedraagt hier 0,15 W/m²K. Dit betekent dat de volgende isolatiediktes nodig zijn: 15 cm voor PIR/PUR-platen, 25 cm voor ingeblazen cellulosevlokken en 23 cm voor minerale wol.

onderdakplaten of onderdakfolie

Het onderdak: folie of platen

Bovenop de isolatie wordt een beschermende dampopen onderdakfolie aangebracht. Een dampopen folie zorgt ervoor dat vocht vanuit de constructiedelen kan verdampen naar buiten toe. Zo'n folie is dampopen, maar volledig waterdicht. Sommige merken bieden overigens isolatieplaten voor een sarkingdak met het onderdak er reeds op gelijmd. 

Naast folie - of in combinatie met folie - wordt er ook vaak geopteerd voor kunststof onderdakplaten. Dit is een vaak gebruikte optie wanneer er met gespoten dakisolatie als cellulosevlokken wordt gewerkt. Dergelijke platen zijn van polypropyleen of polyethyleen gemaakt. Er bestaan ook meer rigide onderdakplaten van vezelcement of houtvezels.

tengellatten en panlatten

Tengellatten en panlatten

Op het onderdak worden vervolgens de tengellatten gemonteerd. Dit zijn dunne latjes, meestal gemaakt van geïmpregneerd grenen- of vurenhout, die verticaal op het onderdak worden gemonteerd. Als je het dak uiteindelijk bedekt met dakpannen of dakpanplaten, komen op de tengellatten nog de horizontale panlatten terecht. De afstand tussen de tengellatten onderling wordt bepaald aan de hand van het formaat van de dakpannen of dakpanplaten.

De dakbedekking

Een hellend dak wordt het vaakst bedekt met dakpannen of dakpanplaten. Er zijn uiteraard nog meer mogelijkheden, zoals dakleien, een rietdak of metalen dakbedekking. Daarover kan je hier meer lezen. 

dakpannen worden vastgemaakt

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
ad

Ontdek vorige edities