Praktische hulp bij de optimale plaatsing van buitenunits
Code van goede praktijk helpt geluidscomfort garanderen
Welke geluidseisen gelden er bij de installatie van een warmtepomp? De jungle aan regels op verschillende beleidsniveaus en een gebrekkige akoestiekkennis kunnen ertoe leiden dat de geïnstalleerde buitenunit geluidshinder veroorzaakt. Onlangs publiceerde Departement Omgeving in samenwerking met verschillende partners een code van goede praktijk die helpt bij het optimaal plaatsen met het oog op geluidscomfort voor eigenaars en omwonenden.
Meer aandacht voor stillere warmtepompen
Warmtepompen van het type lucht-water en lucht-lucht (airco) werken met een buitenunit, waarvan diverse onderdelen geluid genereren (compressor, ventilator). Fabrikanten van warmtepompen zetten daarom in op modellen die minder contactgeluid en luchtgeluid genereren, bijvoorbeeld door middel van verbeterde compressortechnologie, aerodynamica ...
Dit neemt niet weg dat de krachtigere warmtepompen geluidsoverlast kunnen veroorzaken als de buitenunit ondoordacht is geplaatst. Een probleem dat met name grotere proporties kan aannemen op hete zomerdagen, wanneer de werklast voor de buitenunit groter is, mensen meer gebruikmaken van warmtepompen voor airconditioning, slapen met geopende ramen ...
Gebrek aan eenduidige regelgeving
Op elk bestuursniveau (Europees, gewestelijk, lokaal) bestaat er regelgeving die van toepassing is op buitenunits van warmtepompen en dient bij het voorkomen van geluidsoverlast. Met name het feit dat elke lokale overheid haar eigen regels kan bepalen, kan leiden tot onduidelijkheden en een gevoel van onzekerheid bij de installateur en eigenaars, maar ook bij de lokale overheden zelf ...
Steeds meer geïnstalleerde buitenunits
Het aantal geïnstalleerde warmtepompen en airco’s neemt toe, en daarmee ook het aantal vragen over vergunningen en geluidsoverlast.
Het doordacht kiezen en plaatsen van de warmtepomp helpt om geluidsoverlast te voorkomen.
Het Departement Omgeving heeft in samenwerking met verschillende partners twee publicaties over warmtepompen en airco’s gepubliceerd die een antwoord bieden op de vragen over deze thematiek en die tegelijk helpen om de kwaliteit van de installaties verder te verbeteren.
Het ene document betreft een leidraad met de toepasselijke regelgeving, het andere een code van goede praktijk met als doel om bij de installatie een optimaal geluidscomfort te helpen verzekeren voor de eigenaars en omwonenden. In dit artikel gaan we in op de code.
De code van goede praktijk is bedoeld als een praktische leidraad voor installateurs of gebruikers van warmtepompen met een buitenunit. Hij helpt om te komen tot een optimaal geluidscomfort voor de eigenaars en omwonenden.
Basisprincipes van geluid
In een eerste hoofdstuk gaat de code in op enkele basisprincipes van geluid die een verhoogd inzicht bieden in hoe geluid kan worden beperkt. De typische technische terminologie komt erin aan bod.
Geluidsvermogen versus geluidsdruk
Er wordt bijvoorbeeld gewezen op het verschil tussen geluidsvermogen – de hoeveelheid geluid die een toestel produceert – en geluidsdruk – het geluid zoals waargenomen op een andere plaats in de buurt van de pomp.
Om op basis van het geluidsvermogen van een toestel een inschatting te maken van de resulterende geluidsdruk op een bepaalde plaats moet je rekening houden met het optreden van fenomenen zoals afstandsverzwakking, reflectie en absorptie.
Het geluidsvermogen van een buitenunit is de bepalende waarde als je met rekentools werkt om het resulterende geluidsdrukniveau op een bepaalde afstand te berekenen.
Let er bij het kiezen van de buitenunit op dat je geluidsvermogens met geluidsvermogens vergelijkt en geluidsdrukken met geluidsdrukken, en dit op dezelfde afstand en onder dezelfde condities (werkingspunt, maximale waarden of deellastwaarden …).
Niet elke fabrikant meet onder dezelfde omstandigheden. Binnen één merk kan je de verschillende types wel onderling vergelijken.
Geluidsvoorwaarden voor warmtepompen
De code vermeldt een aantal gesuggereerde geluidsvoorwaarden die gelden ter hoogte van de perceelsgrens: LAeq,1min 45 dB(A) overdag en LAeq,1min 40 dB(A) ’s nachts.
LAeq,1min is het energetisch gemiddelde geluidsniveau gemeten gedurende 1 minuut. Deze geluidsvoorwaarden gelden ook ter hoogte van opengaande ramen en balkons bij bijvoorbeeld appartementen.
De geluidsvoorwaarden in de code van goede praktijk zijn geen regelgeving zolang ze niet worden overgenomen in lokale regelgeving.
Ze kunnen dienen als er geen specifieke regelgeving voorhanden is. In de leidraad met toepasselijke regelgeving vind je hierover meer informatie.
