Schilderwerk voorbereiden: wat mag je niet vergeten?
Schilderen betekent altijd: vertrekken van een propere, egale ondergrond, en dat is lang niet altijd het geval. We geven een checklist van alle stappen die je moet doorlopen.
Bescherm je omgeving
Een eerste stap in de voorbereiding van schilderwerken, is om de kamer zo veel mogelijk te ontruimen. Gordijnen, deurklinken, afdekplaatjes … die verwijder je het best allemaal voor het mooiste resultaat. Bedek ook de vloer met een folie, vlies of karton. Zit je met voorwerpen die moeilijk te verplaatsen zijn, of waar er elders geen plaats voor is, zoals grote kasten? Dan bedek je die ook met een folie.
Check de ondergrond
Een te schilderen ondergrond mag geen losse onderdelen bevatten. Verwijder daarom eerst alle loszittende delen – denk aan voegen, stukken pleisters, maar ook afbladderende of slecht hechtende verf.
Bestaande verflagen
Ben je niet zeker of een bestaande verflaag vast genoeg zit om te overschilderen? Maak dan met een breekmes een vijftal evenwijdige snedes in de verffilm tot op de ondergrond, zowel horizontaal als verticaal, met ongeveer 2 mm tussen de sneden. Breng vervolgens een goed klevende tape aan op het raster dat je hebt gemaakt. Verwijder de tape voorzichtig en controleer of er iets van verf op de tape is blijven hangen. Bij een goede hechting zal er nagenoeg niets loskomen.
Komt er te veel los? Dan zal je de verf moeten verwijderen. Daarvoor kan je handmatig of machinaal schuren (op hout), of krabben/steken, eventueel met behulp van een heteluchtpistool. Voor delen waar je niet goed bij kan, kan je een verfafbijtmiddel gebruiken. Lees hier hoe je daarmee veilig te werk gaat.
Behangpapier
Oud behangpapier verwijder je beter ook. Schilderen op papieren behang kan immers voor blaasvorming zorgen doordat de verf inwerkt. (Schuim)vinylbehang bevat dan weer weekmakers, waardoor de verf kan kleven en opglanzen, dus dat verwijder je beter ook. Lees hier hoe je aan de slag kan met het verwijderen van oud behangpapier.
Verpoederende ondergronden
Oud pleisterwerk of krijtende verflagen … Daar is het al wat moeilijker te bepalen of alles nog vast genoeg zit. Om dat snel te achterhalen, wrijf je over de ondergrond met je handpalm. Blijven er poedersporen achter op je hand? Dan is de ondergrond verpoederd en moet je die eerst zo stof- en vuilvrij mogelijk maken, en dan met een aangepast fixeermiddel of voorstrijkmiddel fixeren.
Dergelijke fixeermiddelen bestaan als gel en als vloeibare, waterige substantie. Breng het fixeermiddel aan tot je duidelijk ziet dat de ondergrond het middel niet meer opzuigt, en dus is verzadigd.
Is de ondergrond droog?
Een van de hoofdoorzaken van afbladderen verf is vocht. Nieuwe ondergronden (metselwerk, bepleistering …) moeten dus zeker voldoende lang uitdrogen. De meeste muren zijn droog genoeg bij een vochtigheidspercentage van 30% of minder. Voor hout moet dat percentage gelijk aan of lager zijn dan 10%. Het vochtigheidspercentage van een ondergrond ga je na met een vochtigheidsmeter.
Ga je te vochtige muren toch schilderen? Dan kan je wel voor even een mooi resultaat hebben, maar het kan snel bergaf gaan. Klassieke gevelverf zal reeds na een jaar al dan niet plaatselijk afbladderen.
Zit je met vochtproblemen, zoals schimmelplekken op de muren? Schuur dan alles grondig weg en behandel eerst en vooral het onderliggende probleem. Lees hier meer over vaak voorkomende vochtproblemen in de woning, en hoe je ze aanpakt.
Is de ondergrond proper?
