EU-actieplan zet autosector onder hoogspanning
De derde Strategische Dialoog over de toekomst van de Europese auto-industrie in Brussel maakte duidelijk dat het vijf voor twaalf is voor de sector. Onder leiding van Ursula von der Leyen presenteerde de Commissie nieuwe maatregelen die de overgang naar elektrische, digitale en klimaatneutrale mobiliteit moeten versnellen. Het gaat niet enkel om strengere regels, maar om een breed actieplan dat tegelijk inzet op innovatie, concurrentiekracht en sociale rechtvaardigheid.
Zo wordt sterk ingezet op de batterijwaardeketen: met gerichte investeringen wil de EU de afhankelijkheid van ingevoerde grondstoffen verkleinen en een solide basis leggen voor een Europese productiecapaciteit. Ook de opkomst van geconnecteerde en autonome voertuigen krijgt een aparte plaats. Een nieuwe alliantie, de European Connected and Autonomous Vehicles Alliance (ECAVA), moet Europese bedrijven samenbrengen rond software, hardware en AI, met als doel eigen ecosystemen uit te bouwen en niet louter afhankelijk te zijn van Amerikaanse of Aziatische spelers. Tegelijk wordt gewerkt aan een vereenvoudiging van regelgeving, zodat innovaties sneller hun weg naar de markt vinden.
Daarnaast belooft de Commissie meer aandacht voor de vergroening van bedrijfswagenparken. Aangezien die goed zijn voor zo’n zestig procent van de nieuwe autoverkopen, kan een gerichte aanpak daar een groot hefboomeffect hebben. Ook de sociale dimensie ontbreekt niet: via bestaande fondsen worden reskilling- en bijscholingsprogramma’s uitgerold om werknemers te ondersteunen in de overgang naar een emissievrije en digitale industrie.
De reacties uit de sector zijn gemengd maar duidelijk eensgezind over de urgentie. ACEA-voorzitter Ola Källenius, tevens CEO van Mercedes-Benz, onderstreepte dat de industrie bereid is haar rol te spelen, maar dat de beleidskaders realistisch moeten zijn. Volgens hem dreigt de kloof tussen ambities en marktcondities te groot te worden, zolang energie duur blijft, laadinfrastructuur traag groeit en betaalbare elektrische modellen schaars zijn. Hij pleitte ook voor een versnelde ondersteuning van kleine en efficiënte elektrische auto’s, en voor specifieke maatregelen in de zwaarste segmenten, waar bussen en vrachtwagens vandaag amper 3,5% van de elektrische registraties vertegenwoordigen.
De Duitse sectorvereniging VDA is nog kritischer en verwijt de Commissie te weinig strategische daadkracht. Voorzitter Hildegard Müller wijst erop dat fabrikanten intussen miljarden investeren en in München op de IAA al tal van emissievrije modellen klaar hadden staan, maar dat de vraag stokt door hoge energieprijzen, gebrekkige laadinfrastructuur en onduidelijke incentives. Volgens haar is het tijd om de CO2-doelstellingen in 2035 bij te stellen naar een reductie van 90% in plaats van volledige neutraliteit, om zo de concurrentiekracht en werkgelegenheid in Europa te vrijwaren.
Toch ligt de bal opnieuw bij de Commissie, die tegen het einde van dit jaar een aantal cruciale reviews wil afronden. Die moeten duidelijkheid scheppen over de CO2-regels voor personenwagens, bestelwagens en zware voertuigen, en de verdere contouren van het actieplan vastleggen. Zowel ACEA als VDA hameren erop dat de volgende dialoog in december niet opnieuw bij analyses en beloftes mag blijven steken. Hun boodschap is helder: de voertuigen zijn klaar, maar zonder aangepaste randvoorwaarden dreigt Europa de strijd om technologische leiderschap en industriële welvaart te verliezen.
