Hoe kies je een dompelpomp?

Om water weg te pompen, bijvoorbeeld uit een zwembad of uit een ondergelopen (kruip)kelder tijdens of na een hevige storm, komt een dompelpomp goed van pas. Maar waarop moet je letten bij de aanschaf van een dompelpomp? Hoe werkt zo'n toestel en hoe gebruik je die op de juiste manier? We overlopen het in dit artikel.

 

Waarom een dompelpomp in huis halen?

Wat is een dompelpomp?

Een dompelpomp is een soort waterpomp die – zoals de naam zelf zegt – ondergedompeld wordt om water uit een bepaalde ruimte weg te pompen. Het water wordt aangezogen via de onderkant en verlaat de pomp langs boven, waar je een slang aansluit die het water naar buiten leidt.

Soorten dompelpompen

Het toepassingsveld van een dompelpomp is vrij breed, maar je kan niet elke dompelpomp gebruiken voor gelijk welke taak. 

Schoonwaterdompelpompen

Sommige toestellen zijn enkel geschikt voor het wegpompen van (zeer licht vervuild) schoon water (mogelijke korrelgrootte: 5–10 mm). Dergelijke pompen kan je dan gebruiken voor bijvoorbeeld:

• het pompen van regenwater vanuit een regenput naar de binneninstallatie in huis. Meestal gebruikt men in regenwaterinstallaties een hydrofoorpomp die binnen geplaatst wordt (in een droge opstelling), maar waar dat niet mogelijk is, is een dompelpomp die in de put wordt geplaatst (natte opstelling) een veelgebruikte methode;
• het oppompen van grondwater of bronwater;
• het legen van zwembaden en spa's voor onderhoud en reiniging;
• het bewateren van je tuin.

Vuilwaterpompen

Andere gebruik je voor vuil water (tot korrelgrootte 25–50 mm), de zogenaamde 'vuilwaterpompen'. Bepaalde modellen kunnen zowel vuil als proper water aan. Deze pompen beschikken over een hoge capaciteit en kunnen grote hoeveelheden water in korte tijd verpompen. Vuilwaterpompen kan je gebruiken voor dezelfde eerdergenoemde taken, maar ook voor:

• het wegpompen van water uit een ondergelopen kelder;
• het legen van putten, denk aan een vervuilde regenwaterput of (het overloopwater van) een septische put;
• de circulatie van water in een vijver, zwembad of fontein;
• het wegpompen van water uit een vijver om het te reinigen en de vijver weer in goede conditie te brengen;
• bij een verbouwing kan een vuilwaterdompelpomp worden gebruikt om afvalwater af te voeren, zoals water uit een afvoerput of toilet.

WAT IS EEN DWEILPOMP?
In je zoektocht naar een dompelpomp zal je waarschijnlijk ook de term 'dweilpomp' zien passeren: dit slaat op dompelpompen die water kunnen wegpompen tot op 2 mm van de ondergrond, waarna je resterend water en vuil met dweil en trekker makkelijk kan opdweilen.

Hoe werkt een dompelpomp?

Een dompelpomp werkt door middel van een elektromotor die een waaier aandrijft. Die waaier bevindt zich in een waterdichte behuizing, meestal gemaakt van roestvrij staal, gietijzer of kunststof.

De aandrijving

De meeste dompelpompen worden elektrisch aangedreven. Accudompelpompen bestaan, maar doordat je in veel gevallen voor lange tijd een constante stroom nodig hebt, is een model op snoer dikwijls een betere optie. Verder zijn er ook fabrikanten die toestellen aanbieden op thermische benzine/diesel (voor als er geen stroom is).

Water transporteren?

De behuizing bevat inlaatopeningen waardoor water kan binnenstromen. Wanneer de motor draait, begint de waaier te draaien en creëert zo een centrifugale kracht die het water naar de rand van de behuizing duwt. Van daaruit wordt het water naar buiten gedrukt via een uitlaatpijp, waarop je een slang kan aansluiten om het water in een bepaalde richting te leiden, bijvoorbeeld naar een rioolput.

