Flanders Make zwaait op symposium oude voorzitter uit
Herindustrialisering van Vlaanderen blijft het speerpunt
Het jaarlijkse symposium van Flanders Make stond ook dit keer garant voor inspirerende keynotes en heel wat praktische demonstraties van de laatste technologieën. Toch was deze editie extra speciaal: Urbain Vandeurzen, een centrale spil in het succes van Flanders Make, werd uitgezwaaid als voorzitter. Zijn opvolger is Geert Van Poelvoorde, die meteen met een duidelijke boodschap kwam: "We moeten het merk van Flanders Make versterken."
Oud en nieuw
De Nekkerhal in Mechelen vormde dit jaar het toneel voor het symposium van Flanders Make op 22 oktober. De organisatie, gericht op hoogtechnologisch onderzoek om zo bedrijven binnen de industrie te ondersteunen, had op de vorige editie wat te vieren met de inwijding van hun nieuwe gebouw in Kortrijk. Nu was het ook een ietwat speciale editie, aangezien Urbain Vandeurzen, jarenlange voorzitter en voortrekker van Flanders Make, feestelijk werd afgelost door Geert Van Poelvoorde.
Onder het voorzitterschap van Vandeurzen realiseerde het strategisch onderzoekscentrum in 10 jaar tijd een sterk innovatie-ecosysteem voor de industrie, met meer dan 900 medewerkers in vestigingen verspreid over heel Vlaanderen. Heel wat redenen dus om te vieren en dankbaar te zijn, maar uiteraard was iedereen ook benieuwd naar de aanpak van de nieuwe voorzitter. Die toonde zich alvast bijzonder strijdvaardig en zag alvast één groot werkpunt: "Ik vind dat we nog onvoldoende gekend zijn binnen de industrie. We staan nog te weinig op de radar van de bedrijven en daar zit dus nog veel potentieel wat onze impact betreft. We moeten ons 'merk' verder uitbouwen en nog sterker aanwezig zijn binnen het industrielandschap." Ambitie, heet dat dan.
Inspirerende sprekers
Een nieuw symposium betekent natuurlijk ook een vers blik sprekers, die de gasten van de nodige inspiratie moeten voorzien. De eer om de dag te openen viel te beurt aan Matthias Diependaele, de nieuwe minister-president van Vlaanderen. De kernboodschap bleef dezelfde als die van vorig jaar: volop inzetten op herindustrialisering, waarbij innovatie en technologische ontwikkeling centraal moeten staan. De nodige middelen zullen hiervoor uitgetrokken worden, met een belofte voor 1,6 miljard euro.
Er volgde een gesprek met de oude en nieuwe voorzitter, waarbij er werd teruggeblikt maar meteen ook het vizier op de toekomst werd gericht. Ook hier werd het belang van technologische innovatie benadrukt. Grisja Lobbestael, CEO van Flanders Make, nam vervolgens het woord en droeg een duidelijke boodschap uit: de toekomst zal bepaald worden door disruptive innovation. Niet louter het verbeteren en verfijnen van bestaande technieken en concepten, maar het uitdenken van totaal nieuwe principes die ons anders doen nadenken en produceren. Herindustrialisering is hiervoor uiteraard cruciaal, maar ook de rol van onderzoek en innovatiecentra werd onderstreept.
De rest van de dag werd gevuld met een reeks keynotes die industriële innovatie vanuit verschillende perspectieven benaderden. Micheal Cassidy, CTO van Irish Manufacturing Research, sprak over het succes van hun pilootfabriek, in een industrieel landschap dat qua spitstechnologie eerder achteroploopt binnen Europa. Jef Peeters (Flanders Make) en
Bruno Vermoesen (BSH) gaven meer uitleg bij het concept van de circulaire economie en de rol die duurzame innovatie hierin kan spelen. Verder kwam het potentieel van AR en VR voor het trainen van personeel aan bod, net als het testen van het assemblagepotentieel in de vroege ontwerpfase. De laatste sessies zoomden in op digitalisering en AI, waarbij de rol van de mens niet uit het oog verloren mag worden - we zitten uiteraard al aan Industrie 5.0.
Demonstraties
De getoonde demonstraties waren niet alleen talrijk, maar ook bijzonder gevarieerd. Onder de 24 demo's konden we toch enkele tendensen vaststellen. Robots zijn zoals steeds weer massaal aanwezig, maar de concrete toepassingen lopen wel sterk uiteen. Van AMR's die bier komen brengen – het is immers Oktoberfest – tot knikarmrobots die mixed palletizing aankunnen. AI mocht natuurlijk niet ontbreken. Algoritmen werden voor verschillende doeleinden gebruikt: continu trainbare kwaliteitscontrole, (gedeeltelijk) automatisch tunen van controllers en optimaliseren van trajecten voor holonomische voertuigen.
AR en VR blijven populaire toepassingen, met name gericht op onderwijs, training en simulaties. Bezoekers konden dan ook op heel wat standen een speciale headset opzetten om vlot nieuwe skills te leren, elektrische cabines te assembleren of zelfs een evacuatie te simuleren binnen een nucleaire site.
Ten slotte viel het blijvende potentieel van digital twins op. Veel van de genoemde demo's hadden immers een digitaal equivalent van de fysieke installatie, waarbij simulaties het mogelijk maakten om zaken veel sneller te testen dan op de traditionele manier. Heel wat innovatie dus, met bovenal praktische toepassingen.