“WERELDWIJDE AANDACHT VOOR PROCESINTENSIFICATIE ONTBREEKT IN NL"
20 jaar PIN NL: Voorzitter Henk Akse blikt terug en vooruit
Twintig jaar geleden werd onder de vlag van RVO het netwerk PIN NL opgericht. De leden van dit Netwerk Procesintensificatie discussiëren regelmatig over dit thema en wisselen kennis uit. Onderling én met de buitenwereld. Voorzitter Henk Akse praat met passie over PI-technologieën en de vergaande mogelijkheden met betrekking tot onder andere verduurzaming van de procestechniek. Daarnaast verbaast hij zich: wáárom schittert Nederland door afwezigheid op het wereldtoneel wanneer het aankomt op PI? En wat wil PIN NL hier de komende tien jaar tegen ondernemen?
WIE IS HENK AKSE?
Als chemisch technoloog - afgestudeerd aan de universiteit van Groningen - was Henk Akse in 1998 een van de initiatiefnemers van PIN NL. Naast het voorzitterschap dat hij sinds 2010 bekleedt, adviseert hij sinds 2004 vanuit zijn eigen adviesbureau de volledige kennisketen over het verduurzamen van de procesindustrie. Variërend van wetenschappelijke instituten via ontwikkelaars/apparatenbouwers tot aan de eindgebruiker.
"We zijn in een situatie terechtgekomen waarin 60-80% van de reacties binnen de procestechniek feitelijk plaatsvindt in verkeerde apparatuur"
PARADIGMA SHIFT
Twintig jaar geleden was energiebesparing een 'hot item' in de hele industrie. Het thema wordt anno 2019 breder benaderd via de term duurzaamheid, maar in die tijd was het onder andere voor de procestechniek een echte 'paradigma shift'. Henk Akse, een van de initiatiefnemers, geeft aan: “Dat betekent dat men op een totaal andere manier naar processen ging kijken met het doel deze efficiënter en energiezuiniger te maken. Daarnaast zagen we een ontkoppeling van de economische groei en het energieverbruik. De besparingsmaatregelen die de bedrijven toen namen, waren dus blijkbaar zo effectief, dat de procesindustrie daadwerkelijk kon groeien en meer productie kon draaien bij een gelijkblijvend energieverbruik. Alle reden om dit bewust naar buiten te brengen."
Een initiatief om kennis omtrent de mogelijkheden van energiebesparing naar buiten te brengen, werd onder meer genomen door RVO (indertijd Novem) met het oprichten van PIN NL. Deze afkorting staat voor Procesintensificatie Netwerk Nederland, en was vooral bedoeld om een extra 'schwung' te geven aan deze nieuwe benadering van de procestechniek.
WAT BETEKENT PROCESINTENSIFICATIE OOK ALWEER?
Om een maximaal begrip te kweken van de ontwikkelingen op het vlak van PIN NL in de afgelopen twintig jaar, is het goed om kort aan te geven wat procesintensificatie is. Volgens Akse zijn er twee definities in omloop die wat hem betreft gelijkwaardig zijn. “Enerzijds gebruiken we de term procesintensificatie om aan te geven dat twee processen die zich normaal in twee apparaten voltrekken, nu zijn ondergebracht in één apparaat. Dikwijls leidt dat tot verlaging van het energiegebruik.
In een tweede definitie is procesintensificatie een manier om een bepaalde hoeveelheid product te vervaardigen in een apparaat dat 10 tot 100 keer kleiner is dan gebruikelijk. Veelal is dit mogelijk door bijvoorbeeld te werken met onverdunde in plaats van sterk verdunde oplossingen of veel hogere temperaturen."
Inmiddels zijn er ca. 90 zogenaamde PI-processen ontwikkeld waarvan de meeste veel minder energie gebruiken dan hun conventionele variant. Wat dat betreft dus nog steeds een actueel thema en in de huidige tijd misschien alleen nog maar méér. De bijhorende technologieën verbruiken immers ook minder grondstoffen, produceren minder afvalstoffen en nemen minder plaats in beslag. De eerste twee aspecten zijn in het kader van duurzaamheid belangrijk terwijl compact bouwen al langere tijd de aandacht van ontwerpers had.
IMPACT VAN PIN NL
Dankzij de oprichting van het netwerk procesintensificatie konden experts met elkaar in discussie treden, kennis uitwisselen en gezamenlijk wereldwijd gegenereerde kennis vergaren en verspreiden. Zo is PI onder meer op de agenda's gekomen van kennisinstituten en het bedrijfsleven. “Veel van de opgedane kennis wordt door de leden direct naar het bedrijfsleven toegebracht", weet Akse.