De meeste dompelpompen zijn ontworpen om ondergedompeld te worden in water, zodat ze het water direct kunnen oppompen en afvoeren. Een sensor (in de meeste gevallen een vlotter) zorgt er vaak voor dat de pomp automatisch uitschakelt wanneer het waterniveau te laag wordt, om schade aan de motor te voorkomen.

In- en uitschakeling

Om water weg te pompen uit een ruimte met een dompelpomp, moet de in- en uitschakeling wel manueel gebeuren om droogloop te voorkomen. Daarvoor zijn dompelpompen met een aan/uit-schakelaar uitgerust.

Als je een dompelpomp permanent installeert, dus niet enkel om water weg te pompen wanneer nodig, maar bijvoorbeeld in een watertank waar het niveau niet boven een bepaalde hoogte mag komen, doe je er beter aan om een model te kiezen dat beschikt over een vlotter die de pomp automatisch in- en uitschakelt. Quasi elke dompelpomp is daar eigenlijk mee uitgerust.

De vlotter

De vlotter bevindt zich ofwel in de pomp, ofwel buiten de pomp. In het tweede geval gaat het meestal om een drijvend element dat met een kabel verbonden is aan de pomp. Wanneer je een dompelpomp met vlotterkabel in een watertank of ondergelopen ruimte plaatst, zal het drijvende element stijgen en dalen met het waterniveau.

Wanneer het waterniveau – en dus ook de vlotter – een bepaalde hoogte bereikt (die inschakelhoogte verschilt tussen dompelpompen onderling), zal de pomp worden ingeschakeld, tot de vlotter terug op een veilig punt komt te staan en de pomp automatisch uitschakelt. Dompelpompen met vlotterschakeling kan je vaak ook vastzetten op het inschakelniveau.

Filteren

Een dompelpomp beschikt meestal over een filter onderaan om vuil en vaste deeltjes uit het water te filteren voordat het de pomp in gaat. Hoe fijn de filter is, hangt af van de functie van de pomp. Schoonwaterdompelpompen hebben vaak een fijnmazige filter, vuilwaterpompen dan weer een groffilter voor grotere deeltjes.

 

Belangrijke specificaties

We vermeldden al dat de meeste dompelpompen elektrisch met een snoer worden aangedreven, maar dat er ook accumodellen bestaan. Daarnaast zijn er nog andere belangrijke aspecten waarmee je rekening moet houden bij de keuze van een dompelpomp. Uiteraard is er het vermogen (uitgedrukt in watt). Hoe hoger het vermogen, hoe beter voor intensievere pompwerken.

Pompcapaciteit

De pompcapaciteit, soms ook aangeduid als 'doorvoercapaciteit', slaat op het debiet van de pomp, ofwel: hoeveel liter water de pomp kan verpompen in een uur tijd.

Opvoerhoogte en werkdruk

De maximale opvoerhoogte van een dompelpomp slaat op hoe hoog een pomp water kan opvoeren, gerekend vanaf de bovenkant (persaansluiting) van de pomp tot het hoogst mogelijke aftappunt. Dus als een pomp een opvoerhoogte heeft van 10 meter, betekent dit dat het water maximaal 10 meter omhoog kan worden gepompt. De opvoerhoogte wordt vaak uitgedrukt in mwk (meter waterkolom).

Werkdruk

De (maximale) werkdruk verwijst naar de druk die wordt uitgeoefend door het water dat uit de pomp komt, uitgedrukt in bar. De werkdruk staat in directe relatie tot de opvoerhoogte, omdat de opvoerhoogte bepaalt hoeveel druk de pomp kan genereren wanneer het water wordt gepompt. Daarom wordt de opvoerhoogte vaak omgerekend naar bar, waarbij 1 mwk gelijkstaat aan 0,098 bar. 

De werkdruk wordt verder ook bepaald door andere factoren, zoals de diameter van de uitlaatpijp en de weerstand van de leidingen waardoor het water stroomt.

