Automatiseren met FMS-lijnen om flexibel te produceren

BMI-Thegon neemt derde Okuma bewerkingscentrum in gebruik

De omzet van BMI-Thegon is de afgelopen jaren sterk gegroeid, maar het aantal medewerkers blijft rond de 33 schommelen. Automatisering is het sleutelwoord in de strategie van deze toeleverancier uit het Nederlandse Baak. Niet alleen met robots, maar vooral met FMS-lijnen. "We draaien met de machines zo’n 150 spindeluren per week. Dat lukt veelal niet met een robot", zegt directeur-eigenaar Harold Groot Roessink.

Kritische componenten

Binnenkort wordt aan een van de FMS-lijnen bij BMI-Thegon het derde horizontale CNC-bewerkingscentrum van Okuma geplaatst. De MB-5000HII onderscheidt zich door zijn hoge voedingen en ijlgangen. Het bewerkingscentrum heeft een tafel van 500 bij 500 mm.

Daar passen de pallets op met daarop de spantorens, waarop soms wel tientallen producten  zijn opgespannen die de toeleverancier freest voor klanten in diverse sectoren. Van meet- en regelindustrie tot defensie; van offshore en hydrauliek tot en met petrochemie. Bijna altijd zijn het kritische componenten, veelal van aluminium of rvs, maar het gaat ook om materialen zoals Hasteloy en Inconel.

“Negentig procent van het materiaal is gecertificeerd; ook het aluminium. Wij zijn overstempelbevoegd en mogen dus ruw materiaal remarken", zegt Harold Groot Roessink om de positie van het bedrijf verder te duiden. "Heel veel componenten die we maken zijn traceerbaar, vanaf de smelter tot en met het interne proces."

Automatisering en flexibiliteit

BMI-Thegon zit naast de prototyping vooral in het seriewerk, tot wel enkele duizenden stuks op jaarbasis. "We produceren het liefst kleinere series van zo’n 250 stuks”, zegt de mede-eigenaar van het metaalbedrijf, dat in 1998 werd opgericht. Voor veel klanten wordt een voorraad aangehouden, zodat er snel geleverd kan worden. "Kwaliteit en leverbetrouwbaarheid zijn immers superbelangrijk."

De jongste jaren is hier sterk ingezet op automatisering. "We willen 24/7 onbemand verspanen", zegt Groot Roessink. Dit heeft te maken met het tekort aan vakmensen en in toenemende mate ook met de stijgende loonkosten. "De prijzen staan onder druk. Dan worden loonsverhogingen wel een dingetje, want hierdoor daalt de marge. Door te groeien en het aantal medewerkers constant te houden, houden we de marge gezond", legt de ondernemer uit.

FMS-lijnen

Doordat BMI-Thegon voorraden aanhoudt voor hun klanten, kan men de productie efficiënter plannen. En door de slimme automatisering kan men toch flexibel reageren; ook als het om enkelstuks gaat. Het bedrijf zet daarbij vooral in op automatisering via FMS-systemen.

Aan een van de FMS-lijnen van Fastems (met 30 palletplaatsen) staan nu al twee MB-5000HII horizontale bewerkingscentra van Okuma, met elk een gereedschappenmagazijn van 260 posities. Hier komt straks nog het derde horizontaal bewerkingscentrum bij. Door gebruik te maken van opspantorens is de autonomie van zo’n FMS-lijn groot. De lijn wordt voor het laatst op vrijdagochtend gevuld, waarna de machines tot na het weekend doorlopen.

"FMS-systemen met horizontale bewerkingscentra zorgen voor minder machinestilstand dan automatiseren met robotbelading"

"De machines draaien zo’n 150 uren in de week en dat kan meestal niet met een robot. Wij verliezen met de opspantorens veel minder tijd bij het wisselen van een product dan wanneer de robot het product uit de klem moet halen en een nieuw erin legt. En dankzij de torens en opspanningen die we deels ook zelf ontwikkelen, blijven we flexibel ondanks de automatisering", stelt Groot Roessink.

