Bio weet steeds meer consumenten en producenten aan te trekken
systematische groei bio blijft aanhouden

Er bestaat al lang niet meer zoiets als dé bioconsument. Iedereen koopt wel eens een bioproduct de dag van vandaag. Dat bewijzen ook de huidige cijfers van de biobestedingen met een verdrievoudiging ten opzichte van tien jaar geleden. Er blijven echter grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië op te merken. Verder kijken we ook wat bio in de foodservicesector betekent. Waar liggen er nog groeikansen en wat zijn de uitdagingen? Wij spraken met Alexander Claeys en Marijke Van Ranst van Bioforum Vlaanderen vzw, de overkoepelende organisatie die de hele voedingsketen verbindt, over al deze zaken en nog zoveel meer.
Evolutie biomarkt
Als je de biomarkt van vandaag met die van tien jaar geleden zou vergelijken, is er toch een opmerkelijke groei op te merken. Dat bevestigt ook Marijke Van Ranst, adviseur Verkooppunten & Foodservices bij Bioforum: “Er is een jaarlijks gestage groei op te merken, zowel op het vlak van productie als op het vlak van consumptie. Momenteel zit het huidige marktaandeel van bio in België op 3,1%.” Dat kan nogal aan de lage kant lijken, maar niks is minder waar. Want ten opzichte van tien jaar geleden, betekent dat bijna een verdrievoudiging.
Systematische groei
”We kunnen dus duidelijk spreken over een systematische groei, wat ook ideaal is voor bio, zodat vraag en aanbod telkens mooi op elkaar kunnen worden afgestemd”, verklaart Marijke. Als we naar de productie kijken, zit België nu op 6,6% in het landbouwareaal, een mooi cijfer waar voornamelijk Wallonië zorgt voor het grootste deel.
Productie en consumptie
Toch dient er een belangrijke nuance toegevoegd te worden dat productie en consumptie van bioproducten niet zomaar naast elkaar kunnen worden geplaatst. Wat de productie betreft, gaat het voornamelijk over de primaire goederen, bij consumptie gaat het daarentegen ook over de verwerkte producten. Die zijn in verhouding duurder dan de primaire artikelen. Bio heeft bovendien minder verwerkte producten dan gangbaar, wat het moeilijker maakt een hoger marktaandeel te bereiken.
Belgie versus Europa
Als we kijken naar hoe België (6,6%) zich verhoudt ten opzichte van andere Europese landen, dan zien we dat we het zeker niet slecht doen. Denemarken zit op 11,5%, Zwitserland ook net boven de 10%, Zweden 8,9%. De cijfers geven nogmaals mee dat bio effectief een impact begint te krijgen op de economie. “Het is niet alleen een mooi verhaal, je ziet in heel Europa bio ook kwantitatief stijgen. Het is belangrijk dat die trend zich ook voortzet”, aldus Alexander Claeys, voorzitter sinds april bij Bioforum.
Vlaanderen versus Wallonie
Op heel veel vlakken zijn er grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië en voor bio is dat niet anders. Het sterk verschillende politieke beleid is daar grotendeels voor verantwoordelijk. “Maar ook het culturele verschil mag zeker niet onderschat worden”, aldus Alexander. “Wallonië is één brok natuur en zet veel meer in op artisanale kleine producenten vanuit de omgeving”, gaat hij verder. Vlaanderen heeft op een bepaald moment gekozen voor de industrialisering, ook in voeding met een volledig andere cultuur en een verschillend imago als resultaat.
Marijke vult aan: “Dat klopt, op het vlak van landbouw en de voedingsindustrie zijn Vlaanderen en Wallonië totaal verschillend en dat vertaalt zich eveneens in bio.” Als we kijken naar het aantal boeren of verwerkende bedrijven, dan heb je meer Waalse bioboeren, maar wel meer Vlaamse bio-verwerkende bedrijven.
