Energiebesparing niet enige drijfveer voor relighting
Hoeveel bedrijfsleiders kunnen het belang van licht correct inschatten? Weinig. 'Het licht brandt toch?', zo luidt de eerste reactie maar al te vaak. Stel dat u ze toch kan overtuigen om er over na te denken, dan luidt de tweede reactie quasi altijd ‘En wat is de terugverdientijd?’, maar ook die benadering is veel te kort door de bocht. Er zijn zoveel meer redenen om een relighting door te voeren. Nieuwe bevindingen zoals Human Centric Lighting leggen verder de focus op het belang van verlichting. Maar hoe kan u als installateur hierop inspelen? Catherine Lootens van Groen Licht Vlaanderen geeft het antwoord.
Relighting meer dan minder energieverbruik
Catherine Lootens: “Iedereen weet ondertussen dat het vervangen van pakweg gasontladinglampen door ledverlichting toelaat om aanzienlijke besparingen te realiseren. Die wordt niet enkel gerealiseerd door de lamp zelf, die vaak 4 tot 5 keer energiezuiniger is, maar ook door de uitgebreide mogelijkheden om met lichtregelsystemen te werken. Dat brengt verder de factuur naar beneden dankzij het automatisch dimmen of uitschakelen. Toch zien we dat verlichting nog altijd wat stiefmoederlijk behandeld wordt in bedrijven en organisaties. Soms worden projecten resoluut van tafel geveegd omdat de ROI -de return on investment of de terugverdientijd- net wat te hoog ligt. Maar velen beseffen niet welke impact licht heeft op de werknemers en hun welbevinden, op de werkkwaliteit en op de veiligheid. Ze berekenen de ROI enkel in functie van het energieverbruik."
"De negatieve gevolgen van een onaangepaste installatie - onder meer ziekteverzuim en minder productiviteit - worden niet of te weinig meegerekend en dat is zonde. Personeel is vandaag schaars en duur, zelfs een minieme daling van ziekteverzuim betekent in de praktijk al een megawinst voor een bedrijf. Die positieve invloed laat zich helaas veel moeilijker meten dan het energieverbruik, omdat dit geen evident onderzoek is. Om de impact te meten, is een fundamenteel onderzoek op lange termijn nodig die de impact volledig in kaart brengt.”
"We zien dat verlichting nog altijd wat stiefmoederlijk behandeld wordt in bedrijven en organisaties"
500 lux niet zaligmakend
“Het gebrek aan kennis over deze materie staat een bredere kijk op verlichting in de weg. Nochtans hebben werkgevers volgens de Welzijnscodex -het vroegere ARAB- de verplichting om kwalitatief licht te voorzien. Dat wordt expliciet toegelicht in de norm voor werkplekverlichting, de EN NBN 12464-1. De kennis over die norm is evenwel te beperkt. In het beste geval weten werkgevers en voorschrijvers dat 500 lux vereist is in een kantooromgeving, maar dat daar specifieke zaken in staan die een aangepaste benadering vergen is veel minder geweten. De complete norm beslaat uit meerdere tientallen pagina’s, dat zegt op zich al genoeg. Voor de werkplek staan er vooreerst niet 1 maar 7 richtwaarden in: in de nieuwste revisie van de norm die midden 2021 wordt gepubliceerd, zullen naast de klassieke verlichtingssterkte, de uniformiteit, Ra-waarde en de UGR (binnenkort RUGL ) ook bijkomende eisen voor de verlichtingssterkte op wanden en plafond en cilindrische (gemiddelde verticale) verlichtingssterkte worden toegevoegd. Er zijn ook andere waarden vereist voor wie precisiewerk verricht, de contrastverhoudingen zijn belangrijk … er worden zoveel zaken en parameters besproken in de norm, maar niemand is er van op de hoogte. Overigens gaat dit niet enkel op voor bedrijven, want ook in de zorgsector en in scholen is er werk aan de winkel.”
