De geschikte omstandigheden om te schilderen
De impact van het weer en de omgeving uitgelegd
Met het mooie weer voor de deur is het moment aangebroken om de gevel en de ramen en deuren van een nieuw laagje lak te voorzien. Van midden april tot midden oktober is de ideale periode om buitenschilderwerken uit te voeren. Maar behalve het weer heeft ook de omgeving een grote invloed op het eindresultaat en de levensduur van de coating.

INVLOED VAN HET WEER
Doorgaans loopt het buitenseizoen van midden april tot midden oktober. Maar schilderen in deze periode geeft geen garantie op een mooi eindresultaat. Het weer op het moment van schilderen is immers beslissend. Een verffilm is het meest kwalitatief en duurzaam na een optimale droging. Hou dus zeker de temperatuur, zon, luchtvochtigheid en wind in de gaten.

Temperatuur tussen 10 °C en 20 °C
Lakken gebeurt het best bij de juiste temperatuur, namelijk tussen 10 °C en 20 °C. Onder de 10 °C drogen buitenlakken minder snel. Hou er dus rekening mee dat de temperatuur niet te veel zakt, ook in de uren na het schilderen. Hou ook de temperatuur van de ondergrond in de gaten: als het buiten 15 °C is, maar het oppervlak (bv. metaal) is slechts 5 °C, dan wordt er beter gewacht met schilderen. Temperaturen boven de 20 °C doen de verf dan weer sneller drogen, wat tot strepen en zichtbare overlappingen kan leiden.
Na de zon schilderen
Het wordt aangeraden om ‘na’ de zon te schilderen. Schilderen in de zon zorgt er immers voor dat de verf te snel droogt, met oneffenheden en blaasvorming tot gevolg. Door te schilderen ‘na’ de zon, is er de zekerheid dat de zon niet meer op het schilderwerk zal schijnen, en wordt voorkomen dat de verf onvoldoende tijd krijgt om te drogen en uit te vloeien. Een bijkomend voordeel van schilderen ‘na’ de zon is dat condens (na een koude nacht bijvoorbeeld) de kans krijgt om eerst te verdampen. Let wel, solventgedragen lakken hebben naast een juiste temperatuur, ook licht nodig om te drogen. Het is ook belangrijk om niet te laat op de dag te schilderen, zodat de lak voldoende kan drogen vooraleer het donker en koeler wordt.

Vermijd een hoge luchtvochtigheid
Schilderen bij regen of mist is not done. Aan het begin en het einde van het buitenseizoen is het aangewezen om niet te vroeg of te laat op de dag te schilderen. In al deze gevallen is de luchtvochtigheid te hoog. Bij een luchtvochtigheid hoger dan 85% krijg je geen optimale filmvorming en kan er zich condensvorming voordoen wat kan leiden tot glansverschillen en waasvorming.

dauwpunt monitoren, bespaart u kosten
Niet alleen de luchttemperatuur en de relatieve vochtigheid dienen in de gaten te worden gehouden, het is ook belangrijk om de dauwpunttemperatuur te berekenen. Dat kan via bestaande tabellen of via een dauwpuntmeter die de klimaatomstandigheden voor, tijdens en na het schilderen monitort.
De dauwpunttemperatuur is belangrijk omdat er op het te schilderen of geschilderde oppervlak condensatie kan optreden als dat oppervlak voor, tijdens of na het schilderen een temperatuur krijgt die op of onder het dauwpunt ligt. Die condensatie kan het proces van droging negatief beïnvloeden en de verflaag verstoren: het oppervlak ziet er onregelmatig uit, verliest glans en vertoont witte vlekken. Om er zeker van te zijn dat er absoluut geen condensatie kan optreden, is het aan te raden om ervoor te zorgen dat de oppervlaktetemperatuur ten minste 3 °C hoger ligt dan het dauwpunt. Tijdens het drogen van de verf wordt immers ook energie onttrokken van de ondergrond en dat kan de oppervlaktetemperatuur nog extra doen dalen.
Beperk de wind
Verf droogt niet alleen sneller bij hoge temperaturen of onder invloed van de zon, maar ook bij wind. Het gebruik van solventgedragen lakken heeft in deze situaties een voordeel omdat ze een langere open tijd hebben. Watergedragen lakken, daarentegen, drogen dan veel te snel en beginnen al bij de verwerking aan te pakken, waardoor de verf onvoldoende tijd heeft om open te vloeien en er borstelstrepen zichtbaar blijven in de lak. Een ander nadeel van wind, is dat er ook eerder stof en ander vuil in de natte verffilm kan waaien.

INVLOED VAN DE OMGEVING
Waar gaat u schilderen? De omgeving speelt zeker een rol en heeft een invloed op de levensduur van het schilderwerk. Staat uw woning aan de kust, in een industriële omgeving, of in een intensief landbouwgebied, dan zal de levensduur van het schilderwerk korter zijn. Dat komt door de inwerking van zouten en chemicaliën op het schilderwerk. Schilderwerk aan de zonzijde van de woning (westen en zuiden) is meer onderhevig aan zon en uv-licht en zal dus eerder onderhoud nodig hebben dan schilderwerk aan de schaduwkant van de woning (noorden en oosten). In een bosrijke omgeving is er dan weer minder direct zon- en uv-licht, maar is er wel sneller groenvervuiling.