315.000 fysieke en virtuele bezoekers voor Open Wervendag
Een nog groter succes dan editie 2024

Zondag 25 mei gingen 125 opmerkelijke bouwwerven open voor het grote publiek tijdens de achttiende Open Wervendag, georganiseerd door bouwfederatie Embuild. “Deze editie was zeer succesvol met 65.000 fysieke bezoekers en 250.000 virtuele bezoekers, wat een pak meer is dan vorig jaar”, zegt Niko Demeester, topman van Embuild.
Politici op de afspraak
Op het programma stonden onder meer grote infrastructuurwerken, energiezuinige woningen, warmtenetten en circulaire zwembaden. Ook veel toppolitici toonden hun interesse voor de bouwsector door deel te nemen aan werfbezoeken tijdens Open Wervendag. Zo ontvingen we o.m. eerste minister Bart De Wever, de federale ministers Jan Jambon, Vincent Van Peteghem, Annelies Verlinden, Anneleen Van Bossuyt, de Vlaamse ministers Jo Brouns en Annick De Ridder, en partijvoorzitter Sammy Mahdi.
Zoveel mogelijk mensen kennis laten maken met de sector
125 topwerven in heel België waren vandaag toegankelijk voor het grote publiek. En dat zowel via fysieke als virtuele bezoeken. “We willen immers zoveel mogelijk mensen laten kennismaken met onze sector. Dat is belangrijk omdat de bouw- en installatiesector de laatste jaren sterk geëvolueerd is. Onze sector speelt een cruciale rol in de klimaattransitie, in de hernieuwing van onze infrastructuur en in het creëren van extra woonruimte, we bouwen de oplossingen voor de toekomst”, legt Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild, uit.

45.000 meer dan vorig jaar
315.000 bezoekers genoten van de achttiende editie van de Open Wervendag, een initiatief van bouwfederatie Embuild. 65.000 mensen deden dat ter plaatse, 250.000 virtueel vanachter hun computer. Ter vergelijking: vorig jaar bezochten 55.000 mensen een werf ter plaatse en 215.000 mensen kozen toen voor een virtueel werfbezoek. Deze Open Wervendag was dus een nog groter succes, ook digitaal.
Breng een virtueel bezoek aan de werven
Verschillende werven werden ook door toppolitici bezocht. Het ging in Vlaanderen onder meer om eerste minister Bart De Wever, federaal vicepremiers Jan Jambon en Vincent Van Peteghem, federaal minister van Justitie Annelies Verlinden, federaal minister van Asiel en Grootstedelijk Beleid Anneleen Van Bossuyt, Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns, Vlaams minister van Openbare Werken, Mobiliteit en Havens Annick De Ridder en partijvoorzitter Sammy Mahdi.

Systematische onderinvesteringen in infrastructuur laten zich voelen
Vorig jaar ging 3% van ons BBP naar overheidsinvesteringen, een pak minder dan het gemiddelde van 3,7% in onze buurlanden en ook minder dan het gemiddelde van 3,4% in de 27 EU-lidstaten. Ook dit jaar ziet het ernaar uit dat ons land maar 3% van het BBP zal besteden aan overheidsinvesteringen.
“Nochtans heeft ons land nood aan een grondige update van onze veelal verouderde infrastructuur (wegen, fietspaden, scholen, ziekenhuizen, energiefaciliteiten, …).
“Werven mogen in eerste instantie wel zorgen voor hinder, lawaai en stof, uiteindelijk leiden ze tot grondige verbeteringen op het vlak van wonen, werken en leven”, zegt Niko Demeester, CEO van Embuild. Op het vlak van overheidsinvesteringen zijn onze regeringen gezamenlijk echter weinig ambitieus, want ook aan het einde van de legislatuur in 2029 zou slechts 3% van het BBP naar overheidsinvesteringen gaan. En dat na jaren van systematische onderinvesteringen in infrastructuur allerhande. Embuild heeft begrip voor de moeilijke budgettaire context, maar stelt anderzijds wel vast dat andere landen proportioneel meer investeren ondanks lagere belastingen.
Tijdens Open Wervendag staan ook telkens heel wat grote infrastructuurwerken in de schijnwerpers. Een aantal voorbeelden uit de 3 regio’s: de Scheldetunnel in Antwerpen, het metrostation Centraal Station in Brussel of het nieuwe voetbalstadion van promovendus La Louvière. “Bouwbedrijven en overheden zijn belangrijke bondgenoten in het opwaarderen en het toekomstbestendig maken van allerhande publieke infrastructuur. Iedereen in ons land kan het zien: wegen, fietspaden, bruggen, waterwegen, scholen, culturele centra, zwembaden, sportfaciliteiten en dergelijke meer hebben stuk voor stuk een stevige upgrade nodig”, geeft Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild, aan.
In 2024 ging 3% van ons BBP naar overheidsinvesteringen. Dat is een pak minder dan de 3,7% in onze buurlanden en het gemiddelde van 3,4% in de 27 EU-lidstaten. Het Federaal Planbureau verwacht dat de overheidsinvesteringen dit jaar eveneens 3% van het BBP zullen uitmaken.
Niko Demeester, CEO van Embuild: “Het moet dus ambitieuzer. Tegen het einde van deze legislatuur moeten de gezamenlijke overheidsinvesteringen verhoogd worden tot 4% van het BBP. Alle overheden samen (lokaal, regionaal en federaal) zouden dan tussen nu en 2029 in totaal 6,15 miljard extra moeten investeren. We beseffen dat de huidige budgettaire context absoluut niet eenvoudig is, maar we kunnen onze infrastructuur niet verder laten verkommeren. Trouwens, de meeste andere Europese landen investeren proportioneel meer tot aanzienlijk meer in hun infrastructuur, zijn aan dezelfde begrotingsregels gebonden en heffen bovendien minder belastingen.”