Warmtepompmarkt herleeft: verkoop stijgt met 16%
Herwonnen vertrouwen in duurzame verwarmingstechnologie
De Belgische markt voor warmtepompen toont opnieuw groeisignalen. Uit gezamenlijke cijfers van Climafed en Frixis blijkt dat in het eerste semester van 2025 16% meer verwarmingswarmtepompen werden verkocht dan in dezelfde periode vorig jaar. Na een moeilijk 2023 en een aarzelend 2024 is dit een belangrijk keerpunt voor de sector.
Groei in alle segmenten: monobloc en geothermie sterk in de lift
Volgens Patrick O, verantwoordelijke Public Affairs bij Climafed, bevestigen de nieuwe cijfers wat al langer voelbaar was op het terrein: “We zien dat consumenten en installateurs opnieuw met overtuiging kiezen voor warmtepompen.”
De meeste groei werd opgetekend bij de lucht/water-warmtepompen, waar vooral de monoblocsystemen een sprong van +47% maakten. Ook water/water- en bodem/water-warmtepompen (geothermische systemen) kenden een heropleving met een stijging van +37%. In totaal werden in de eerste 6 maanden van 2025 17.800 verwarmingswarmtepompen verkocht, tegenover 15.350 in diezelfde periode vorige jaar.
“Daarnaast herwint ook de lucht/lucht-warmtepomp stilaan haar plaats in het verwarmingsdebat”, aldus Patrick O. Deze technologie, vaak nog ten onrechte gezien als puur aircotoestel, wordt almaar vaker erkend als volwaardige verwarmingsoplossing. In vele woningen waar lagetemperatuurverwarming moeilijk haalbaar is of waar decentrale verwarming aanwezig is, kunnen lucht/lucht-systemen een eenvoudige en rendabele oplossing bieden. Let wel: voor optimaal comfort en rendement is voldoende luchtdichtheid van de woning cruciaal.”
Beleidskader als katalysator
De heropleving van de markt komt niet uit het niets. Beleidsmaatregelen op Europees, federaal en Vlaams niveau versterken elkaar en creëren samen een gunstig klimaat voor investeringen in duurzame technologieën. “Het beleid stuurt duidelijk richting elektrificatie en toekomstgerichte verwarming,” aldus Herwig Coppens, voorzitter van Frixis. “De tools zijn er, nu moeten we de uitrol versnellen.”