Belgen ook in 2025 Europees kampioen woon-werkverkeer
Een op vijf pendelt meer dan anderhalf uur per dag
Ook in 2025 doet de Belg het langst over het woon-werktraject: gemiddeld een uur (57 minuten) per dag voor de afstand heen en terug. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van HR-specialist SD Worx bij 16.000 medewerkers in 15 Europese landen en de UK. In België werden opnieuw 1.000 Belgen bevraagd. Een op vijf Belgische werknemers pendelt meer dan anderhalf uur per dag en behoort daarmee tot de ‘toppendelaars’ in Europa, samen met Ierland, Zweden en Duitsland. In alle onderzochte landen pendelt men het vaakst met de eigen wagen. België zit in de top drie qua woon-werkverkeer met de fiets.
Een uur per dag voor het woon-werktraject
Qua pendeltijd blijven de Belgen ook in 2025 Europees kampioen: Belgische werknemers spenderen per dag 57 minuten aan het traject heen en terug, gevolgd door de Zweden (54 minuten) en de Nederlanders (52 minuten). Ook werknemers in Ierland en Duitsland (51 minuten), en die van Noorwegen en de UK (50 minuten), halen dit jaar de kaap van 50 minuten. Het minst lang doen de Slovenen over hun woon-werktraject: 40 minuten heen en terug.
De mediaan ligt in België op 45 minuten: de helft van de Belgen doet dus niet langer dan 45 minuten over de afstand heen en terug; de helft doet er wél langer over. Daarmee is deze mediaan de hoogste van Europa.
“Ook dit jaar is de Belg het langst onderweg van en naar het werk: gemiddeld bijna een uur (57 minuten). Dat heeft ook te maken met een hoger aandeel toppendelaars die langer dan anderhalf uur per dag over hun woon-werkverkeer doen. Zij doen het meest beroep op de trein, de eigen wagen, metro, tram of bus. We wonen gemiddeld gezien het verst van het werk: met bijna 20 km zijn we ook op dat vlak kampioen, samen met de Nederlanders”, duidt Veerle Michiels, mobiliteitsexpert van SD Worx, de cijfers van het internationale werknemersonderzoek in 16 landen.
Samen met de Nederlanders wonen we het verst van het werk
Hoewel we in België vooral in eigen provincie werken, zitten de Belgen ook in de Europese kopgroep met de grootste pendelafstand.
Gemiddeld woont de Belg in 2025 op 18,5 km van het werk; we leggen voor het woon-werkverkeer gemiddeld 37 km af. Enkel de Nederlanders scoren nog hoger met 20 km enkele rit of 40 km heen en terug. De helft van de Belgen en Nederlanders doet niet meer dan 25 km per dag en woont dus niet verder dan 12,5 km van het werk.
De laagste gemiddelde afstand qua woon-werkverkeer zien we in Servië (19 km), Polen, Roemenië, de UK en Kroatië (23 km per dag), waar men gemiddeld tien kilometer van het werk woont.
België kent de meeste toppendelaars
Een op vijf Belgische werknemers pendelt meer dan anderhalf uur per dag en behoort daarmee tot de toppendelaars in Europa. Ierland (16%), Zweden en Duitsland (15%) zitten mee in de kopgroep.
- Toppendelaars nemen vaak de trein: 45% van wie een traject langer dan 2 uur aflegt, doet dat met de trein. Meer dan een op drie (36%) gebruikt de eigen wagen en ongeveer een op vijf (22%) neemt (ook) metro, tram of bus. Bij de Belgen die anderhalf tot twee uur spenderen per dag, primeert de eigen wagen (41%), gevolgd door de trein (24%). Op de derde plaats staan metro, tram of bus (18%), al duidt ook 18% de fiets aan: ofwel de gewone fiets (11%) of de elektrische fiets (8%).
- Toppendelaars werken vaker thuis: meer dan twee op de drie geeft aan al eens thuis te werken.
- De ontevredenheid over het woon-werkverkeer stijgt naarmate de pendeltijd toeneemt: zes op de tien (62%) van wie er langer dan twee uur per dag over doet, is ontevreden. Zolang het dagelijkse traject onder de 45 minuten blijft, tellen we minder dan 10% ontevredenen.
- Gemiddeld is 24% van de werkende Belgen ontevreden tot heel ontevreden over hun pendeltijd. Daarmee zitten ze in de Europese top drie, samen met Frankrijk (25%) en Duitsland (24%). Italië sluit aan met 23%. Het meest tevreden zijn de Engelsen: slechts 15% is er ontevreden over de pendeltijd.
Eigen wagen meest gebruikt voor woon-werkverkeer (top 7)
België volgt grotendeels de Europese trends in woon-werkverkeer, maar er zijn enkele opvallende verschillen. Net als in de rest van Europa is de eigen wagen het dominante vervoersmiddel, al ligt het gebruik in België (55%) iets onder het gemiddelde (59%). Openbaar vervoer (metro, tram, bus) en wandelen zijn in België minder gangbaar dan elders in Europa.
De bedrijfswagen is in België iets populairder (11%) dan gemiddeld, vergelijkbaar met Frankrijk, maar minder dan in Nederland. De trein scoort in België opvallend goed (11%), bijna dubbel zo hoog als het Europese gemiddelde (6%), mede omdat ook ambtenaren deel uitmaken van het onderzoek. De meeste ambtenaren reizen gratis met de trein.
Wat fietsen betreft, blijft Nederland koploper, maar België doet het relatief goed met 10% voor de gewone fiets en 8% voor de elektrische fiets, beide boven het Europese gemiddelde. Bijna een op de vijf Belgen (18%) komt met een gewone of elektrische fiets naar het werk en daarmee zitten we in de Europese top drie van fietslanden.
Er is ook een groep zonder regelmatig woon-werkverkeer (door thuiswerk), maar die is in België kleiner (7%) dan in de meeste andere landen. Noorwegen, Italië, Frankrijk, Slovenië en Kroatië rapporteren zelfs nog minder thuiswerk.
“De eigen wagen blijft het voornaamste transportmiddel naar het werk in Europa. Daar ligt nog een grote uitdaging om deze wagens te vergroenen, al neemt de fiets in een paar landen een belangrijke positie in. Wie met de fiets of te voet komt, is meer tevreden. Zij zijn minder afhankelijk van externe factoren en hebben hun tijd meer in de hand. Andere transportmiddelen zoals deelauto’s of carpool blijven van ondergeschikt belang. Gedeeltelijk thuiswerk is natuurlijk ook een deel van de oplossing, zeker voor wie anders meer dan anderhalf uur per dag verliest.”