Wat betekent de laadpuntverplichting van 2025 voor u of uw bedrijf?
Op 1 januari 2025 moet elk niet-residentieel gebouw in Vlaanderen met meer dan 20 parkeerplaatsen over minstens 2 oplaadpunten voor elektrische voertuigen beschikken. Wie niet in orde is, riskeert boetes. In het Waalse en Brusselse Gewest gelden andere verplichtingen en timings.
Ik plan een ingrijpende renovatie of nieuwbouw
Al sinds 11 maart 2021 moeten bedrijven die een omgevingsvergunning aanvragen, bijvoorbeeld voor een ingrijpende renovatie* of nieuwbouw, aan bepaalde verplichtingen voldoen.
Vanaf 10 parkeerplaatsen moeten daar minstens 2 oplaadpunten worden voorzien én moet er infrastructuur komen voor leidingen (of op z’n minst goten voor elektrische kabels) voor minstens 1 op 4 parkeerplaatsen.
*Een ‘ingrijpende renovatie’ is – specifiek in het kader van elektromobiliteit – de renovatie van een gebouw of parkeergebouw waarbij meer dan 25% van de oppervlakte van de bouwschil een renovatie ondergaat.
Ik plan geen (ver)bouw(ing)
Vanaf 1 januari 2025 moeten ook bestaande gebouwen voldoen aan de laadpuntverplichting. Alle niet-woongebouwen met meer dan 20 parkeerplaatsen, zoals winkels, kantoren, industriepanden en scholen, moeten minstens 2 oplaadpunten voor normaal of hoog vermogen voorzien.
In de praktijk: elke parking van een grote handelszaak of bedrijf in Vlaanderen met veel werknemers of bezoekers, moet dus tegen 2025 over 2 laadpalen beschikken, ook als er tussen nu en 2025 geen omgevingsvergunning wordt aangevraagd.
De verplichtingen zijn een omzetting van de Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen. Volgens de Vlaamse overheid is ze noodzakelijk om de transitie naar zero-emissie-transport te ondersteunen.
Aan welke technische vereisten moeten de laadpunten voldoen?
Om aan de verplichtingen te voldoen, moet het oplaadpunt:
- een vermogen kunnen leveren dat groter is dan het vermogen van een standaard stopcontact (groter dan 3,7 kW of 16 A)
- specifiek als doel hebben om elektrische voertuigen op te laden
Mogelijk zijn hiervoor wijzigingen nodig aan uw netaansluiting.
Het oplaadpunt moet uitgerust zijn met een van de onderstaande connectoren:
- Type 2-connector voor het laden met wisselstroom (AC), zoals omschreven in de norm EN62196-2
- Combo 2-connector voor het laden met gelijkstroom (DC), zoals omschreven in de norm EN62196-3
De Vlaamse Regering kan uitzonderingen bepalen op de verplichtingen en kan ook voorwaarden bepalen waaraan de onderdelen van de elektrische installatie, zoals de oplaadpunten, leidingen, goten, aansluiting … moeten voldoen. De bevoegde minister kan bovendien nog bijkomende technische vereisten opleggen.
Over welke parkeerterreinen gaat het precies?
Parkeerterreinen worden aan de verplichting onderworpen wanneer:
- Het parkeerterrein zich binnen het gebouw of parkeergebouw bevindt;
- Het een naastgelegen parkeerterrein betreft;
- In geval van ingrijpende renovaties, de renovatiemaatregelen ook betrekking hebben op het parkeerterrein of de elektrische infrastructuur van het gebouw, parkeergebouw of parkeerterrein.
Zijn er uitzonderingen voorzien?
Bij ingrijpende renovaties gelden de verplichtingen alleen voor dat gedeelte van de werken aan en investeringen in oplaadinstallaties en leidingen waarvan de kosten niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van de renovatie.
Welke boetes riskeer ik?
De handhaving van de verplichting gebeurt in Vlaanderen door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).
Wanneer wordt vastgesteld dat niet aan de verplichtingen is voldaan, kan het VEKA een administratieve geldboete opleggen van:
- 2.000 euro per ontbrekend oplaadpunt voor elektrische voertuigen.
- 1.000 euro per parkeerplaats wanneer niet werd voorzien in infrastructuur voor leidingen om de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen in een later stadium mogelijk te maken.
Lees alle voorwaarden op de website van de Vlaamse overheid
Moet ik de geïnstalleerde laadpunten ergens melden?
In Vlaanderen is het sinds 2021 enkel verplicht om private laadpunten, aangesloten op het laagspanningsnet en met een vermogen van 5 kVA of meer, aan te melden op Mijn Fluvius. Dat kan zowel door de eindklant als door de installateur, maar de meldingsplicht geldt alleen voor de opdrachtgever. (Semi)publieke laadpunten zijn al gekend in het publieke laadpaalnetwerk en moeten dus niet aangemeld worden.
