Toch verdichten in watergevoelig gebied met juiste bouwtechnieken
Tegenwoordig komen er heel wat protestacties tegen bouwprojecten in watergevoelige zones in de media. Gezien de recente gevolgen van de hevige wateroverlast, is die bekommernis begrijpelijk. Vandaag gaat er evenwel een complex vergunningstraject vooraf aan de bouwfase van zo’n project. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) vraagt aan de vergunningverlenende overheden om steeds elk afzonderlijk project te onderwerpen aan de watertoets en om de toegevoegde waarde van waterrobuuste maatregelen adequaat te beoordelen.
Een bouwproject dat gepaard gaat met natuurtechnische ingrepen kan in de toekomst immers net helpen om waterellende te vermijden. De watertoets bepaalt in een lange en complexe vergunningsprocedure of het advies van experten bij de waterbeheerder moet worden gevraagd. Samen met de experts wordt nagegaan welke waterrobuuste maatregelen nodig zijn. Daaruit blijkt o.a. dat de zones die als ‘mogelijk overstromingsgevoelig gebied’ geboekstaafd staan, vaak weinig waterrisico inhouden. In die gevallen gaan ontwikkelingen doorgaans gepaard met eerder beperkte bijkomende maatregelen.
“Het waterveilig maken van kernen is een belangrijk aandachtspunt voor verdere verdichting en de aangekondigde bouwshift. Project per project moet worden afgewogen of bouwen in watergevoelig gebied waterveilig is. Waterrobuuste maatregelen kunnen in de toekomst wateroverlast net helpen vermijden”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de VCB. “Voorts spelen onze overheden de cruciale rol om de waterhuishouding en infrastructuur te optimaliseren enerzijds, en waterrobuuste maatregelen te treffen in het omliggende landschap anderzijds. Denk maar aan straten en pleinen die tijdelijk regenwater infiltreren en geleiden naar wachtbekkens, tijdelijke infiltratiezones, hakseldammen, versterkte dijken, enz.”