De code van goede praktijk is overigens ook waardevol als er wél reeds specifieke regels zijn, omdat ze heel wat adviezen voor een goede plaatsing bevat. De cases kunnen altijd dienen, mits een simpele omrekening. Is de geluidsnorm bijvoorbeeld 38 dB, dan volstaat het om in al de cases 7 dB bij de vermogens af te trekken – die zijn immers voorzien op een geluidsnorm van 45 dB.
De in de code voorgestelde geluidsvoorwaarden kunnen dienen bij gebrek aan specifieke regelgeving
Doordacht kiezen en plaatsen van warmtepomp
De code reikt een methodologie aan voor het doordacht kiezen van de warmtepomp. Belangrijk zijn het geluidsvermogen, een goede dimensionering en de beschikbaarheid van een stille nachtmodus. Wie de warmtepomp installeert, kan een correcte en veilige werking garanderen door de installatiehandleiding te volgen.
Ook helpt de code bij het optimaal plaatsen, rekening houdend met de voorgestelde geluidsvoorwaarden. Wees daarbij de verschillende geluidsprincipes indachtig – afstandsverzwakking, reflectie, absorptie en afscherming ... Deze worden allemaal uitgelegd in de code.
Hulp bij geïnstalleerde warmtepompen
Ook oplossingen voor reeds geïnstalleerde warmtepompen komen aan bod, zoals het herplaatsen van de buitenunit, of het plaatsen van een akoestische omkasting.
Specifieke cases
De code sluit af met enkele situaties waarin het een uitdaging kan zijn om aan de geluidsvoorwaarden voor het geluidsdrukniveau te voldoen. Het betreft voornamelijk kleinere percelen, waarop het moeilijker is om voldoende afstand te creëren tot aan de verblijfsruimten van eigenaars en omwonenden.
Aan de hand van de principes uit de code worden enkele oplossingen voorgesteld.
Bij elke case wordt het maximale geluidsvermogenniveau LWA van de buitenunit voor verschillende posities van de unit weergegeven op een schematische plattegrond van de situatie.
Met behulp van deze schema’s kun je nagaan of voldaan is aan de geluidsvoorwaarden die voorgesteld worden in de code van goede praktijk. In de schema’s wordt uitgegaan van een installatie met stille nachtmodus, die het geluidsvermogenniveau van de buitenunit 's nachts vermindert met 5 dB of meer. Controleer wel steeds of de stille nachtmodus effectief zorgt voor de nodige daling. Als een stille nachtmodus ontbreekt, is de geluidsvoorwaarde voor de nacht bepalend. Je vermindert dan dus de toepasselijke waarden in de schema’s met 5 dB.
Vereenvoudigde voorbeelden
Vrijstaande woning
Een warmtepomp wordt geplaatst bij de achtergevel van een vrijstaande woning, op 5 m van de dichtstbijzijnde perceelsgrens, waar een haag staat (zie Figuur 1, warmtepomp A). Hoe kies je in dit geval de warmtepomp zodanig dat voldaan is aan de geluidsvoorwaarden?
De haag schermt het geluid nauwelijks af. De tabel vermeldt dat het A-gewogen geluidsvermogenniveau LWA van de buitenunit van warmtepomp A (WP A) op een afstand van 5 m van de perceelsgrens overdag maximaal 63 dB(A) mag bedragen. 's Nachts is dit maximaal 58 dB(A), 5 dB minder, wat te bereiken is met een stille nachtmodus.
Rijwoning
Een rijwoning met een perceelbreedte van 8 m wordt voorzien van een warmtepomp. De buitenunit heeft een geluidsvermogenniveau van 62 dB(A), maar dit wordt bij de inschakeling van zijn stille nachtmodus verlaagd tot 56 dB(A). Waar kan de warmtepomp geplaatst worden zodat voldaan is aan de geluidsvoorwaarden?
Wanneer de buitenunit tegen de achtergevel wordt geplaatst (zie Figuur 2, warmtepomp A), moet de afstand van deze buitenunit tot de dichtstbijzijnde perceelsgrens minstens 4,5 m bedragen. Dit is echter niet mogelijk op het perceel met breedte 8 m.
Een mogelijke oplossing is het plaatsen van de buitenunit in de tuin, op 3,5 m van de perceelsgrenzen en op minstens 3 m van de gevel, om reflectie te voorkomen (zie Figuur 2, warmtepomp B).
Een andere oplossing bestaat erin om op de perceelsgrenzen een afsluiting te plaatsen die het geluidsniveau van de buitenunit afschermt. De afsluiting moet minstens 1,8 m hoog zijn, een massa hebben van minstens 10 kg/m² en geheel gesloten zijn (ook geen openingen tussen de gevel en de afsluiting). Dan kan de buitenunit bij de gevel geplaatst worden op minstens 2 m van de perceelsgrens (zie Figuur 3, warmtepomp A).
Administratieve vereenvoudiging
De code van goede praktijk verschaft ook voor steden en gemeenten duidelijke informatie zodat zij een verwijzing hiernaar kunnen opnemen in het gemeentelijk reglement. De opmaak van de leidraad en de code van goede praktijk heeft alvast geleid tot een vereenvoudiging van de regelgeving rond vrijstellingen voor vergunningen in Vlaanderen.
Download de code van goede praktijk (pdf) via Vlaanderen.be > Bouwen, wonen en energie > Groene energie > Warmtepompen.
Met dank aan Atic, Daikin, Departement Omgeving