“En dat is nodig. In een belangrijk deel van ons industriepark hebben we te maken met een verouderde assetbase terwijl we moeten concurreren met de wereld. Uiteindelijk zijn we zo in een situatie terechtgekomen waarin 60-80% van de reacties binnen de procestechniek feitelijk plaatsvindt in verkeerde apparatuur. Toen de apparaten werden aangeschaft was er geen andere keuze, maar door procesintensificatie zijn dezelfde processen inmiddels veel energiezuiniger uit te voeren met een hoger grondstofrendement."

Kijken we naar het 'nu', dan zijn er ten aanzien van PI een drietal belangrijke feiten vast te stellen. Ten eerste is 60% van de 90 beschikbare soorten PI-technologieën commercieel beschikbaar voor het hele spectrum van verwarmen, mengen, en roeren tot reageren, scheiden en koelen. Ten tweede kan PI bijdragen tot een substantiële CO2-emissiereductie. Dit wordt onder meer aangetoond door Technology Licensors en Engineering Contractors als Johnson Matthey en Technip FMC met recente innovaties voor waterstofproductie via Steam Methane Reforming. Een belangrijk feit gezien het Klimaatakkoord en de prestaties die het bedrijfsleven op basis daarvan moet gaan leveren. Ten slotte is procesintensificatie - onder meer door de combinatie van energie- en CO2-besparing - inmiddels bedrijfseconomisch bijzonder interessant geworden, met wereldwijd aansprekende voorbeelden.
NEDERLAND BLIJFT ACHTER?
Henk Akse: “Die mooie PI-toepassingsvoorbeelden betreffen echter vaak het buitenland. Een onbegrijpelijk feit. Ik noem daarbij onder andere het Zwitserse Sulzer als toonaangevend leverancier van Dividing Wall Columns. Dit bedrijf verkoopt zijn producten al jaren over de hele wereld, terwijl er in Nederland naar verluidt één DWC staat. En dit terwijl Nederland na Duitsland toch het grootste chemieland van Europa is met een geschat energiegebruik door destillatiekolommen van 160-200 PetaJoules/jaar.

Een ander mooi voorbeeld betreft het jonge Nederlandse bedrijf Flowid dat haar Spinning Disc Reactoren - die zich onderscheiden door extreem hoge stof- en warmteoverdracht - in toenemende aantallen in het Midden- en Verre Oosten verkoopt. Flowid is gestopt met marketing in Nederland omdat dit 'geen enkele zin' heeft."
Waarom de investeringen uitblijven, weet Akse niet. “Ik heb natuurlijk wel vermoedens. Misschien is procesintensificatie al te ingeburgerd om nog sexy te kunnen zijn. Iets wat bij investeringen helaas nog altijd een rol speelt. Daarnaast is en blijft de chemiesector een high risk business waar veiligheid bovenaan staat bij elk bedrijf actief op dat vlak. Met succes. De Nederlandse chemische industrie heeft al jaren een uitstekend track record als het om veiligheid gaat en de introductie van 'nieuwe' technologie betekent per definitie een toename van het risico. Dat staat haaks op veiligheidsdenken. Toch kan juist procesintensificatie tot substantiële verbetering van procesveiligheid leiden, met name waar nu wordt gewerkt met grote volumes. Bovendien hebben we eerder geconstateerd dat PI ook niet meer extreem 'nieuw' is en dat bedrijven dus inzetten op bewezen oplossingen."
MKB
Een lichtpuntje ziet Akse in de wil van het MKB om te verduurzamen. Hij geeft aan: “In mijn advieswerk zie ik vooral familiebedrijven die actief hun processen aan het verduurzamen zijn. Dit onder andere in het kader van bedrijfscontinuïteit en er 'zeker' van te zijn dat hun opvolgers - meestal eigen bloed - nog vele jaren in een gezond bedrijf kunnen werken. Zíj richten zich bewust op duurzaamheid en kijken daarbij ook naar procesintensificatie als een effectief middel om dit te realiseren. Wat me wel écht zorgen baart, is dat actuele kennis met betrekking tot procesintensificatie zich lijkt te clusteren in ontoegankelijke organisaties. Er zijn in Europa kennisnetwerken voor bedrijven over procesintensivering waar wetenschappers een fee ontvangen voor het schrijven van Expert Reports over de door hen ontwikkelde geïntensiveerde technologie. Prima, maar vervolgens krijgen deze experts géén toestemming om hun kennis met anderen te delen. Ook in Nederland zelf zijn er organisaties die kennisbarrières opwerpen door een entrance fee te vragen van bedrijven en hen te dwingen tot deelname aan consortia. Veel bedrijven voelen niet voor die consortia wat leidt tot uitsluiting van toegang tot kennis.
PIN-NL is van mening dat in deze belangrijke periode van transitie naar een duurzame procesindustrie kennis juist vrijelijk moet stromen. De komende jaren maken wij ons daar sterk voor samen met support van onder meer brancheorganisaties en 'Technology Licensors'."