De ondergrond die je gaat schilderen moet opgeschuurd worden, maar eerst stof-, vuil- en vetvrij zijn. Vervuilde ondergronden reinig je daarom nog voor je schuurt met een aangepaste ontvetter, zoals bijvoorbeeld white spirit. Lees hier hoe je ermee te werk gaat.
Zit je met zout- en kalkuitbloedingen (witte aanslag) op je te verven oppervlak? Verwijder die dan met een harde schuurborstel. Verwijder de aanslag zeker niet nat, want dan komt die deels opnieuw in de ondergrond terecht.
Let op: oude, matte, poreuze muurverven was je beter niet af voor je schildert. Vuil en vet wordt daarmee immers niet weggewerkt, maar verder in de poriën van de verf gewreven. In dat geval is het beter om meteen met een geschikte grondverf te schilderen zonder vooraf te reinigen. Oude, niet-poreuze muurverven was je dan weer best wel af.
Is de ondergrond effen?
Je ondergrond moet niet alleen vast en droog zijn. Het liefst zit je niet met een relief. Oneffenheden zoals restanten van behangerslijm, krab je zo veel mogelijk weg. Lijmresten op hout kan je gemakkelijk te lijf gaan met een multispray.
Scheuren, gaten, barsten en putjes in het pleisterwerk vul je dan weer op met een vulmiddel. Lees hier welke middelen je kan gebruiken, en hier hoe je daarbij te werk gaat. Bij hout kan je met andere vulmiddelen werken. Om kleine oneffenheden uit te vlakken en de ondergrond glad te maken, kan je nog een plamuurmiddel aanbrengen. Deze middelen zijn fijner en breng je in kleinere laagdiktes aan dan een vulmiddel.
Vliesbehang
Steeds vaker wordt er vliesbehang gebruikt om mooi en glad schilderwerk af te leveren op muren. Vliesbehang is effen en camoufleert barsten en kleine gaatjes, versterkt de muur tegen scheuren en maakt de muur stootvaster.
Schuren
De laatste oneffenheden en onreinheden moet je dan nog wegschuren alvorens je een laatste keer reinigt. Voor slechte verflagen, verweerd hout of roest gebruik je grof schuurpapier of andere schuurmiddelen zoals borstels, schrapers of ontroestingsmessen. Oneffenheden en plamuur kan je wegwerken met schuurpapier met een middelmatig tot fijne korrel.
Ook tussen twee verflagen door is het soms belangrijk om te schuren. Dat verbetert de hechting doordat de bestaande laag wordt opgeruwd. Dit doe je met een fijne korrel of een schuurspons. Wanneer je dit doet, is afhankelijk van wat er op de technische fiche van je verf staat.
Wanneer je al het schuurstof hebt afgeborsteld, reinig je nog een laatste maal met een vochtige doek voor je begint te schilderen. Breng niet te veel water aan tijdens het proces, anders heb je een veel langere droogtijd.
Openingen tussen muren en kozijnen
Tussen muren en kozijnen kan je nog met openingen zitten, die dicht je het best ook meteen. Gebruik hiervoor een overschilderbare acrylaatkit. Pas zeker geen siliconenkit toe, want daarop zal verf niet hechten. Lees hier meer over acrylaatkit en hoe je ermee werkt.
Je kan deze stap ook uitstellen tot wanneer je de grondlaag hebt aangebracht. Het volstaat om de kitrand meteen te overschilderen met de juiste kleur.
Aandachtspunten bij buitenmuren
Mos, algengroei en schimmels verwijder je met verdund bleekwater (tot een concentratie van om en bij de 6°) of een product dat specifiek is ontworpen voor die toepassing. Borstel of vernevel het verdunde bleekwater of het product, laat het (minimum) 6 uren intrekken, en schrob dan grondig met een harde schuurborstel en wat water. Spoel nadien grondig na.
Is je buitenmuur in goede staat? Dan volstaat reinigen met water en een aangepast reinigingsmiddel of ammoniak.
Voegen die loszitten? Slijp ze uit en voeg ze opnieuw. Idem met stenen die gekraakt zijn, tenzij de scheur in de muur wel meevalt. Dan kan je de scheuren of barst herstellen met een aangepast vulmiddel of kit. Lees hier meer over scheuren in buitenmuren.