Maak zelf een zeepkist racewagen

Ooit al eens gedroomd om zelf een racewagen te besturen? Dat is misschien te hoog gegrepen, maar deze zeepkist is een waardig alternatief om een snelheidskick te krijgen. Full speed de berg af! Voor je aan het stuntwerk begint, moet je wel nog de zeepkist maken. Met een stuur en een rem, kwestie van ook een beetje aan de veiligheid te denken.

Download het bouwplan

 

VOORBEREIDING EN MONTAGE

DE BODEM

Bepaal eerst de breedte van de racewagen. Teken die af op een stuk multiplex. Zaag de plank af op maat met de decoupeerzaag. Dit zal de bodem van de racewagen zijn. Die moeten we wel nog afronden.

Duid het midden van de plaat aan, zowel in de lengte als in de breedte. Plaats een schroef in het midden van de korte zijden, en ook één in het midden van een lange zijde. Span nu over de lengte van de plank een touw rond de twee tegenoverliggende schroeven.

Let op dat er voldoende speling op het touw is, zodat je het net over de derde schroef kunt spannen. Nu volg je met je potlood het touw van de ene schroef naar de andere. Zo kun je op een simpele manier de ellipsvorm maken die je nodig hebt voor de bodemplaat. Wanneer alles afgetekend is, kun je de bodemplaat op maat gaan zagen met de decoupeerzaag.

DE ZIJWANDEN

Neem nu een stuk op maat gezaagde triplex erbij. Die vormt de wand van de racewagen. Lijm aan één zijde de kopse kant van de bodemplaat met houtlijm in. Schroef daarna de eerste zijwand aan de bodemplank. Plaats nu de tweede zijde aan de bodemplaat. Als laatste stap klem je de twee wanden voorlopig aan elkaar met tape.

Vooraan en achteraan de racewagen komt een steunlat. Zaag die op maat. Teken langs de buitenkant van het korps af waar je de lat zult bevestigen. Op deze lijn boren we gaten voor. Om ervoor te zorgen dat de schroeven verzonken zitten, gebruik je hier ook de soevereinboor. Plaats de steunlat en schroef achteraan en vooraan de wanden vast aan de lat. De tape kun je dan weghalen.

De zijwanden van onze racewagen zijn nog niet af. We moeten een uitsparing voorzien om in en uit de wagen te stappen. Bovendien gaan we vanaf de zitplaats de plaat nog afschuinen naar de voor- en achterkant. Eerst bepaal je waar de zitplaats zal komen. Duid dit punt aan en trek vervolgens een lijn loodrecht naar beneden. Daarna bepaal je de hoe laag de opening moet zijn. Bereken nu de breedte van de uitsparing en zaag deze vervolgens uit.

 

TUSSENSCHOTTEN

Tussen de twee wanden komen nog enkele verstevigende tussenschotten. Vooraan komen er twee met voldoende uitsparing voor de benen. Bepaal de maximale hoogte en breedte van de opening voor de benen. Teken dit nu uit op de plank. Bepaal ook het midden van de plank. Teken door het midden van de plank een lijn. Gebruik een potlood aan een stuk koord als passer om op die manier een halve cirkel te krijgen.

Die zaag je vervolgens uit. Daarna boor je met de speedboor bovenaan in het midden een gat. Hierdoor kan de stuurstang geplaatst worden. Het tussenschot wordt bevestigd met behulp van een aantal steunlatten, die je op maat zaagt. Maak de steunlatten vast aan het tussenschot met houtlijm en enkele schroeven. Zorg ervoor dat de steunbalken achteraan het tussenschot zitten. Schroef het tussenschot nu vast en bevestig nog twee balkjes net boven de opening aan de voorzijde van het tussenschot.

Nu bepaal je waar het tweede tussenschot zal komen. Ook hier zullen we een uitsparing maken om de nodige voetruimte te voorzien. Boor ook nu een gat voor de stuurstang. Plaats ook het tweede tussenschot in de racewagen met behulp van steunlatten.

 

DE RUG

RUGPANEEL

Nu starten we met een derde tussenschot. Dat zal ook dienstdoen als rugleuning. Onderaan en bovenaan zorgen we voor een steun waaraan een afronding is voorzien.

Plaats twee schroeven in de hoeken van de plank. Neem een flexibele lat en buig deze tussen de twee schroeven tot je ongeveer de juiste afronding hebt. Teken hierlangs een lijn. In het onderste gedeelte komt nog een tweede uitsparing, voor het remsysteem. Wanneer alles uitgetekend is, kunnen de stukken op maat worden gezaagd.

PRECISIEWERK

Het onderste gedeelte van het tussenschot plaats je gelijk met de uitsparing van de zijwanden. Het bovenste gedeelte plaats je iets meer naar achteren, zodat er ruimte is voor de leuning.

Het bovenste en onderste deel verbinden we met twee planken. Meet af hoe lang die mogen zijn en zaag die op maat. Boor de planken nu voor waar je die zult bevestigen aan de andere delen van het tussenschot. Lijm alle verbindingen goed in en schroef ze vervolgens vast.

