Maak zelf een trap met doorschietende treden
Om zelf een houten kelder- of zoldertrap te maken, heb je eigenlijk niet zo veel materiaal nodig. Voor dit model volstaan een decoupeerzaag en een boormachine. Het gaat hier om een trap met doorschietende treden, waarbij de treden bovenop de bomen worden geplaatst. Lees hier hoe je te werk gaat.
DOORSCHIETENDE TREDEN?
Net zoals voor elk ander project, zorg je voor een goed plan voor je aan je werkstuk begint. Vermeld alle maten en teken de juiste hellingsgraad af. Vervolgens kan je je plan gebruiken om het hout te verzagen.
Bij een trap met doorschietende treden komen de treden telkens bovenop de trapbomen te liggen. De tredeneuzen steken daarbij telkens een beetje uit. Voor elke trede heb je dus twee driehoekige ondersteuningen nodig, die op de bomen komen.
TRAPBOMEN
Begin eerst met de twee trapbomen te maken. Dat kan je vlot doen met een hulpstuk. We gebruikten dit hulpstuk al eerder bij het maken van een trap met dubbele boom. Je gebruikt het hulpstuk hier op dezelfde manier.
Ben je klaar met de eerste trapboom? Gebruik die dan als model voor de tweede. Na wat schuurwerk heb je een mooie basis.
OPTREDE EN AANTREDE
Om de treden op de bomen te doen steunen, moet je extra steunen uitzagen. Deze maak je op basis van de vooraf bepaalde op- en aantrede van je trap.
Neem daarvoor een extra plank, en leg het tegen de boom. Let erop dat de vezelrichting gelijkloopt. Teken op de plank een loodlijn met een winkelhaak. Op die loodlijn teken je de maat van de optrede – de hoogte tussen twee treden – af. Zaag de plank af volgens de loodlijn.
Teken dan een loodlijn op de nieuwe zaagsnede, op het afgetekende punt. Dit wordt de aantrede, ofte: de diepte van een trede.
Hiermee heb je een eerste driehoekig steunpunt. Deze gebruik je vervolgens als model voor alle andere ondersteuningen. Het is seriewerk: aftekenen, uitzagen, bijschuren en op naar de volgende.
DEUVELVERBINDING
Elk steunpunt moet je nu fixeren op de trapbomen. Hoever de steundriehoeken van elkaar moeten liggen op de trapbomen, is afhankelijk van de dikte van de treden.
Een deuvelverbinding met drie deuvels per steunpunt is zeker secuur genoeg voor de bevestiging. Verdeel de deuvels gelijkmatig over de basis van de driehoeken. Teken de plaats af, zowel op de boom als op de driehoek. Dat doe je voor elke trede.
Met een stuk tape duid je vervolgens aan hoe diep je telkens moet voorboren, zowel in de driekhoekjes als in de trapbomen.
ASSEMBLAGE
TIP
Van de reststukjes kan je klemhulpen maken, simpelweg door er een hoekje uit te zagen.
Verbind de steundriehoeken met de trapbomen middels de deuvels en wat houtlijm. Met enkele lijmklemmen kan je wat extra druk uitoefenen op de werkstukken. Dankzij de hulpstukken heb je een vlak om de lijmklem te plaatsen. De druk wordt zo ook mooi verdeeld. Laat de bomen met de steunen nu rusten.
TREDEN maken
Ondertussen hou je je bezig met de treden. Met de afkortzaag zet je ze op maat. Voor elke trede heb je, naast een volle plank, ook een smaller stuk nodig. Daarvoor gebruik je een tafelzaag.
De plank voor het smallere stuk heeft na het afzagen wel de juiste breedte. Om mooi aan te sluiten moet de plank echter in verstek gezet worden. Ook dat lukt met een tafelzaag, of met een afkortzaag. Teken eerst af op de plank volgens de hoek die je moet maken en stel je zaagmachine op die hoek in. Let op voor je vingers, gebruik zeker een duwhout.
TREDEN BEVESTIGEN
BOORPUNTEN BEPALEN
De treden worden geschroefd worden op de steundriehoeken. Teken af waar je kan boren. Aan één zijde laat je de treden gelijk komen met de boom, aan de andere zijde laat je ze wat uitsteken. Beide opties zijn mogelijk, afhankelijk van de positie van de trap, namelijk of hij tegen een muur of los van een muur staat.
Bij een vrijgeplaatste trap, los van enige muur, mogen de treden uitsteken aan de boom. Bij een trap die tegen de muur wordt geplaatst, monteer je de treden gelijk met de boom.
SCHROEFKOP VERBERGEN
Voor een mooi resultaat verberg je best de schroefkoppen van de ingebrachte schroeven. Daarvoor heb je een speedboor (of vlinderboor) nodig. Kijk even hoe diep je ermee kan boren, zonder door de plank te zitten. In elk boorgat in de treden boor je nu met de speedboor van 14, enkele millimeters diep.
treden MONTEREN
De treden kan je nu monteren. Maak eerst voor elke trede de halve plank vast. Zo krijgt je trap al wat vorm. Daarna kan je ook de rest van de treden monteren.
In elk boorgat komt nu een kneepje lijm. En daarna plaats je er een eind rondhout in. Zaag dat rondhout, met de kapzaag, gelijk met de plank en geef nog een tik met de hamer. Helemaal egaal, dat lukt alleen met de beitel. Daarmee haal je de laatste uitstekende deeltjes weg. Hou je beitel hiervoor mooi plat. Daarna kan je, als de lijm droog is, nog wat opschuren.
TRAPBOOM INKORTEN
Als laatste stap moet je nog de trapboom inkorten, vanaf de bovenste trede loodrecht naar beneden.