VOLDOEN AAN ENEC-EIS VOOR SUBSIDIES
Een heikel punt is de verplichting om enkel ENEC gekeurde armaturen in te zetten, want daar leeft nogal wat onduidelijkheid over. Als de eindklant wil genieten van de subsidies van Fluvius, is deze ENEC vereiste expliciet opgenomen in de voorwaarden. Concreet houdt dit in dat fabrikanten hun toestellen door ENEC moeten laten keuren of in de EU gecertificeerd zijn voor elektrische veiligheid door een geaccrediteerd keuringsorganisme. Er wordt door distributeurs verkeerdelijk van uitgegaan dat deze keuring vervat zit in de CE, maar dit is niet altijd het geval. De CE-markering is geen keurmerk, maar is voor alle duidelijkheid wel altijd verplicht.
Als plaatser is het dus altijd nuttig om na te gaan of de gebruikte armaturen wel degelijk op de ENEC goedgekeurde lijst staat, die raadpleegbaar is op ENEC.com.
Kwaliteit lichtontwerp belangrijk
“De markt wordt verziekt door de pure prijsbenadering, men kijkt vanuit de bedrijfswereld enkel ‘als een konijn naar een lichtbak’ naar de ROI. Dat de lampen flickeren, dat er te weinig licht is, dat er verblinding is … dat speelt veel minder een rol. Installateurs kunnen niet anders dan daarin meestappen en ook puur op die prijs spelen.”
"Een kwalitatieve lichtstudie moet verder gaan dan wat armaturen in een eenvoudig softwareprogramma gooien"
“Daarnaast laat kwaliteit van lichtstudies vaak te wensen over. Een kwalitatieve lichtstudie moet veel verder gaan dan wat armaturen in een eenvoudig softwareprogramma gooien. De vraag rijst ook of het opstellen van een lichtplan wel werk is voor de installateur, want in mijn opinie is het ontwerpen van een installatie iets compleet anders dan de plaatsing. Hoe kunnen elektriciens dan wel een cent verdienen aan verlichting? Door hun expertise in het installeren van materialen te gelde te maken. Spreek af met de klanten dat u binnen een totaalbudget geregeld teruggaat om na te gaan of de installatie functioneert naar behoren. Denk bijvoorbeeld aan de controle van de afstelling van daglicht- en aanwezigheidssensoren, die in veel gevallen niet goed afgeregeld zijn. De evolutie naar human centric lighting -daarover zo meteen meer- kan die taak nog verder uitdiepen.“
De volgende stap: Human Centric Lighting
Terwijl de strijd om kwaliteitslicht nog verre van gestreden is, loont het de moeite om ook een andere markante evolutie in licht te analyseren, die van het Human Centric Lighting. Human Centric Lighting (HCL) is het optimaliseren van verlichting, rekening houdend met zowel visuele als niet-visuele welzijnseffecten van licht op de mens. Dit wordt ook wel ‘biodynamisch’ of ‘circadiaans’ licht genoemd, terwijl recent ook de term Integrative Lighting geïntroduceerd werd als officiële terminologie. Tot voor kort lag de focus enkel op het visuele belang van licht. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke voorkeuren van mensen zoals welke verlichtingssterkte/luminantie, kleurtemperatuur, kleurweergave of mate van (in)direct licht als meest aangenaam ervaren wordt. Recent kwam daar onder impuls van wetenschappelijk onderbouwd onderzoek een nieuwe component bij, die een rechtstreekse impact heeft op onze biologische klok.
Catherine Lootens: “Human Centric Lighting wordt wel eens gelijkgesteld met tunable white, maar dat is niet correct. Tunable white speelt enkel in op de kleurtemperatuur en is vooral gebaseerd op sfeer. Human Centric Lighting is fundamenteel anders, want hier ligt biologie aan de basis.”