Aanzuigdiepte

De maximale aanzuigdiepte of onderdompeldiepte van een dompelpomp geeft aan hoe diep je de pomp maximaal kan plaatsen, en dus van hoe diep de pomp het water kan aanzuigen.

AFGESTEMD OP ELKAAR
Je wil geen pomp hebben met een te geringe opvoerhoogte/capaciteit. Evenmin wil je te veel geld uitgeven voor een pomp met een hogere opvoerhoogte dan nodig. Ga dus, vóór je een pomp koopt, altijd eerst na voor welk doel je een pomp nodig hebt, waar de pomp zal komen te staan en van hoe diep het water moet worden opgepompt. Houd ook rekening met de aftappunten: hoe ver/hoog ze liggen, hoeveel er zijn en welke werkdruk ze aankunnen/nodig hebben. Houd indachtig dat zaken zoals bochten en een horizontale afstand ook altijd een bepaalde drukval creëren.

Bij de meeste pompen kan je trouwens in de technische fiche of handleiding een tabel en/of grafiek terugvinden waaruit je kan afleiden hoeveel liter per uur de pomp kan laten doorstromen bij een bepaalde hoogte en waaruit je kan opmaken welke waterdruk er bij welke diepte kan worden geleverd.

Beveiliging

Vrijwel alle waterpompen zijn tegenwoordig uitgerust met een droogloopbeveiliging, waarbij ze stoppen zodra ze geen water meer aanzuigen. Evenals een terugslagklep, waardoor het water niet terugstroomt. Er bestaan ook pompen die stoppen met werken wanneer de temperatuur van de motor te hoog oploopt. Zo verbrandt die niet. Via een thermische schakelaar valt de machine ook uit wanneer de motor overbelast dreigt te raken.

Nuttige accessoires

Slangen en koppelingen

Een dompelpomp koop je meestal niet zonder buizen om het water mee af te voeren. Dergelijke slangen zijn verkrijgbaar in verschillende diameters. Hoe groter de capaciteit van de pomp, hoe groter de diameter van de slang moet zijn. Zorg ook dat een slang die je aankoppelt de werkdruk van de pomp aankan.

Verder is ook de lengte van de slang bepalend. Wanneer de slang bijvoorbeeld langer dan 5 meter is, moet je minimaal een slangdiameter van 40 mm gebruiken. Er wordt over het algemeen aangeraden om een maximale lengte van 10 meter te respecteren, anders zijn de drukverliezen te groot.

Om de slang op de pomp en op andere accessoires aan te sluiten, kunnen verschillende soorten koppelingen worden gebruikt. Dit omvat bijvoorbeeld snelkoppelingen, schroefkoppelingen en slangenklemmen.

Opvangbak

Bij het gebruik van een dompelpomp in een kelder of kruipruimte kan het handig zijn om een opvangbak te gebruiken om het water op te vangen en af te voeren naar een geschikte locatie.

Spuitkoppen en sproeikoppen

Als de dompelpomp wordt gebruikt voor het besproeien van een tuin of gazon, kunnen verschillende soorten spuitstukken en sproeikoppen worden gebruikt om het water gelijkmatig te verdelen.

Verlengsnoeren

Een verlengsnoer kan nuttig zijn wanneer je een door netstroom aangedreven dompelpomp wil gebruiken op een plek waar er dichtbij geen elektriciteit voorhanden is.

Vergeet het onderhoud niet

Een goed onderhoud zorgt voor een lange levensduur: dat is toch de slagzin voor elk gereedschap ooit, en dat is niet anders bij een dompelpomp.

Maak de body van je dompelpomp regelmatig schoon om vuil en afzettingen te verwijderen. Maak hiervoor gebruik van een zachte borstel en een mild schoonmaakmiddel. Controleer ook regelmatig de vlotter van de pomp om er zeker van te zijn dat deze goed werkt en niet is beschadigd. Verwijder eventuele verstoppingen in de inlaat of uitlaat van de pomp en check regelmatig ook eens de filter. Als de pomp langere tijd niet gebruikt wordt, maak deze dan schoon en berg deze op in een droge en vorstvrije ruimte.