DE RUGLEUNING

De leuning bestaat uit balkjes die je vooraan in de kromme uitsparing vastmaakt. Positioneer één balkje om de juiste hoogte te kennen. Zaag dit op maat. Doe dit ook voor de andere balkjes. Zorg dat je er voldoende hebt om de rugleuning te vullen.

Plaats de balkjes op hun plaats. Let op dat de rugleuning precies gelijkloopt met de uitsparing in de zijwanden. Vergeet deze latten ook niet te nummeren, zodat je straks weet op welke plaats je die terug moet plaatsen. De latten kunnen we nog niet plaatsen, dat zal voor een latere fase zijn.

 

HET REMSYSTEEM

REMSYSTEEM

Nu kunnen de voorbereidingen van het remsysteem beginnen. Het remsysteem zal in de achterkant van de wagen komen en zit vrij eenvoudig in elkaar. Het remblok is verbonden via een scharnier met een balk. Die balk is verbonden aan de andere zijde via een scharnier met een tweede balk die aan de wagen vast hangt.

Door de bovenste plank naar voren te trekken met een touw, duw je de tweede plank met daaraan de vastgemaakte remblok automatisch tegen de grond. Teken uit waar je een uitsparing zal moeten zagen voor het remsysteem. Boor binnen elk hoekpunt een gat met de boormachine. Draai nu de zeepkist om en teken op basis van de boorgaten de uitsparing opnieuw uit. Zaag deze afgetekende uitsparing uit met de decoupeerzaag.

MONTAGE

In totaal heb je drie balken nodig voor de rem. Twee daarvan kun je al voorzien van een schuine hoek. Vervolgens kun je de balken aan elkaar bevestigen met de scharnieren. Let er daarbij op dat de zijdes met de schuine hoek met de korte zijde naar elkaar toe moeten dichtklappen.

Aan de bovenste balk maak je ook bovenaan scharnieren vast. Laat een vleugel van het scharnier nog los, die zul je later aan de wagen bevestigen. Ook aan de onderste zijde van de onderste balk komt een extra scharnier. Dit scharnier wordt ongeveer halverwege de derde balk verbonden. De scherpe hoek van deze balk moet nu worden weggenomen. Later komt hier rond een stuk rubber om het remmen beter te laten verlopen.

Het remsysteem is voorbereid. Hoog tijd om te monteren. Plaats het systeem op de plaats die we voordien hebben gemaakt in de racewagen. Bevestig de bovenste scharnieren net boven de opening die je in de rugleuning gemaakt had.

Draai de wagen. Zoek nu onderaan uit wat de perfecte plek is om de onderste balk met scharnieren aan de bodem te bevestigen. 

ELASTIEK

Priem nu bovenaan de steun voor de rug een gat. Bevestig op dit punt een schroefhaak. Plaats op dezelfde manier aan de binnenkant van de wagen op de onderste remblok een schroefoog. Haak één zijde van een fietsrekker door het oog en span de rekker rond de schroefduim. Zo blijven de remblokken op hun plaats zitten.

REMPEDAAL

De rem wordt vooraan bediend via een houten pedaal, gemaakt uit een stuk resthout. Als het pedaal af is, kan deze bevestigd worden met scharnieren. Boor ook in elke bovenhoek een gat. Nu komt het moeilijkste deel van het remsysteem: het pedaal verbinden met de remblokken.

Boor vooraan, net voor het middelste tussenschot, onder een schuine hoek naar achteren een gat in de bodem van de wagen. Plaats net voor dit gat aan beide zijdes een schroefoog. Boor achteraan in de hoeken van de uitsparing voor het remsysteem een gat, dit keer richting voorzijde.

Bevestig nu opnieuw twee schroefogen, net boven de scharnieren. Doe dit op dezelfde manier ook onderaan de racewagen.

KABELKLEM

Neem er nu de staaldraad en de twee kabelspanners bij. Haal de staaldraad door de twee boorgaten in het pedaal. Vervolgens maak je met één zijde een lus door de kabelspanner. koppel de twee zijdes van de lus daarna aan een
kabelklem. Knip de andere zijde bij en maak ook deze vast aan een kabelspanner.

Neem nu een nieuw stuk draad. Ga er mee door het oog vooraan en door het boorgat, naar de onderzijde van de
wagen. Daar ga je opnieuw door het voorziene schroefoog en zo door naar het achterste boorgat. Lus het hierdoor en maak het vervolgens vast aan een kabelklem. Knip deze op maat en lus deze door de kabelspanner. Maak beide zijdes nu vast. Boor vooraan aan het tussenschot nog aan elke zijde een gat. Hier schroef je een schroefduim in. Nu is het remsysteem aangesloten.

HET STUUR

het STUUR zelf

Voor het stuur teken je eerst met touw een cirkel op een stuk multiplex. Teken nu een tweede, kleinere cirkel. Daarna teken je een halve ronde aan beide kanten van de cirkel. Vervolgens kunnen we het stuur uitzagen. Nadien boor je een gat in het midden van het stuur, hierdoor komt de stuurstang.

