Europese sector bouwmaterieel wordt met de Covid-19-crisis geconfronteerd vanuit een solide economische positie
2019 bleek een beter jaar te zijn voor de Europese bouwmaterieelsector dan aanvankelijk verwacht. Terwijl CECE een ‘zachte landing’ had voorspeld met een bescheiden daling van de markt in de hele sector, steeg de totale verkoop in Europa in 2019 met 3,4% ten opzichte van 2018. De vertraging in de loop van het jaar was echter wel in overeenstemming met de verwachtingen: na +7,1% in het eerste en +6,5% in het tweede kwartaal werd de markt negatief en daalde met 0,1% en 2,5%, respectievelijk in het derde en vierde kwartaal. De Europese markt bereikte een nieuw hoogtepunt na de economische crisis van 2008, zonder de recordvolumes van 2007 te raken. De meeste regio's in West- en Noord-Europa kwamen van een reeds hoog niveau en zagen een stabiele ontwikkeling in 2019 of zelfs meer groei. De Zuid-, Midden- en Oost-Europese markten lieten een gemiddelde groei zien, maar voldeden niet aan de meest optimistische verwachtingen. De Turkse markt was opnieuw de negatieve uitschieter, aangezien de omzet na een toch al negatieve 2018 een vrije val kende. De verkoop van grondverzetmachines in Europa (inclusief Rusland en Turkije) groeide in 2019 met nog eens 5%. Betonmaterieel voldeed aan de verwachtingen van een lichte daling van 6%. Ook de verkoop van torenkranen in Europa daalde met 6%. Dit was vooral het gevolg van een zwak vierde kwartaal, toen de omzet met 19% daalde. Begin 2020 vertoonde de CECE Business Climate Index een optimistische trend, die in maart met het vroege teken van de Covid-19-verstoringen weer omsloeg in een dramatische daling. Ten tijde van het schrijven van het Economisch Jaarverslag waren een daling van 10% van de wereldwijde verkoop en een daling van 5% van de Europese markt realistische scenario's, gezien de huidige vraag naar apparatuur en de economische cycli. Vanaf medio maart 2020 is elke prognose echter onmogelijk geworden vanwege de opkomende Covid-19-crisis, die zeker ernstige gevolgen zal hebben voor de bouwmaterieelsector en de economie in het algemeen.