"weg richting 2050 is er ook EEn van opportuniteiten"

Welke weg volgen we richting 2050? Dat is dé vraag die menigeen bezighoudt, niet het minst in deze sector. Zo ook bij sectororganisatie FEBEG. We spraken met general manager Marc Van den Bosch en communication manager Stéphane Bocqué over hun visie op de energietransitie. "Zowel klanten als installateurs zullen de juiste vragen moeten stellen."
WAT IS FEBEG?
FEBEG, de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven, werd opgericht in april 2004, toen de energiemarkt werd geliberaliseerd. Leden zijn grote en minder grote energieleveranciers, elektriciteitsproducenten en spelers uit de gassector.
“Onze doelstellingen zijn de marktwerking bevorderen en ervoor zorgen dat er een competitieve omgeving is voor onze leden”, zegt Van den Bosch. “We richten ons daarbij op alles wat met energieproductie te maken heeft, de groothandelsmarkten van energie, de retailmarkten en de gasmarkt. Daarnaast is er nog een stuk communicatie, en als federatie mogen we uiteraard het sociale aspect ook niet vergeten: de loons- en arbeidsvoorwaarden in de sector zijn een belangrijk aandachtspunt.”
De energietransitie
“Het idee van de energietransitie zit er bij ons wel al redelijk lang in", zegt Van den Bosch. "We weten al langer dat die evolutie onomkeerbaar is. Als we als maatschappij klimaatneutraal willen worden in 2050, dan moeten we het verbruik van fossiele brandstoffen aan banden leggen. FEBEG wordt ook meer en meer erkend als een spreker op dat vlak, wat wel positief is.”
“De energietransitie is een complex gegeven dat zich op vele domeinen manifesteert. Eén daarvan is bijvoorbeeld de productie van hernieuwbare energie. We besteden daar de laatste jaren steeds meer aandacht aan, omdat onze leden daarbij ook met praktische beslommeringen zitten, zoals vestigingsvoorwaarden om windmolens te plaatsen of de verschillende steunsystemen van de overheid.”
Marktwerking
“Er wordt uiteraard al langer gebruikgemaakt van hernieuwbare energie, maar je ziet dat de invloed op de marktwerking nu steeds groter wordt. Onze leden vertrekken meer en meer vanuit de idee dat de klant zelf producent wordt van zijn energie. Bovendien zorgt de toenemende digitalisering ervoor dat consumenten meer betrokken zijn bij hun energiegebruik. De rol van energieleveranciers evolueert zo naar een rol als ‘energiedienstenleverancier’.”
maatschappelijke en Organisatorische uitdagingen
FEBEG beseft als geen ander dat net die complexiteit zorgt voor heel wat maatschappelijke en organisatorische uitdagingen. “Denk bijvoorbeeld maar aan de elektrificatie van het verkeer. De eerste vraag daarbij is natuurlijk de beschikbaarheid van voldoende laadinfrastructuur, maar er zijn ook vragen over hoe de overheid zal omgaan met de daling van de inkomsten van accijnzen op benzine en diesel."
"Ook de bevoorradingszekerheid is voor ons een belangrijk aandachtspunt. Als elektrificatie een deel van de oplossing moet zijn richting klimaatneutraliteit, dan moet je er natuurlijk wel voor zorgen dat je voldoende stroom hebt en dat je die op de juiste momenten kan aanbieden.”

De rol van gas
Een van de grootste vragen van energietransitie is: hoe gaan we onze gebouwen verwarmen in 2050? Zeker in Vlaanderen en Brussel heeft gas nog een heel groot aandeel. Geraken we daar vanaf? “Ik denk dat het een illusie is om te zeggen dat dat in 2050 helemaal verdwenen zal zijn. Maar het zal wel met veel minder moeten, en vergroening van gas zal belangrijk worden, bijvoorbeeld door CO₂ af te vangen en op te slaan met biogassen. Waterstof kan misschien ook een deel van de oplossing zijn, al zal dat wellicht eerder gebruikt worden in de industrie dan in de gebouwverwarming. Hoe dan ook: iedereen beseft wel dat we gebruik van fossiele brandstoffen sterk moeten verlagen en naar koolstofneutraliteit moeten, ook onze leden die in de gassector actief zijn. De grote discussie is: welke weg volgen we ernaartoe en hoe snel kan je bepaalde stappen nemen? Hoe gaan we ons als maatschappij organiseren en hoe gaan we die transitie financieren?"
“Iedereen beseft wel dat we naar koolstofneutraliteit moeten, ook onze leden die in de gassector actief zijn. De grote discussie is: welke weg volgen we ernaartoe en hoe snel kan je bepaalde stappen nemen?
Versnelling hoger schakelen
De weg richting 2050 is er ook een van opportuniteiten, vindt Stéphane Bocqué. “De energietransitie benadert meer en meer de eindconsument. Want hoe is die transitie begonnen? Met de vergroening van de elektriciteitsmix in Europa. Die trend zet zich voort zonder problemen. Maar als we de klimaatdoelstellingen willen halen, moeten we een versnelling hoger schakelen. En dan komen er andere sectoren in beeld, met name transport en de verwarming en koeling van gebouwen. Dat is belangrijk voor de consument, want het zullen de gebouweigenaars zijn die hun huizen energie-efficiënt zullen moeten maken. En daar hoort elektrificatie bij, omdat elektriciteit nu eenmaal veel efficiënter is dan fossiele brandstoffen. Dat is een proces dat vele jaren zal duren, en het biedt opportuniteiten voor onze sector en voor de installatiesector.”