Algemeen kan worden gesteld dat er in Wallonië een duidelijk pro-biobeleid heerst. In Vlaanderen dient Bioforum als centraal aanspreekpunt voor bio, in Wallonië daarentegen zit dat opgenomen in het Ministerie van Landbouw. “De connectie van bio naar de politieke zuil in Vlaanderen verloopt niet altijd even vlot. Er wordt nog te vaak tegenover elkaar gestaan, terwijl we net meer moeten samenwerken”, vertelt Alexander overtuigd.
“We merken dat de gangbare landbouw zich steeds meer aanpast en zich laat inspireren door de biolandbouw, voornamelijk door de klimaatverandering” - Marijke Van Ranst
Bio behoort tot normaal aankoopgedrag
Alexander: “De tijd dat bioproducten enkel door de zogenaamde geitenwollensokkenconsument gekocht werden, ligt al even achter ons.” Bestaat die hardcore bioconsument dan niet meer? “Die bestaat zeker nog maar er bestaat niet meer zoiets als dé bioconsument. Bio wordt door iedereen gekocht”, aldus Alexander.
Een verklaring? Enerzijds is het aanbod enorm vergroot in vergelijking met tien jaar geleden. “In elke supermarkt vind je nu wel een aantal bioproducten. Vaak gaat het over basisproducten zoals pasta, olijfolie, eieren of melk”, aldus Alexander. Men begint dan ook met die primaire producten om kennis te maken met bio. Valt het in de smaak, dan gaan ze graag een stapje verder. Daarnaast vertelt Alexander dat de hedendaagse consument bovendien bereid is om meer te betalen voor een bioproduct. “Die twee elementen zorgen ervoor dat ze mooi op elkaar inspelen waardoor bioproducten tot een standaard aankoopgedrag behoren.”
Consument steeds bewuster
Het willen betalen voor kwaliteit en duurzaamheid is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Dat komt grotendeels door de steeds bewuster wordende consument. Mensen willen graag andere keuzes maken om bijvoorbeeld rekening te houden met het klimaat. Marijke voegt toe: “Vooral producten waarbij men zich makkelijk kan voorstellen wat er precies bio aan is, doen het goed. Zo kan men bij bio-eieren zich perfect een beeld vormen waarom dat ei nu precies bio is. Bij verwerkte producten echter, ligt dat iets moeilijker. Waarom zijn biokoeken precies bio? Alle gebruikte grondstoffen zijn bio en het gebruik van additieven is veel strenger gereglementeerd, maar dat is voor de consument al een pak moeilijker te beantwoorden. “We weten dat bio een complex verhaal is en hoe verder we afwijken van die primaire productie, hoe moeilijker het is voor de consumenten om mee te zijn met wat bio betekent”, aldus Marijke.
Wat is bio?
Weet de gemiddelde consument nu goed wat bio is en waarvoor het staat? “Ik denk dat het gros van de consumenten maar flarden weet wat bio precies is, zoals geen gebruik van kunstmest of pesticiden en het diervriendelijke aspect”, zegt Alexander. “Ik denk dat veel mensen een vereenvoudigd beeld hebben van wat bio betekent. Ik noem het dan ook vaak de eindproductbenadering”, verklaart Marijke. Die houdt in dat het eindproduct aan bepaalde normen moet voldoen en dat het ook vooral pesticidevrij is. “Veel mensen gaan niet verder dan dat, en beseffen niet goed welk proces eraan vooraf gaat”, voegt Marijke toe.
Bio en lokaal
In welke mate gaat die bioconsumptie- en productie dan over lokale producten? “Het is een illusie om te denken dat alles uit België komt, uiteraard wordt er geïmporteerd. streven we in de eerste plaats naar lokaliteit, maar voor bepaalde producten hebben we niet voldoende bio-aanbod om aan de vraag te voldoen”, legt Marijke uit. Maar ook voor de gangbare landbouw geldt dat eveneens en wordt er ook veel geïmporteerd. “Alleen merken we dat bio daar vaak strenger op beoordeeld wordt. Mensen verwachten nu eenmaal dat de bioproducten die ze hier kopen, hier ook geproduceerd worden. Bio-consumenten kiezen heel bewust voor duurzame en dus lokale producten. Bovendien hebben we geen zicht op het feit of dat bio nu meer of minder geïmporteerd wordt dan gangbare producten” aldus Marijke.
