Het vlaggenschip dat meer ‘schwung’ verdient
Rijtest Opel Grandland 1.2 Turbo mildHybrid (136 pk/100 kW)
De Grandland van de tweede generatie is de eerste Opel op basis van het Stellantis STLA Medium-platform. Het is ook het eerste productiemodel dat gesierd wordt met het lichtende ‘Blitz’-logo en identieke Opel-belettering. Bovendien is hij uitgerust met de recentste editie van Opels adaptieve, niet-verblindende Intelli-Lux HD-koplampen. Onder de kap van de nieuwe Grandland 1.2 Turbo mildHybrid ronkt een gekend en bij Stellantis vaak gebruikt drijfwerk van Frans PSA-origine.

Nadat de Insignia uit het Opel-gamma verdween, is de rol van vlaggenschip weggelegd voor de Grandland. In vergelijking met zijn voorgangers zag deze grote Opel-SUV zijn exterieurmaten toenemen. De nieuwe Grandland is niet alleen langer geworden; ook in de breedte en hoogte is deze Opel er duidelijk op vooruitgegaan. Wat maakt dat Opels nieuwe vlaggenschip groter en ruimer in het voetlicht treedt dan een aantal als rechtstreeks te omschrijven mededingers.
Wie we dan kunnen beschouwen als Grandland-concurrenten? Te veel om op te sommen. Prijstechnisch en qua omvang vergelijkbaar denken we meteen aan de VW Tiguan, de – op identiek platform en met dezelfde aandrijflijn uitgeruste – Peugeot 3008, de Hyundai Tucson of de Volvo XC40.

Stekkervrije beknotting
In vergelijking met de vorige Grandland wordt voor de groter en ruimer geworden opvolger dan weer voorzien in een beperkter motorgamma. Beperkt, om niet te zeggen: drastisch geminimaliseerd. Zeker voor een niet te onderschatten groep klanten die alle kabel- en stekkerpoeha liefst ontwijken. Benevens de stekkervrije, zelfladende hybrideversie die in deze lijnen aan bod komt, laat de nieuwe Grandland enkel de keuze uit een plug-inhybride- of een full electric-versie. Van diesel is nergens nog sprake. Van een met ‘gezonde’ longinhoud functionerende, niet-elektrisch geruggensteunde benzineversie al evenmin.
Wie zich met deze SUV finaal verlost wil zien van de huishoudstekker, moet het bijgevolg stellen met deze zelfladende mildehybride. Die is voorzien van een ‘stekkervrij’ drijfwerk dat bestaat uit een 1,2 liter driecilinder-turbobenzinemotor, die elektrisch minimaal geruggensteund wordt door een compacte en in de transmissie geïntegreerde e‑motor. Een opstelling dus waarin het ICE-hart een gekende driepitter is.
Want veelvuldig gebruikt in tal van andere Stellantis-modellen en zowat de bestverkochte 1.2‑turbobenzinemotor van vandaag. Een motor ook – dat leren we uit Peugeot- en Opel-praxis – die een minder feilloze reputatie geniet of toch heeft genoten. Reden trouwens waarom vandaag onder meer in de nieuwe Grandland mildHybrid een geüpdatete versie van die 1.2‑benzinemotor wordt gebruikt.

Royale wielbasis, optimaal benut
Rechtuit, hoekig en met vlakke koetswerkpanelen. Weinig rondingen dus, maar toch harmonieus geproportioneerd. Puur, gestrekt en elegant. Met speciale aandacht voor hetgeen is geresulteerd in een te smaken lichtsignatuur. Dit alles wordt aangevuld met een eerste toepassing van dat oplichtende Opel-opschrift en de Grandland-modelnaam in reliëf, centraal op de achterklep.
Tot de baten van een royale wielbasis behoort alvast dat aanzienlijke interieurvolume. Met voorin een bevredigende bewegingsruimte voor bestuurder en medereiziger. Met achterin een in drie delen neerklapbare achterbank, waarop – op de buitenste zitplaatsen – ook fermer uit de kluiten geschoten volwassenen niet zullen klagen over te weinig hoofd-, schouder- en beenruimte.
Met een koffervolume dat, naargelang de actuele stoelopstellingen, varieert van meer dan 600 liter tot een net geen 2.000 liter grote cargoruimte. Opmerkelijke vaststelling: nergens wordt gewag gemaakt van een eventuele derde zitrij. Dit dan in tegenstelling tot de in aantocht zijnde, compactere Frontera.