Economisch aspect
“Dingen doen bewegen bij de consument is dé uitdaging voor de komende jaren", aldus Bocqué. "Zowel in mobiliteit als in gebouwverwarming, en telkens met twee pijlers: verbruik verminderen en zelf investeren in productie, en slimme en efficiënte systemen gebruiken, zoals een warmtepomp of een elektrische auto. We spreken vandaag veel over de hoge energieprijs. Die is natuurlijk voor niemand aangenaam. Maar de boodschap is wel duidelijk: consumeer minder energie. En dat kan in het begin met kleine ingrepen, op lange termijn met grotere ingrepen. De overheid heeft daarin ook een belangrijke rol te spelen, door haar beleid te shiften van steun aan energieafname naar steun aan energiebesparing.”
Betaalbaarheid
Om die consument mee te krijgen in het verhaal is betaalbaarheid misschien wel het belangrijkste aspect. Die zal voor een stuk te maken hebben met de energie-efficiëntie, zegt Van den Bosch. "We moeten ervoor zorgen dat het aandeel van verwarming in de energieconsumptie veel kleiner wordt. Dat kan in de eerste plaats door te isoleren, maar ook het verwarmingssysteem dat je gebruikt, is belangrijk. En dat is een heikel punt, want zal elke klant die transitie zelf kunnen financieren? Daar zijn toch heel wat twijfels over, want de beschikbare middelen en het leenvermogen van veel mensen zijn niet altijd zo groot. Wij hebben al voorstellen gedaan voor een lening die je kan afbetalen met de besparing die het verwarmingssysteem je oplevert, maar die blijft wettelijk beperkt tot vijf jaar, waardoor je er in de praktijk niets aan hebt. Mocht de wetgeving daar wat soepeler in zijn, kan je volgens mij energie-efficiëntiemaatregelen laten terugbetalen door de opbrengst op langere termijn.”

Kwaliteit van woningen
Een verminderde energie-afname kan enkel in een goed geïsoleerde woning. Er zou daarom nog veel meer moeten worden ingezet op de kwaliteit van de woningen, vindt Van den Bosch. “Je kan niet over betaalbaarheid spreken als je met slecht geïsoleerde – al dan niet sociale – woningen blijft zitten. Dat is essentieel om draagvlak te creëren, anders krijg je natuurlijk taferelen zoals de gele hesjes.”
“Ik denk dat alle stakeholders – de overheid, de installateurs, de energieleveranciers – de plicht hebben om de bevolking voor een stuk op te voeden als het om energieconsumptie gaat
De rol van de overheid
De vraag is wat de rol van de overheid daarbij moet zijn. “De renovatieverplichting is een welbekend discussiepunt. Die is er nu voor kmo-gebouwen, maar niet voor de particuliere woning. Je zou bijvoorbeeld bepaalde eisen kunnen stellen voor verhuurders, want daar zit vaak het probleem. Het is kwestie van de gebouweigenaar de nodige ‘wortel en stok’ te geven om de woning te renoveren. Het is nu eenmaal een heel grote uitdaging. De vraag is ook of er genoeg arbeiders zijn om dat allemaal te realiseren. Vandaar dat we ook denken dat we nog altijd een deel met aardgas zullen verwarmen in de toekomst: het is niet altijd evident om bij elke renovatie op elektriciteit over te schakelen. Maar de overgang is wel ingezet.”
Een van de oplossingen is collectieve energievoorziening, zegt Van den Bosch. “Een paar van onze leden zijn al warmtenetten aan het exploiteren, en er zullen er in de toekomst zeker nog meer aangelegd worden op plaatsen waar het opportuun is. Uiteraard hebben ze niet overal nut, maar het is weer een stap verder richting klimaatneutraliteit. Er moet per situatie bekeken worden welke oplossing het meest geschikt is."
“Ik denk dat je als installateur een zeer brede benadering moet hanteren", beaamt Bocqué. "Het gebouw van morgen is een ‘powercentrale’. Dat verandert veel aan de aanpak: alles hangt als het ware aan elkaar, waardoor je grondiger moet nadenken over elke stap."

“Klanten zullen ook de juiste vragen moeten stellen", zegt Van den Bosch. "Als ik morgen aanklop bij een installateur voor een nieuw verwarmingssysteem, maar ik vertel er niet bij dat ik van plan ben om over twee jaar energetisch te renoveren, dan kan de installateur natuurlijk ook geen goede raad geven. De juiste vragen en eisen stellen, zal dus aan beide kanten moeten gebeuren.”
“Ik denk dat alle stakeholders – de overheid, de installateurs, de energieleveranciers – de plicht hebben om de bevolking voor een stuk op te voeden als het om energieconsumptie gaat", zegt Bocqué. "Nu is dat iets dat op de achtergrond plaatsvindt: mensen drukken op de schakelaar, betalen hun rekening en that’s it. De wereld waar we naartoe gaan vraagt een veel bewuster energiegebruik. En dat kan alleen maar door sensibilisering en duidelijke communicatie over de energietransitie en over de doelstellingen. Veel actoren in de sector doen dat nu al in hun publicaties en in hun aanpak, maar er is nog veel werk. Mensen moeten beseffen dat ze betrokken moeten zijn.”
“Nu, er zijn ook redenen om optimistisch te zijn", zegt Van den Bosch. "Wie installeerde er twintig jaar geleden zonnepanelen? Praktisch niemand. Terwijl die nu waarschijnlijk op vijftien procent van de daken in Vlaanderen liggen en er maar weinig nieuwe huizen worden gebouwd zónder zonnepanelen.”