Regenwatersystemen

Waarop moet je letten bij de keuze van een regenput?

Het regenwater bewaar je uiteraard in een tank, boven- of ondergronds. Belangrijk is een rustige toevoer, zodat het bezinksel niet voortdurend opgewoeld wordt. Maar kies je voor een tank uit pvc of uit beton? Plaats je die boven- of ondergronds? En hoe groot moet die tank zijn? Wat moet je doen wanneer de regenwaterput dreigt droog te lopen? Die vragen beantwoorden we in dit artikel.

 

Regenwaterput kiezen

Grootte van de tank

betonnen regenwaterput

Regenwater opvangen begint bij het dak: waarop letten?
7 artikels
Alles over regenwaterrecuperatieOntdek ons digitaal magazine over regenwaterrecuperatie
Lees magazinechevron_right

Een leidraad voor de benodigde grootte, is dat je 50 l per m² dakoppervlak moet opvangen. Voor een gemiddeld gezin volstaat 5.000 l (verplicht minimum in Vlaanderen). Is het dakoppervlak groter dan 80 m², dan moet de inhoud minstens 7.500 l kunnen bedragen. Voor daken groter dan 120 m² is dat minstens 10.000 liter.

Een tank is beter niet te groot, omdat het water dan te weinig beweegt en onvoldoende overstroomt naar de overloopsifon, waardoor het oppervlaktevuil blijft liggen. Ook te klein is niet goed, want dat betekent veel bijvullen. Het best laat je de ideale grootte voor jouw situatie berekenen door een professional

Tankfilter
Ook in je tank kan je een filter plaatsen. Een tankfilter wordt in de put gemonteerd nog voor de put wordt geplaatst en zorgt ervoor dat je de put niet dieper moet inbouwen, wat voordelig is wanneer je ergens woont waar de grondwaterstand hoog is.

kunststof regenwaterput

Beton of pvc?

In de tank blijft de temperatuur idealiter constant en is het water pH-neutraal. Daarnaast moet het water licht gemineraliseerd zijn om goed te kunnen bewaren. Om aan die voorwaarden te voldoen is een betonnen tank de beste oplossing. Op de wanden zitten micro-organismen die het water zuiver houden. Verder is beton ook een goedkopere optie dan pvc en is het door zijn gewicht beter bestand tegen opwaartse druk van grondwater.

Een kunststoffen tank is dan weer lichter en gemakkelijker te installeren dan een betonnen tank – de locatie moet immers niet bereikbaar zijn met een kraan en/of vrachtwagen. PH-neutraal, gemineraliseerd water heb je echter enkel met kalkzandsteen of een grindlaag op de bodem, zodat micro-organismen zich daaraan kunnen hechten. Die laag creëert ook ballast tegen opwaartse druk van het grondwater.

Bovengronds of ondergronds?

Een regenwatertank wordt meestal ingegraven. Wees erop bedacht dat de opening toegankelijk moet zijn voor onderhoud of om tijdens droge periodes de put bij te vullen met leidingwater indien er geen automatische overschakeling is. Pas wanneer een ondergrondse tank door praktische redenen niet mogelijk is, kan je deze ook bovengronds plaatsen.

Overloop en aansluiting

Een regenput moet voorzien zijn van een overloop, die verbonden is met een regenwaterinfiltratievoorziening (zoals een infiltratiekrat of -put, of een wadi).

  • Voorzie hierbij een sifon aan de overloop tegen geurhinder en insecten.
  • De overloop moet zich net boven het werkelijke bruikbare niveau bevinden.
  • Zorg dat overtollig water vlot kan wegvloeien zonder schade aan funderingen of tuin.

driewegkraan bijvullen

Bijvullen of overschakelen?

Tijdens lange droge periodes kan je regenwaterput leeg komen te staan. Houd indachtig hoe je hierop wil voorzien zijn, voor je een regenput laat plaatsen.

Wanneer het al een tijd niet heeft geregend, is het in eerste instantie belangrijk om regelmatig het waterpeil in de put te controleren. Zo voorkom je schade aan de pomp of onderbrekingen bij de aangesloten toestellen.

Veel moderne regenwaterpompen zijn alvast voorzien van een droogloopbeveiliging om eventuele schade in de kiem te smoren: dit is een systeem dat de pomp automatisch uitschakelt wanneer het waterniveau te laag staat. Die beveiliging kan ingebouwd zijn in de pomp zelf of via een vlotterschakelaar in de put werken.

Hoe bijvullen?

Merk je dat je regenput (bijna) leeg is? Dan is het nodig om bij te vullen met leidingwater. Vul echter niet te veel bij — regenwater moet immers opnieuw kunnen worden opgevangen bij de volgende bui. Als richtlijn wordt vaak aangeraden om bij een lage stand maximaal 1.000 liter bij te vullen. Er zijn verschillende manieren om dit veilig en praktisch te doen:

  • Je kan de regenput zelf bijvullen via een tuinslang aangesloten op een buitenkraan. Zorg ervoor dat het uiteinde van de slang niet in contact komt met het water in de put. Zo voorkom je dat bij drukverlies vervuild regenwater terugstroomt naar het drinkwaternet.
  • Je kan ook een bijvulinstallatie met buffervat gebruiken tussen het drinkwaternet en de regenput. Dit vat kan:
    • manueel worden gevuld met leidingwater (bv. via een kraantje);
    • of automatisch bijvullen via een vlotter- of niveauregeling in de put.

Of overschakelen

De makkelijkste optie is om niet te moeten bijvullen, maar een regenwaterpomp met automatische omschakeling naar leidingwater te voorzien.

Hierbij wordt de regenput niet bijgevuld, maar schakelt het systeem over naar het leidingwatercircuit zodra het waterpeil in de put te laag is. Zo blijft de werking van aangesloten toestellen gegarandeerd. In dat geval is de regenwaterpomp uitgerust met een driewegkraan met een omslagklep - lees hier hoe het werkt.

In sommige installaties wordt ook een dubbel leidingnet voorzien, waarbij toestellen zoals het toilet of de wasmachine zowel op regenwater als op drinkwater aangesloten zijn via twee gescheiden leidingsystemen. Dit laat volledige flexibiliteit toe, maar is technisch complexer en komt vooral voor in nieuwbouwprojecten of woningen met hoge waterbehoefte.

Een automatische omschakeling is dan voordeliger, want je verbruikt niet meer leidingwater dan je daadwerkelijk nodig hebt.

Let op
Bij een bijvulsysteem mag er nooit een directe verbinding gemaakt tussen het drinkwater- en het regenwaternet. Het bijvullen van de regenwaterput met leidingwater moet altijd met een onderbreking gebeuren.

Onderhoud

Een regenwatersysteem is van tijd tot tijd aan een onderhoud toe: dat houdt voornamelijk het reinigen of vervangen van filers in. Als je filters het goed doen, moet je je regenwaterput slechts één keer om de vijf jaar laten reinigen. Daarbij worden zand en slib van de bodem verwijderd. Dit laat je veiligheidshalve best over aan een professional, want er is wel een zeker risico op zuurstoftekort wanneer je de put in gaat.

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? 
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Geschreven door PVB

Meer weten over

Verruim uw
vakkennis
magazine
Lees meer

Lees ook