Daarnaast stelt Marijke dat de seizoenen daar een belangrijke rol in spelen. Bij de gangbare landbouw worden de seizoenen iets meer verlengd door verwarmde serres, bij biolandbouw is dat minder het geval. In die zin is het productieseizoen ook iets korter dan gangbaar. Marijke: ”Toch zien we daar al een kleine verandering in. Kasteelt kan hierbij een belangrijke rol spelen.”
Steeds minder klappen
We hadden het er al eerder over, dat bio nog vaak gepakt wordt op sommige zaken. Toch heeft Alexander het de afgelopen jaren zeker zien veranderen. “We zitten niet meer in de hoek waar de klappen vallen”, zegt hij. Bio moet zich dus steeds minder verantwoorden. Dat bevestigt ook Marijke: “We merken dat de consument die bio koopt, meteen ook bepaalde verwachtingen heeft waaraan zeker moet aan worden voldaan. Die verwachting mag zeker zijn, alleen is dat niet altijd realistisch of haalbaar.” Zo streeft Bioforum naar pesiticidevrije producten, maar kan die garantie niet altijd gesteld worden door drift via de lucht, het grondwater, de bodem en uit de omgeving.

Biolandbouw als inspiratie
De oplossing? Hoe meer bio-landbouw er is, hoe minder drift van pesticiden er mogelijk is. Marijke: “We merken dat de gangbare landbouw zich steeds meer aanpast en zich laat inspireren door de biolandbouw, voornamelijk door de klimaatverandering.” Bioforum maakt dan ook graag duidelijk dat biolandbouw geen wereld apart hoef te zijn of een stelletje wijsneuzen die het beter weten. “Het is net de bedoeling dat we zoveel mogelijk samen in een bepaalde richting evolueren die gezond en duurzaam is voor mens en planeet” aldus Alexander.
Frisser imago
Het imago van bio is ook frisser geworden de afgelopen jaren. Waar er vroeger misschien nog wat vooroordelen of twijfels bestonden over bio, is dat nu zo goed als weg. “Sterker nog,” verklaart Alexander, “de biosector wordt nu steeds meer als creatief en inspirerend aanzien door de hele voedingssector.” Dat ligt ook aan feit dat de retail ook op de kar van bio gesprongen is. Meer en meer professionele spelers uit de voedingssector zijn geïnteresseerd geraakt in bio.
Bio overal beschikbaar
Marijke: “Het grote verschil met tien jaar geleden is dat bio nu via veel meer kanalen beschikbaar is.” Zo was het een decennium terug ondenkbaar dat een biologische olijfolie te koop zou zijn in een hard discounter. Maar het blijft wel zo dat supermarkten zich nog vooral focussen op het aanbieden van die basisproducten terwijl dat zeker niet zo beperkt hoeft te zijn. “Als je kijkt naar biosupermarkten, dan zie je dat zo goed als elk product ook in bio beschikbaar is. Eigenlijk is er bijna niks meer dat je niet in bio kan vinden, iets wat ook enorm geëvolueerd is de afgelopen tien jaar”, verklaart Marijke.
grotere marge
Ligt die grotere interesse vanuit retail voor bio dan aan het feit dat er grotere marges te rapen vallen? “Helemaal niet, aldus Marijke, “het is een grote misvatting dat je als retailer meer marge hebt op de bioproducten in uw schap in vergelijking met de gangbare producten.” Die grotere marge waar men vaak over spreekt heeft bijvoorbeeld te maken met iets hogere productiekosten omdat bio produceren arbeidsintensief is. Bovendien krijgen bioboeren wel een eerlijke prijs voor hun product. In de gangbare landbouw is dat helaas niet altijd het geval. De situaties voor de boeren is daar vaak schrijnend. Bovendien zijn bioboeren minder onderhevig aan de fluctuaties in de markt. Alexander voegt toe: “Ook op het niveau van verwerkers, kan er ook een grotere marge zijn. Horecazaken die biogerechten op de kaart zetten, kunnen ook een iets hogere prijs rechtvaardigen.” Toch dient er nog een nuance te worden toegevoegd. Bio vergelijk je in prijs het best altijd met kwaliteitsproducten. Bij grote merken betaal je als consument vaak voor een groot deel het marketingverhaal achter het product.