Gejustifieerde digitaal/fysiek-mix
Niet iedereen raakt gecharmeerd door de nieuwe Grandland-cockpit. Naar voorbeeld van het koetswerk zien we ook hier een strak gelijnd, van alle ronding gespaard gebleven ontwerp. Klassieker opgevat dan wat we van andere Stellantis-modellen gewoon zijn geraakt. Sober? Beslist. Maar wat ons betreft: bijster functioneel en uitzonderlijk goed te overzien.
Het smalle maar duidelijk afleesbare 10‑inchinstrumentarium en het ‘uitgerekte’ 16‑inchbreedbeeldscherm voor het infotainment wijzen in eerste instantie op nog verder doorgedreven digitalisering. En het valt niet te ontkennen dat die digitalisering zich ook in de Grandland verder verhevigt.
Maar bij Opel is men toch intelligent genoeg gebleven om onder dat centrale beeldscherm fysieke bedieningsknoppen voor de klimaatregeling te plaatsen. Anderzijds is het verheugend vast te stellen dat het 10‑inchbeeldscherm als instrumentarium gespaard bleef van een teveel aan digi-tierlantijntjes. Men heeft zich beperkt tot de meest essentiële info.

In het streven naar een gezonde mix tussen digitaal en fysiek voorziet Opel in een afzonderlijke maar traditionele bedieningsknop voor de head-updisplay. Toe te juichen alvast. Want daardoor moet men in deze Grandland niet zitten sukkelen om via een keuzemenu op het centrale beeldscherm dat head-updisplay hoger, lager of minder helder in te stellen. Dat de betreffende bedieningsknop bij de knoppen voor het instellen van de zijspiegels staat, daarover kan men nog discussiëren.
Feit is wel dat, eens je die knop weet staan, het instellen van de head-updisplay een stuk simpeler, logischer en boven alles verkeersveiliger zal gebeuren. Veiliger alvast dan via een beeldscherm. Al heeft het inzetten van een intuïtieve menustructuur voor het infotainment de digitalisatie in de Grandland weer een stuk eenvoudiger gemaakt. Dit alles bovendien met een sobere, maar oh zo praktisch georganiseerde middenconsole, die ons binnen de kortste keren tot een fan van deze cockpit maakte.

Gedeelde techniek
Gedeelde techniek, gedeelde problematiek. Zoals in andere Stellantis-modellen steekt de populaire 1.2‑turbobenzinemotor ook onder de kap van menig Opel-model. En die wijdverbreide, en gedeelde, motortechniek is in het verleden niet vlekkeloos gebleken. In de oudere 1.2‑motoren werden de nokkenassen nog aangedreven door een getande riem. Die laatste bleef niet altijd van verduring gespaard. Doorslippen of breken was daarvan soms het gênante gevolg. Want ernstige motorschade.
In de nieuwste Grandland schuilt deze 1.2 PureTech-driecilinder-turbobenzine daarom in zijn recentste vorm. Om de nokkenassen aan te drijven, heeft de kunststof tandriem plaats geruild voor een “bedrijfszekere” maar minder geluidsvriendelijke distributieketting.

Ook in het drijfwerk van de hier voorgereden Grandland mildHybrid voelt die geüpdatete driecilinder zich geruggensteund door een e‑motor van 28 pk/21 kW aan vermogen en 55 Nm aan trekkracht.
Zoals in de Corsa koppelt Opel ook hier deze – met een uitlaatgasturbo met variabele turbinegeometrie – aangejaagde driecilinder aan een dubbel gekoppelde, gerobotiseerde 6‑trapstransmissie. In die transmissiebehuizing wordt de compacte e‑motor geïntegreerd.
Onder de vloer van deze Grandland – en met omzeggens onbestaand verlies aan kofferinhoud – wordt een energieopslag van 1 kWh voorzien. Het energiepeil van die tractiebatterij wordt gegarandeerd met behulp van een riemstartergenerator en gerecupereerde remenergie. In de Grandland zorgt die 48 volt mildHybrid-opstelling voor een systeemvermogen van 136 pk. In de veel kleinere Corsa ontwikkelt dit afgeroomde drijfwerk 100 pk aan vermogen.