Maak ook nog twee gaten, zodat je het stuur gemakkelijk vast kunt nemen tijdens het racen. Dit doe je het best met een gatenzaag. De twee uitgezaagde cirkels gebruik je straks om het stuur vast te maken aan de wagen.

Maak in de kopse kant ook nog een gat, zodat je straks de stuurstang zult kunnen vastklemmen. Bevestig nu de ronde aan het stuur met behulp van schroeven.

BINNENWERK

Nu gaan we ons focussen op het binnenwerk van de besturing. Hiervoor heb je nog een metalen buis nodig als stuurstang. Je hebt ook een houten balk nodig, die je met behulp van een schaaf rond kunt maken. Met de speedboor boor je nu dwars door het midden van de balk een lat. Klop deze nu over de stuurstang heen.

BEVESTIGING

Plaats de tweede ronde op de stuurstang en bevestig deze in de racewagen dwars door de tussenschotten. Schroef in het midden nog een schroef zodat de stuurstang niet meer naar achter kan. Nu kun je het stuur aan de stuurstang bevestigen. Als laatste moeten we nog een doorvoer voor de kabel voorzien. Boor langs beide kanten van de racewagen en voorzie opnieuw een schroefoog.

DE WIELEN

WIELAS

Voor de wielas gebruiken we een metalen buis. Deze steek je door het wiel. Boor aan het uiteinde hier een gat. Boor dan aan de andere zijde ook een gat. Het wiel komt op de juiste plaats met behulp van een borgclip. Belangrijk is dat je eerst nog een sluitring aan de buitenzijde plaatst voor je de borgclip daar kunt bevestigen. Doe hetzelfde voor het tweede wiel en herhaal alles nog eens voor de tweede wielas

Elke wielas klemmen we tussen twee latten, zaag daarom vier even lange latten uit. Die zetten we vast op twee planken. Voor de stevigheid gebruiken we zo lang mogelijke vijzen die we onder een schuine hoek plaatsen. Zaag een achttal stukjes metalen profiel op maat. Die moeten de afstand tussen de twee latten overspannen. Boor nu gaten langs beide kanten van elk stuk profiel.

MONTAGE

Als laatste stap zullen we de wielassen aan de racewagen bevestigen. Dat doen we met bouten. Bevestig de achterste wielas net achter de rem. De voorste as moet kunnen draaien, dus die zet je, in het midden, vast met een bout. Tussen het corpus en de wielas plaats je twee sluitringen. Plaats een glijdop op de wielas, zo zal er minder wrijving zijn tussen de as en de onderkant van de zeepkist.

STUURKABEL

De stuurkabel vertrekt aan één zijde van de wielas. Maak die daar vast met een ooghaak. Vandaar vertrek je, door een opening in het corpus naar de stuurstang. Wikkel de stuurkabel driemaal rond de houten verdikking aan de stuurstang.

Aan de andere kant ga je opnieuw door het corpus, naar het andere uiteinde van de wielas. Daar schroef je opnieuw een ooghaak om de kabel vast te maken.

DE AFWERKING

OPVULLING

De carrosserie zit nu in elkaar. Nu kunnen we beginnen aan de afwerking. De schroefgaten vullen we nu met een polyesterplamuur in twee componenten. Die zal minder krimpen dan een houtvuller en droogt ook sneller. Dat voordeel is meteen ook een nadeel. Werk daarom telkens met kleine beetjes. Meng dit goed en verwerk dit snel, zodat het niet opdroogt.

Breng de pasta nu aan met een spatel. Let op dat je telkens in twee richtingen over de schroefgaten gaat. Zo wordt dit volledig gevuld. Zodra de pasta droog is, schraap je de grote stukken weg en schuur je dit volledig op. Daarna schuur je de volledige wagen op.

Vervolgens kun je de wagen schilderen met een primer. Vergeet niet om de balkjes van de rugleuning te kleuren.

BEVESTIGEN RUGLEUNING

De rugleuning moet nu nog in de racewagen worden vastgeschroefd. Boor bovenen onderaan de latjes telkens een gat en schroef die op de juiste plaats. Daarna plaatsen we vooraan nog een metalen buis om de neus af te ronden.

MOTORKAP EN KOFFERDEKSEL

De motorkap en het kofferdeksel van de racewagen kunnen nu bevestigd worden. Teken de vorm van de randen hierop uit. Maak ondertussen ook een ronding van de stuurcabine en zaag het stuk op maat. De randen van de bovenkant gaan we nog afronden met een bovenfrees.

Maak nu op dezelfde manier een bovenkant voor de achterkant. Voorzie de beide delen nu van een primer. Verf de volledige wagen daarna in het zwart. De wagen krijgt uiteindelijk een rode kleur. Maar hem eerst voorzien van een zwarte kleur zorgt ervoor dat je minder lagen verf nodig hebt dan bij een witte laag. Laat nu alles drogen en over enkele uren kun je genieten van jouw zelf gemaakte racewagen.