In Wallonië en Brussel moet u alle laadpunten die u aansluit op het laagspanningsnet met een laadvermogen van ≥ 3,7 kW aanmelden bij de netbeheerder.
Er zijn in Wallonië verschillende netbeheerders: ORES, RESA, AIEG, AIESH en REW. Hier vindt u welke netbeheerder actief is in uw gemeente of stad.
Als u in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een laadpaal voor een elektrisch voertuig plaatst, wijzigt of verwijdert, moet u dat verplicht melden bij netbeheerder Sibelga.
Welke regelgeving geldt in het Waalse gewest?
Nu we het over het Waalse Gewest hebben: daar geldt een iets andere regelgeving dan in Vlaanderen.
Alle niet-residentiële gebouwen die vandaag nieuw gebouwd worden of die een ingrijpende renovatie ondergaan en minstens 11 parkeerplaatsen hebben, moeten daar uitgerust worden met minstens 1 oplaadpunt (om dus al effectief te kunnen laden), en ook met infrastructuur voor leidingen voor minstens 1 op 5 parkeerplaatsen, om later oplaadpunten te kunnen installeren.
Ook in Wallonië geldt een uitzondering op de regel als de kosten van de oplaad- en aansluitvoorzieningen meer dan 7% van de totale kosten van de ingrijpende renovatie van het gebouw bedragen.
Vanaf januari 2025
Vanaf 1 januari 2025 moeten ook bestaande, niet-residentiële gebouwen met meer dan twintig parkeerplaatsen, in het gebouw of vlak ernaast, minstens één oplaadpunt hebben (tegenover twee in Vlaanderen) en kabelgoten voor elke vijfde parkeerplaats.
Vanaf januari 2027
Op 1 januari 2027 moeten alle niet-residentiële gebouwen met meer dan 20 parkeerplaatsen uitgerust zijn met minstens 1 oplaadpunt per 10 parkeerplaatsen of aansluitinfrastructuur voor ten minste 50% van de parkeerplaatsen, zodat de toekomstige installatie van oplaadpunten mogelijk wordt.
Alle voorwaarden voor Wallonië vindt u in dit document
Welke regelgeving geldt in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest?
Ook in Brussel zijn de verplichtingen anders. Vanaf 1 januari 2025 moeten milieuvergunningshouders van een parking een minimaal aantal oplaadpunten installeren, gebaseerd op het aantal toegestane parkeerplaatsen volgens de milieuvergunning. Het aantal geïnstalleerde oplaadpunten moet jaarlijks gerapporteerd worden aan de distributienetbeheerder Sibelga.
Het aantal oplaadpunten wordt daar bepaald volgens het type gebouw en neemt trapsgewijs toe. Voor het berekenen van die verhouding geldt een oplaadpunt met een vermogen groter dan of gelijk aan 50 kW voor 5 oplaadpunten, en een oplaadpunt met een vermogen groter dan of gelijk aan 150 kW voor 10 oplaadpunten.
Nieuwe parkings (die geen parkings van woningen zijn), moeten onmiddellijk voldoen aan de criteria die worden toegepast op 1 januari 2035.
De beslissing heeft momenteel enkel invloed op Brusselse parkings met meer dan 10 staanplaatsen. Vanaf de wetgeving in gang treedt zullen de parkings onderworpen worden aan controles.
Voor parkings van kantoren
- Vanaf 1 januari 2025: 10% van de plaatsen moet voorzien zijn van een laadpunt (minimaal 2 laadpunten)
- Vanaf 1 januari 2030: 20% van de plaatsen moet voorzien zijn van een laadpunt
- Vanaf 1 januari 2035: 30% van de plaatsen moet voorzien zijn van een laadpunt
Voor openbare parkings
- Vanaf 1 januari 2025: 5% van de plaatsen moet voorzien zijn van een laadpunt (minimaal 2 laadpunten)
- Vanaf 1 januari 2030: 10% van de plaatsen moet voorzien zijn van een laadpunt
- Vanaf 1 januari 2035: 20% van de plaatsen moet voorzien zijn van een laadpunt
Parkings met geïnstalleerde oplaadpunten moeten aan een reeks (brand)veiligheidsvoorschriften voldoen. In overdekte parking gelden bovendien aanvullende veiligheidsvoorschriften, en op overdekte parkings van meer dan 1.250 m² gelden nog strengere veiligheidsvoorschriften.
Meer informatie vindt u bij de facilitator laadinfrastructuur van Leefmilieu Brussel