veggiepioniers
Als we naar de GfK-cijfers kijken, dan zijn er een aantal opmerkelijke uitschieters op te merken. Zo is het vegetarische assortiment maar liefst verantwoordelijk voor 20% van het marktaandeel binnen bio. Omgekeerd stellen we vast dat het aandeel bio binnen het vleesassortiment ontzettend klein is. Maar ook hier zijn er duidelijke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. “In Vlaanderen wordt bio veel meer geassocieerd met vegetarisch, omdat bio hier een voortrekkersrol in heeft gespeeld. In Vlaamse biowinkels zie je bijvoorbeeld heel veel vegetarische burgers terwijl je dat in Waalse biowinkels amper zal zien”, verklaart Marijke.
Vanwaar komt die toevallige associatie dan? Marijke: “Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat het concept natuur of -biowinkels al veel langer bestaat in Vlaanderen, terwijl Wallonië daar nu de laatste jaren enorm op vooruitgegaan is. De natuurvoedingsbeweging van de jaren ‘70 en ‘80 ging vaak gepaard met macrobiotiek, wat ook de oorsprong was van de biobeweging in die tijd. Bovendien ligt in Wallonië de biobeweging veel dichter bij de landbouw, in Vlaanderen dan weer bij de gezondheidsbeweging.”
“We zitten momenteel ook in de ideale tijdsgeest om bio verder uit te bouwen. Bio is geen revolutie, maar een evolutie” - Alexander Claeys
wat met foodservice en bio?
Marijke: “Binnen Bioforum ben ik het aanspreekpunt voor de foodservicesector. Als grootkeukens interesse hebben om met bio te werken, dan zijn wij het eerste aanspreekpunt. Het eerste wat ik zal zeggen is dat ze contact moeten opnemen met hun eigen leveranciers. Het kan zijn dat zij al een mooi assortiment bio in hun gamma hebben, of het kan net een stimulans zijn.” Is een stap naar een bioleverancier dan niet logischer? “Dat zou inderdaad logischer zijn maar dan moet het al vaak over een groter volume gaan”, gaat Marijke verder. “Bij bio is het heel belangrijk dat er stapsgewijs te werk wordt gegaan om het praktisch haalbaar te houden. Zo kan u als grootkeuken niet opeens van dag op dag enkele duizenden biokippen bestellen.”
Terug connecteren met de natuur
Alexander: “Ik heb de laatste jaren ook op veel biobeurzen gestaan, en steeds meer valt het op dat ook de foodservice een kijkje komt nemen. Er heerst dus een duidelijke doch nog voorzichtige interesse in de sector.”Wie bio wil introduceren in zijn keuken, moet in de eerste plaats terug de connectie met de natuur en seizoenen krijgen en zijn werkwijze daarop afstemmen.
Certificering
Wat de certificering betreft, zijn ook hier weer verschillen tussen de twee landsdelen. In Brussel en Wallonië is de foodservicesector verplicht om onder controle te staan voor bio, in Vlaanderen momenteel (nog) niet. Maar wat betekent dat nu precies? “Foodservicezaken mogen communiceren als ze bioproducten verkopen of verwerken in hun gerechten, ook al zijn ze niet gecertificeerd”, aldus Marijke.
Aangezien de wetgeving steeds in evolutie is, kan het zijn dat die certificatieplicht ook in Vlaanderen verplicht wordt. “In bepaalde contexten, zeker in het kader van grootkeukens, denk ik dat dat een positief signaal kan zijn”, zegt Marijke. Grootkeukens werken heel vaak in opdracht van een bedrijf of de overheid. Men merkt dat die opdrachtgevers ook steeds meer bio opnemen als voorwaarde voor de grootkeukens. “Maar als ze die vraag stellen, moet dat ook gecontroleerd kunnen worden”, gaat Marijke verder. Wij bij Bioforum helpen grootkeukens ook graag bij het correct formuleren van de overheidsopdrachten, omdat we zien dat het daar soms foutloopt.“
Strikt budget laten rijmen met bio?
