Vernis of olie aanbrengen bij houten trappen
Door een laag vernis (satijn, mat, kleurloos of glanzend) aan te brengen, wordt het hout beter beschermd tegen slijtage. Olie dringt helemaal binnen in het hout en heeft zo een beschermende, voedende en doordringende werking.
Aanbrengen van vernis
In eerste instantie moet de trap afgeschuurd worden. Dat gebeurt het best met schuurpapier P180. Het hout wordt daarop fijngeschuurd in de richting van de houtnerf. De bovenkant van de traptreden kan geschuurd worden met behulp van een vlakschuurmachine. Om een goede hechting van de vernis te garanderen, moet de trap daarna stofvrij gemaakt worden met een zachte borstel. Vervolgens wordt de trap ontvet via een synthetische thinner. Die kan aangebracht worden met een niet-pluizende doek. Daarna is het zaak om de trap goed te laten uitdrogen. Eenmaal gedroogd, kan de grondlaag aangebracht worden. Belangrijk hierbij is dat het vernis goed verdeeld wordt over het oppervlak. Rol een laatste maal zachtjes in de richting van de houtnerf voor een egaal resultaat. Na het drogen van de grondlaag wordt de trap lichtjes opgeschuurd met schuurpapier P220 en vervolgens ontstoft. Ten slotte kan de definitieve vernislaag aangebracht worden. Die moet goed opgeroerd worden om glansverschillen te vermijden. De vernis wordt op dezelfde manier aangebracht als de grondlaag. Eventueel kan er na droging een tweede laag toegevoegd worden voor extra bescherming. Er zijn bovendien vernissen op de markt met een antislipgranulaat, waardoor de veiligheid verhoogd wordt.
Aanbrengen van olie
Bij het aanbrengen van olie is het de vakman aan te raden om de eerste laag olie te verdunnen, zodat ze beter in het hout trekt. De verdunde olie kan dan aangebracht worden met een verfkwast of -rol. Vervolgens masseer je de olie in het hout met een sponsje tot het hout volledig verzadigd is. Dat kan enige tijd in beslag nemen, maar moet voor elke trede even zorgvuldig gebeuren.
Als de eerste laag droog is, kan een tweede laag op het trapoppervlak aangebracht worden. De werkwijze is dezelfde als bij de eerste laag, alleen wordt nu onverdunde olie gebruikt. Tot slot behandel je de trap nog eens met water en zeep (verhouding zeep/water = 1/40). Verstuif het mengsel over de trap en wrijf het in met een doek.
Belangrijk: gooi de doeken waarmee je de trap hebt ingewreven, niet zomaar weg. Doeken die doordrongen zijn van olie, kunnen immers spontaan ontbranden. Na gebruik moeten de doeken dus ondergedompeld worden in water, alvorens ze weg te gooien.
Van olie naar vernis – en omgekeerd?
Onmiddellijk een vernis over olie aanbrengen is sterk af te raden omdat de hechting van vernis op olie meestal niet zo goed is. Wie toch wil omschakelen van olie naar vernis, moet enkele stappen doorlopen. In eerste instantie moet de aangebrachte olie minstens vier weken de tijd krijgen om uit te harden. Daarna moet het hout grondig gereinigd worden en moeten die zeeplagen nadien verwijderd worden.
Het hout schuurt men het best driemaal: eenmaal met korrel P80, daarna P100 om te eindigen met P120. Na het ontstoffen kan de vloer gevernist worden. Omgekeerd, van vernis naar olie, kan ook. Daarvoor dient de vakman eerst alle vernis weg te schuren tot op het blote hout, vooraleer de vloer te behandelen met olie.