“Het is belangrijk om dagelijks tussen 6 en 11u ’s morgens, minimaal 30 minuten blootgesteld te worden aan licht met een voldoende hoog aandeel aan korte golflengtes (via daglicht of getunede ledlampen). Dit licht wordt in de populaire media ook wel 'blauw licht' genoemd. Hierbij is de loutere aanwezigheid van cyaan (blauwgroene) golflengtes echter niet voldoende. Om een daadwerkelijk effect te bekomen is een hoge bestralingssterkte (intensiteit) cruciaal. Blootstelling aan licht tijdens de ochtend zorgt voor de beste synchronisatie van onze biologische klok met de omgeving. Dit is extra belangrijk gezien we in onze huidige maatschappij vaak binnen zitten in ruimtes die onvoldoende verlicht zijn.”
“Er is een nieuwe eenheid die deze waarde weergeeft, de Melanopic Equivalent Daylight Illuminance (MEDI) die ook in lux uitgedrukt wordt en de het welzijnseffect van licht op de mens aanduidt. De meeste fabrikanten geven vandaag deze waarden al mee voor hun producten, maar wie ze in een lichtplan wil gebruiken moet ze nog omrekenen naar lux. Voor de installateur zou dit ook in de installatie wijzigingen kunnen veroorzaken. Zo werd duidelijk dat verticaal licht aan belang wint, dat betekent dus dat er wellicht wat meer en andere armaturen moeten geplaatst worden, waarbij er andere verlichtingswaarden moeten gehanteerd gedurende het verloop van de dag (zie afbeelding)."
"De MEDI waarde zal in deze installatietypes ook de keuze van de armaturen bepalen. Fabrikanten - de grote spelers in de markt doen dit al - zullen de ratio tussen daglicht en kunstlicht kunnen opgeven voor hun toestellen, de zogenaamde MDER-waarde. Eenzelfde armatuur van pakweg 6000 Kelvin, zal in diverse ratio’s beschikbaar zijn. Er moet met andere woorden goed nagedacht worden over de armatuurkeuze. De lichtregelsystemen zullen hier aan belang winnen, niet alleen om het energieverbruik te beperken en de lichtsterkte aan te sturen, maar ook om de optimale hoeveelheid blauw licht te garanderen op elk moment van de dag. Dat helpt uiteindelijk de aanwezigen om het dagelijks ritme te behouden. Deze bevindingen zijn voor alle types bedrijven en organisaties belangrijk, van kantoorwerk tot bandwerk, van de zorg tot onderwijs.”
VERLICHTINGSLEXICON
•Lichtstroom (lumen – lm) is de uitgestraalde hoeveelheid licht. De lichtstroom (Φ) is de hoeveelheid licht die door een lichtbron uitgestraald wordt in alle richtingen van de ruimte.
•Lichtsterkte (candela – cd, lm/sr) is de hoeveelheid licht die binnen een bepaalde hoekeenheid uitgestraald in een bepaalde richting
•Verlichtingssterkte (lux – lx, lm/m²) is de invallende lichtstroom per oppervlakte-eenheid
•Luminantie (cd/m²) is een eerste maat voor perceptie van helderheid van een oppervlak
•Kleurtemperatuur (Kelvin) volgens norm 12464-1 beschrijft de kleurindruk van een lamp. Warm licht Φ 3300 K, Neutraal licht=3300 K – 5300 K, Koud licht Φ 4000 K
•Lichtrendement (lm/W) is de verhouding tussen de uitgestraalde lichtstroom en het geabsorbeerde elektrische vermogen
•Uniformiteit of gelijkmatigheid is de verhouding tussen de laagste en de gemiddeldeverlichtingssterkte binnen een bepaalde zone
•CRI (Ra) is de Color Rendering Index, een waarde van 1 tot 100 die aangeeft hoe accuraat een lichtbron de kleuren van objecten kan weergeven. Daglicht heeft een CRI van 100 Ra
•UGR is de afkorting van Unified Glare Rating. De UGR waarde is een getal dat aangeeft in welke mate armaturen en hun werking in de ruimte verblinding veroorzaken vanuit de ooghoogte en kijkrichting van de gebruiker.