Het is algemeen geweten dat er een strikt budget per dag geldt in grootkeukens. Is het dan onmogelijk om bioproducten die doorgaans iets duurder zijn te gebruiken in de grootkeuken? “Absoluut niet, ook hier zijn die basisproducten de ideale oplossing om kennis te maken met bio”, verklaart Alexander. Zo kan je al een klein percentage van je assortiment bio maken.
Groothandels
“Het probleem ligt ook vaak bij de groothandel voor foodservice. Als je kijkt naar wat zij aanbieden van bioproducten, stelt dat niet veel voor. Vaak speelt het volume dan een doorslaggevende rol om het al dan niet aan te bieden.”
Belangrijke rol
Marijke: “Toch geloof ik dat de foodservicesector een belangrijke rol kan spelen in de verdere ontwikkeling van de biosector. Het is zo dat op dit moment de sector overwegend afgestemd is op een B2C-verkoop.”
Je kan zelfs stellen dat het het kip of het ei-verhaal is. Want als er meer vraag zou zijn vanuit foodservice, kan het aanbod zich daarop afstemmen en die prijsdruk iets afvlakken.
“Wat ik wel geloof is dat snackingartikelen die bio zijn wel perfect passen in bijvoorbeeld een kantine. Dat zijn producten die de consument al snel eens meegraait aan de kassa”, concludeert Marijke.
Aanpassingsperiode
Het belang van een stapsgewijze implementatie van bioproducten op de kaart, gaat bovendien ook over een aanpassingsperiode. Het is namelijk even aanpassen als u voor het eerst met bioproducten aan de slag gaat. De vleesstructuur is anders en pasta gaart anders omdat de consistentie anders is.
“Als ik een tip mag geven, is om eerst te beginnen met basisproducten om vervolgens alsmaar producten, ook verse, erbij te nemen. Geef het tijd en ga na wat de beste bereiding is”, voegt Alexander toe.
Toekomst
De positieve evolutie van bio, zowel productie als consumptie, zal zich wellicht ook in de toekomst voortzetten. De huidige coronacrisis maakt opnieuw duidelijk dat de biosector sterk gevraagd wordt en meer omzet creëert. We zitten momenteel ook in de ideale tijdsgeest om bio verder uit te bouwen. Het hoeft zeker niet opeens explosief te groeien.
Bio is geen fastfoodverhaal, dus een gestage groei voor de toekomstige jaren is het beste scenario waarnaar we streven. We zijn dan ook niet tegen het gebruik van digitalisering om doelstellingen te bereiken. Bio is geen revolutie maar een evolutie”, sluit Alexander mooi af.
Bio scoort in coronatijden
Corona heeft een grote invloed gehad op wat we eten en waar we het kopen. Meer aandacht voor gezonde voeding en lokale verkooppunten stonden wellicht meer dan ooit centraal. Ook de keuze voor meer bio behoort daarbij. Dat wordt ook bevestigd door een recente studie van VLAM.
Enkele opvallende cijfers:
- De voorbije tien jaar groeiden de biobestedingen in België gemiddeld 11% per jaar. Deze groei staat in schril contrast met de beperkte groei van de totale voedingsbestedingen (0,8%);
- Het aantal bioreferenties stijgt jaarlijks. Zo was dat vorig jaar 14.000. Een bewijs dat er een enorme verbreding is van het biopallet.
- In coronatijden lag de aankoopfrequentie van bio hoger dan gangbare producten. We gingen met z’n allen minder naar de winkel om de kans op besmetting zoveel mogelijk te beperken.
- Gezinnen met kinderen hebben het laagste bio-aandeel (1,6%) maar deze groep heeft zijn aandeel wel verdubbeld sinds 2010;
- De klassieke supermarkt is het kanaal waar bio het meest gekocht wordt (39%)
- Lokaal shoppen is tijdens de crisis nog belangrijker geworden: 61% van de respondenten geeft aan dat ze (nog) bewuster geworden zijn van het belang van een sterke eigen landbouw, zelfs 80% geeft aan dat de landbouwsector meer respect verdient.