Juiste machine voor het product

Hij kan de vergelijking maken, want bij BMI-Thegon staat ook een Multus B300II naast een Multus B400II, die allebei zowel standalone als met robotbelading kunnen werken. Dit zijn multitaskingmachines van Okuma, met onder andere een Collision Avoidance System om botsingen van het gereedschap te voorkomen. Beide machines beschikken over een subspil om producten over te nemen, zodat de producten aan alle kanten kunnen worden bewerkt.

Groot Roessink ziet de multitaskingmachines niet als vervanger van de universele CNC-draaibank. "Je hebt bij een multitaskingmachine vaak een langere gereedschapswisseltijd; de machine staat dus langer stil. En als je zwaar freeswerk hebt, kun je beter op twee aparte machines werken. Maar als je het product er wel op kunt maken, komt het in één keer kant-en-klaar van de machine af. Dat is het voordeel."

Het is dus belangrijk voor dit type machine om het juiste product te kiezen. Op CNC-draaigebied werkt het bedrijf tegenwoordig overigens bijna nog enkel met Okuma machines. "Dat is voor onze operators gemakkelijker, omdat we één besturingssysteem hebben; hetzelfde als op de multitaskingmachines. Bovendien is het dan gemakkelijker om een programma op een andere machine uit te wisselen."

Daarnaast kijkt hij als directeur-eigenaar naar het totaalplaatje als het om investeringen gaat. Niet alleen zoekt hij een goede en betrouwbare machine; hij zoekt ook een leverancier die meedenkt. 

Op maat gemaakt

Soms zijn er wel eens speciale wensen, zoals bij de aanschaf van een Okuma LT3000 EX. Dit is een CNC-draaimachine met twee spindels, een boven- en onderturret. Okuma levert deze onder andere met een bovenlader met één beladingsstation. De klant kan daarbij kiezen uit verschillende types, afhankelijk van de grootte en gewicht van de producten. BMI-Thegon wilde deze machine echter met twee beladingsstations, wat dus geen standaarduitvoering is.

"We hebben er samen met Okuma naar gekeken en ze hebben van de functionaliteiten van twee verschillende types bovenladers één nieuwe samengesteld. Dit resulteerde in de opstelling die er nu staat, met twee beladingstations aan de linkerzijde. Hier mogen we beide trots op zijn", klinkt het. 

Groot Roessink waardeert vooral de manier waarop de machinebouwer het idee heeft opgepakt en hoe de Japanse engineers het concept hebben uitgewerkt tot de machine die BMI-Thegon wilde hebben. "Dat ging echt heel snel." 

Slimmer verspanen

Met het derde horizontaal bewerkingscentrum aan de FMS-lijn breidt BMI-Thegon de capaciteit binnenkort verder uit. Groot Roessink ziet groeikansen, zowel bij bestaande als nieuwe klanten. De netcongestie in Gelderland speelt het bedrijf echter parten.

"Uitbreiding van de capaciteit met nieuwe machines na dit bewerkingscentrum is daardoor wel een issue. Qua elektriciteit kunnen we voorlopig niet meer groeien; dat kan pas in 2029 of 2030. We kijken daarom uit naar een batterij en willen nog meer zonnepanelen plaatsen om de pieken op te vangen."

Daarnaast kan de productie nog omhoog door méér te automatiseren en slimmer te verspanen. De directeur investeert daarom veel in de kennis van de medewerkers. "We kunnen nog groeien door de producten anders te produceren. Hiertoe investeren we in opleiding van de medewerkers. En we praten erover met klanten", aldus Groot Roessink. Het investeren in kennis loont. Medewerkers staan open voor nieuwe werkwijzen en iedereen is hier allergisch voor de houding 'zo doen we het altijd al'.

Okuma is als machineleverancier overigens een sparring partner die meedenkt hoe producten slimmer en goedkoper kunnen worden gemaakt. Ook uit het oogpunt van duurzaamheid. "We maken het liefst zoveel mogelijk producten met zo min mogelijk spanen", klinkt het. Daar profiteert niet alleen de samenleving van, maar ook de klant.