ZORGELOZE LEEFOMGEVING MET INTELLIGENTE SYSTEMEN
DOMOTICA VOOR HULPBEHOEVENDEN
De gemiddelde leeftijd neemt jaar na jaar toe. De vergrijzing is dan ook een van de grote uitdagingen voor de (nabije) toekomst. Hoe ouder men wordt, hoe meer behoefte men heeft aan een veilige, gezonde en zorgeloze leefomgeving. Ouderen zullen echter langer thuis moeten blijven wonen, omdat de opvangcapaciteit in de residentiële zorg haar limieten heeft bereikt. Het zullen dus voornamelijk nog de zwaar hulpbehoevenden zijn die in woon-zorgcentra zullen worden opgevangen. Het is hier, maar ook in de thuiszorg, dat de technologie een deftige hand kan toesteken. In dit artikel maken we een opsomming van wat tot de mogelijkheden behoort, en lichten we toe wat voor u, de vakman, belangrijk om te weten is.

ONTLASTEN VAN ZORGBEHOEVENDEN
Ondersteunen
Nu de vergrijzing toeneemt en de zorgsector de vraag naar aangepaste woon- en thuiszorg nauwelijks nog kan bijhouden, is levenslang wonen actueler dan ooit. Eenvoudige taken zoals de deur openen of de rolluiken optrekken kunnen door de ouderdom en een verminderde mobiliteit een behoorlijke uitdaging zijn. Een intelligente verblijfsomgeving kan heel wat van deze alledaagse, maar daarom niet altijd even evidente, huishoudelijke taken van de bewoners overnemen of hen ondersteunen in het volbrengen van bepaalde taken.
Instaan voor veiligheid
De zorgdomotica creëert een veilige omgeving waarin ouderen en zorgbehoevenden comfortabel kunnen vertoeven. Enkele voorbeelden. Een valdetectiesysteem stuurt, na het vaststellen van een langdurige inactiviteit, een alarmsignaal uit naar een zorgverlener. Andere procedés detecteren dan weer - met het gebruik van de juiste tools - het gebrek aan beweging in bed, een daadwerkelijke val of het niet terugkeren naar bed na een nachtelijk toiletbezoek. Tegenwoordig kunnen bewoners ook, bij de minste noodsituatie, een paniektoets indrukken en zo alle lichten laten branden of de buren verwittigen. De mogelijkheden om met de zorgdomotica een oplossing op maat voor het zelfstandig wonen uit te werken, zijn met andere woorden legio. In o.a. sommige Scandinavische landen, in Nederland en in Engeland wordt het al op uitgebreide schaal toegepast en naar tevredenheid gebruikt.


ACTIEVE EN PASSIEVE ALARMERING
Van gezondheidstoestandsalarmen tot dwaalalarmen
Er is al heel wat apparatuur op de markt verkrijgbaar voor het gebruik in de zorg, zowel voor actieve als passieve alarmering. Denken we aan beademingsalarmering, bed- en epilepsiealarmen, persoonsbeveiliging, valdetectie, verpleegoproep, … En ook een dwaalalarm kan nuttig blijken. Een dergelijk principe laat mensen toe om in een bepaalde zone vrij te bewegen. Verlaat men die zone of komt men voorbij de sensor(s), dan gaat er een alarm af of krijgt men een melding die in die gegeven situatie gepast is.
Tekstbericht biedt bijna 100% zekerheid
Het personeel ontvangt bij dit type alarmering een helder en beknopt tekstbericht op het beeldscherm van een mobiel toestel, dat het personeel van het zorgcentrum en/of de thuiszorg bij zich draagt. Werken met tekstberichten is relatief veilig en kan ongestoord. Voordelen zijn - in de meeste gevallen - de veilige ontvangst, het vermijden van een ingespreklijn naar het bewakingscentrum en de quasi zekerheid van ontvangst. Tekstberichten zullen bijna altijd de draadloze telefoons bereiken, ook wanneer het net of de centrale niet werkt of inactief is. Kanttekening: sms-berichten zijn niet voor de volle 100% waterdicht. Ze worden door de providers niet als prioritair beschouwd. Een sms kan dus verloren gaan of met een (serieuze) vertraging aankomen. Denken we aan situaties zoals die zich voordoen tijdens oudejaarsnacht. Aanvullende technieken en een slim gebruik van de protocollen kunnen de foutenmarge tot op een bepaald punt beperken. Met tekstberichten werken wordt - door sommigen - vooral geprezen voor een grote zekerheid inzake opvolging. Een medewerker die de melding ontvangt en assistentie verleent, accepteert het bericht. De overige medewerkers krijgen het bericht niet. Weigert de eerste 'contactpersoon' de melding of kan hij die niet accepteren, dan wordt het bericht doorgestuurd naar een collega-medewerker. Komt er geen reactie, dan is het systeem in staat de meldingen te herhalen, uiteraard afhankelijk van hoe het systeem geprogrammeerd werd.