Enige nuance is op zijn plaats
Een SUV van dit kaliber, aangedreven door een mildHybrid-benzinedrijfwerk, zou in theorie genoeg moeten hebben aan dat gecombineerde systeemvermogen van 136 pk en 230 Nm aan trekkracht. Alleen hebben we ons tijdens deze test voortdurend afgevraagd of die 130 pk en het, op het eerste gezicht voldoende lijkende, motorkoppel in de praktijk altijd daadwerkelijk ter beschikking zijn.
Afhankelijk van de batterijstatus, of met voldoende energie in de tractiebatterij, vertrekt deze Grandland altijd elektrisch en wordt bij oplopende snelheid de driecilinder ook harmonieus ingeschakeld. Zolang de batterijstatus het toelaat, kan er daarbij over heel korte afstanden zuiver elektrisch gereden worden. Tenminste bij trage snelheden en rijdend met een ei tussen rechtervoet en gaspedaal.
En zolang er voldoende e‑energie voorradig is en het rechterpedaal heel voorzichtig gestreeld blijft, toont dit mildHybrid-drijfwerk zich ook gewillig om de driepitter het zwijgen op te leggen en de elektrische rijmodus in te schakelen. En zolang de laadtoestand van de tractiebatterij het toelaat, zou deze SUV in 10,2 seconden van 0 naar 100 km/u kunnen.
Voor een SUV van dit gehalte, door Opel bovendien gehonoreerd als het nieuwe vlaggenschip, is dat – zeker in tijden van supersnelle elektrosprints – weinig indrukwekkend. Uiteraard mogen van een motorisatie die in andere – doorgaans minder wegende – Stellantis-modellen doelmatiger reageert, hier geen denderende prestaties worden verwacht.

Wie weinig belang hecht aan een redelijke sprint en minder vlotte hernemingen voor lief neemt, zal zich best tevreden voelen over het correcte samenspel tussen ICE- en e‑powering. Toch blijft specifieke nuance hier op zijn plaats. Wil men met deze Grandland wat pittiger uit de hoek komen en wat steviger op het gas, dan zal men de werklust wel voelen toenemen, maar laat de driepitter zich ook duidelijker aanhoren.
Dit vlaggenschip, dat leeg al 1,6 ton weegt en zich moet beroepen op een veelgebruikte 1.2‑driecilinder, gekoppeld aan een gerobotiseerde zesbak en zelfs mild-elektrisch ondersteund, heeft dus geen overschot aan vermogen. Dit enige beschikbare “stekkervrije” Grandland-drijfwerk zal onder zware belasting niet enkel meer van zich laten horen, het zal dan ook gretiger aan de benzinetank slurpen.

Paddenstoelen
Er zijn “autokenners” die het betreuren dat deze Grandland niet wordt aangeboden met dat nog ingetogener mildHybrid-drijfwerk (100 pk) dat in de Corsa dienstdoet. Na een test met de 130 pk rijdende Grandland mildHybrid vragen wij ons toch af aan welke paddenstoelen die zogeheten connaisseurs gezeten hebben. Want een auto als deze Grandland verdient nog meer schwung dan hem nu met die 136 pk mildHybrid-aandrijflijn ter beschikking staat.
De te ingetogen vermogensopbrengst misstaat bij een onderstel dat beslist meer aandrijfpotentieel de baas blijft. Of, de matige motorisatie nodigt nooit uit tot een rijstijl waarmee dat onderstel probleemloos over de weg kan. Zonder ook maar iets in te boeten aan rij- en veercomfort getuigt deze Grandland van een voorbeeldige rechtuitstabiliteit en blijft het koetswerk ook in bochten perfect in balans. Dit laatste is te danken aan een comfortabele maar stug gedempte ophanging, waarbij de semionafhankelijke achterwielgeleiding tijdens sneller rijden over kort opeenvolgende wegoneffenheden durft te protesteren.

Conclusie
Voor een middelgrote SUV als deze Grandland blijkt die kleine driecilinder in de praktijk een maatje te klein. Meer pk’s onder de krent zouden hem dus niet misstaan. En dat is jammer, want Opel voorziet niet in een rijker met pk’s gezegende, stekkervrije optie.
Jammer is dat ook omdat het hier een SUV betreft waaraan we toch een aantal goede herinneringen bewaren. Denk maar aan een uitgebreid arsenaal ADAS-rijhulpsystemen en die leuke verwelkoming in een sober opgevatte maar bijster functionele cockpit. Gecharmeerd door de architectuur daarvan en een gezonde mix tussen digitale en fysieke voertuiginstellingen, zijn we minder enthousiast over de motorisatie.
Een drijfwerk dat wel zuinig te rijden is – zeker zolang men het gaspedaal omzichtig aait. Wie wat nadrukkelijker de sporen geeft, hoort de driecilinder meteen protesteren en zal snel ondervinden dat de brandstofrekening oploopt.