SOORTEN TECHNIEKEN OM OMGEVING TE BEDIENEN
Er bestaan twee soorten zenders: de zenders die werken met ir-technologie, en de zenders die de RF-technologie hanteren.
IR-technologie
Ir staat voor infrarood. Het is dezelfde technologie die gebruikt wordt door de afstandbediening van een televisietoestel. Ze heeft als voornaamste voordeel dat signalen makkelijk 'ingelezen' kunnen worden. Het belangrijkste nadeel is dan weer dat de zender en de ontvanger elkaar moeten 'zien', er moet dus sprake zijn van nabijheid.
Rf-technologie
Er zijn heel wat zenders die gebruikmaken van de technologie die werkt met radiogolven. Het openen van een garagepoort, bijvoorbeeld, wordt gestuurd door de golven die we vanuit de wagen versturen. Een afgeleide van de RF-technologie is de EnOcean-techniek. De grootste troef van dit type RF-toestel is dat men geen batterijen hoeft te vervangen. Die worden namelijk telkens voor een stuk opgeladen wanneer de schakelaar wordt gebruikt. Deze technologie werkt enkel met een KNX-interface.

LOKALISATIE EN SOORT HULP GEWENST
Als er assistentie nodig is, wil de hulpverlener weten wáár (lokalisatie) en het liefst ook welk soort hulp (vastgelegd in zorgprotocollen) er geboden dient te worden. Als de zorginstelling voorzien is van een domoticabussysteem, kunnen er in het alarmprotocol domoticatoepassingen opgenomen worden, zodat bij een alarm bijvoorbeeld de deur ontgrendeld wordt, het inbraakalarm uitgeschakeld wordt en de verlichting gedeeltelijk ingeschakeld wordt.Protocollen
De zorgprotocollen (geheel van afspraken en regels, opgenomen in een prioriteitenlijst), vastgelegd door de medische staf, bepalen wat de exacte hulpverlenende acties moeten zijn, én de hoogdringendheid ervan. Voor de communicatie tussen een cliënt en een zorgverlener, of tussen zorgverleners onderling, worden de zorg- en alarmprotocollen omgezet in zogenaamde technische of elektronische protocollen. Dit geheel van protocollen wordt vooraf ingesteld, vastgelegd en toegevoegd aan een centrale database en beheerd door een (on)bemande centrale computer, die alle protocollen afhandelt en registreert met behulp van een persoonlijk logboek met aan- en afmeldingen. In de praktijk zal een alarm bijvoorbeeld aankomen bij de server, die op zijn beurt, via het communicatiesysteem, de mobiele applicatie opstart naar de meest geschikte hulpverlener. Dit gebeurt dan met een bepaald type melding (gesprek, biep, tekstbericht). Is de desbetreffende hulpverlener niet beschikbaar of bezet, dan wordt de melding doorgestuurd naar een collega. Deze zorgpersoon kan dan al dan niet assistentie inroepen door opnieuw een alarm(melding) te genereren, wanneer hij ziet dat het gaat om een bedalarm en/of andere meldingen.
Lokalisering
Een ontvanger kan aflezen van wie de melding komt, waar de hulpbehoevende zich bevindt in het gebouw en wat de reden is waarom er alarm wordt geslagen (val, brand …). Afhankelijk van de melding zal de meest geschikte assistentie aangesproken worden via de zorgprotocollen. Middels een mobiele telefoon en/of een DECT-telefoon kan de hulpverlener contact zoeken met een collega of kan hij met een druk op de knop het alarm inschakelen.

TOTAALOPLOSSING
Een combinatie van alarmering, communicatie en gebouwenautomatisering: het kan het antwoord zijn op de vraag naar een totaaloplossing voor verschillende types instellingen. Alle elektrische functies worden samengebracht in een gestandaardiseerd, flexibel systeem, dat eenvoudig uit te breiden is. Alle functies worden vanop afstand bediend met dezelfde zender (ir of RF).
Koppelingen met technieken
Door deze zenders te combineren, bv. met een domoticabussysteem, kunnen er koppelingen gemaakt worden met verlichtingssystemen, verwarmingsinstallaties, beveiligingen en ventilatie-units, maar ook met audio- en video-apparatuur etc.
Hierdoor heeft de gebruiker volledige toegang en controle over zijn omgeving. Hij heeft de mogelijkheid om de deuren, sloten, de HVAC-installatie, de zonwering, de bedinstelling, gordijnen, de telefoon, alarmen, de verlichting, audio enz. te bedienen.
Controle over kamerfuncties
Domotica biedt een uitkomst door de mogelijkheid tot het loggen en monitoren van de uitgevoerde acties via de pc of andere displays. Op die manier verkrijgt de gebruiker, ook vanop afstand, controle over de kamerfuncties (verlichting uit, verwarming niet te hoog, tv uit ...).
Flexibele omgevingsbediening
Bijkomend kan men met domoticasystemen de omgevingsbediening eenvoudig aanpassen aan gewijzigde of wijzigende situaties op het terrein (verhuizing) en per individu (patiënt). Dit soort maatwerk is geknipt voor domotica en spaart veel tijd en kosten uit. Zenders (oproeppeer, bedmat, trekschakelaars) en allerlei detectoren fungeren als sensoren en zorgen voor 'input' voor het domoticasysteem. Daarnaast starten ze, naast de oproep, ook acties voor de bediening van de verlichting en de zonwering. Hiermee nemen het comfort en de veiligheid toe. Met de beheerssoftware stuur je het volledige systeem centraal aan, alsook de dagelijkse operationele administratie binnen het zorgdossier. De software integreert zowel zorgspecifieke functies als automatiseringsfuncties. Hij gebruikt de taal en de terminologie van de zorgsector via een gebruiksvriendelijke webinterface.

WAT DE ELEKTRICIEN MOET WETEN?
Centraal
Veel domoticasystemen zijn rond een centrale processor gebouwd waar alle intelligentie in voorzien is. Valt het sturingssysteem uit, dan werkt er in principe niets meer. In de zorg wordt er typisch een onderscheid gemaakt tussen alarmeren en aansturen: een goed onderbouwd systeem zorgt ervoor dat de alarmen nog vertrekken en - minstens in de nabije omgeving - opgepikt kunnen worden (zichtbaar, hoorbaar …), zelfs al ligt een centrale component stil. Het aansturen gebeurt steeds vaker op basis van de centrale intelligentie.
Decentraal
Voor grotere installaties (bv. serviceflats) is het beter een systeem met decentrale intelligentie te voorzien. Elke component is in staat boodschappen (gaande over het domoticanetwerk) te versturen en te ontvangen. Als een of meerdere componenten falen, kan de rest gewoon blijven voortwerken. De decentrale intelligentie kan daarenboven centraal gekoppeld worden, bv. aan de centrale administratie in een organisatie met meerdere vestigingen.
Open versus gesloten
Bij gesloten systemen kan men enkel componenten van één merk gebruiken, omdat ze met hun eigen specifieke (merkgebonden) protocol functioneren. Bij open systemen kunnen componenten van diverse merken met elkaar communiceren. Het KNX-protocol (EN50090) is de enige open domoticastandaard die door een 300-tal fabrikanten wordt ondersteund.
INSTALLATIEVEREISTEN VOOR ZORGDOMOTICA
De installateur wordt systeemintegrator
Hiertoe horen goed opgeleide servicetechnici, die instaan voor de configuratie, de herprogrammatie en de interventie, zodat er een garantie gegeven kan worden voor een perfecte indienststelling, werking en afregeling, ook bij (gefaseerde) werken in volcontinu bedrijf.
Onderbrengen van dataverbindingen
Naast de elektrische installatie is het best om een tweede infrastructuur te voorzien waarin alle benodigde dataverbindingen ondergebracht worden. Denk hierbij aan gps-, wifi- of RFID-gebaseerde systemen voor de lokalisatie van personen in combinatie met een systeem voor draadloze communicatie en aansluitingen voor bedrade communicatiesystemen met verbindingen voor internet, videofoon/intercom, audio, televisie en telefonie.
Positioneren
De installateur staat in voor de goede positionering van o.a.:
- apparaten en sensoren;
- accuoplaadpunten voor de rolstoel of de scootmobiel;
- extra aansluitpunten in het toilet en de badkamer voor een douchetoilet met een schoonmaakinstallatie en een infrarood te bedienen waterkraantje aan de lavabo.
Er dienen ook extra aansluitpunten voorzien te worden nabij bovenhoeken in kamers voor automatische gordijnen en eventuele camera's. Er moet ook een noodstroomvoorziening in de wooneenheden aanwezig zijn voor medische apparatuur, een voorziening voor deuropeners en voor bedienings- en voedingsaansluitingen, paslezers en grote bedientoetsen en zorgdomotica. Verder kan er ook een nachtoriëntatieverlichting voorzien worden nabij het bed om de looproute naar het toilet aan te geven. Dit kan m.b.v. aansluitpunten in de nabijheid van de vloer.
Documenteren
Ten slotte moet alles uitgebreid en gedetailleerd gedocumenteerd worden. Anders kan de functionaliteit in het gedrang komen als er interferentie ontstaat tussen domotica- en datacomapparatuur. Storingsdetectie moet dit voorkomen. Niet-gestandaardiseerde systemen missen soms de uitwisselbaarheid van componenten van diverse fabrikanten en bieden niet altijd de mogelijkheden voor interoperabiliteit (via koppelingen of zgn. 'gateways') met gangbare communicatie- of datanetwerken. De betrouwbare werking en de continuïteit van de hele installatie moeten vooropstaan.
