Bouwen en verbouwen vanaf 2025: wat verandert er?
Van plan om te bouwen of te renoveren in 2025? Dan is het best interessant om eens na te gaan of er wijzigingen op til zijn in regel- en premieland. We geven in dit artikel een beknopt overzicht van wat er zoal verandert voor bouwers en verbouwers in 2025.
Energie- en EPB-eisen in 2025
Wie verbouwt of een nieuwe woning zet, moet voldoen aan de energie- en EPB-eisen. Daar komen vanaf 2025 enkele veranderingen aan te pas.
Nieuwbouw: geen gas meer
Wanneer je een nieuwbouwwoning plaatst, mag er geen aardgasaansluiting meer worden voorzien. De facto komt het erop neer dat je dan ook geen gascondensatieketel meer kan laten plaatsen voor je centrale verwarmingssysteem. Een warmtepomp is dan de meest vooraanstaande manier om te verwarmen, ook mede doordat er aan een minimaal installatierendement van 130% moet worden voldaan (zie verder).
Mogelijke alternatieven zijn een pelletketel of een aansluiting op een warmtenet. Directe elektrische verwarming kan strikt gezien ook nog, maar dat heeft vanzelfsprekend een slechte invloed op het E-peil van je woning.
Renovatie: gas wel nog mogelijk
In reeds bestaande woningen die gerenoveerd worden in 2025, kan er wel nog een nieuwe gascondensatieketel geplaatst worden. Voor bestaande woningen die nog niet aangesloten waren op het aardgasnet, kan wel nog een aansluiting aangevraagd worden in 2025. Het verschil met de voorgaande jaren is dat je een meerprijs betaalt, namelijk de werkelijke aansluitkost. Dat komt neer op een 1.500 euro in plaats van 250 euro.
Voor toepassingen op gas kan je wel nog een beroep doen op een tank met propaangas in de tuin (boven- of ondergronds).
Minimaal aandeel hernieuwbare energie
Voor nieuwbouwwoningen gold tot en met 2024 dat het aandeel aan energie dat uit hernieuwbare bronnen komt, minstens 25 kWh/m² (per jaar) moest bedragen. Vanaf 2025 zakt dat minimale aandeel tot 15 kWh/m². Hiervoor wordt er gekeken naar de eigen energieproductie. Denk aan fotovoltaïsche zonnepanelen of thermische zonnecollectoren met een zonneboiler. Voor ingrijpende energetische renovaties blijft het minimale aandeel op 20 kWh/m² per jaar.
Installatierendement van minstens 130%
Voor zowel nieuwbouwprojecten als ingrijpende energetische renovaties geldt dat het installatierendement van een nieuw centraal verwarmingssysteem (met water) minimaal 130% moet bedragen. Bij ingrijpende energetische renovaties waar de ketel blijft staan, moet er dus een warmtepomp bijkomen om dat cijfer te behalen.
Geldende EPB-eisen
Naast de bovenstaande wijzigingen, blijven de andere EPB-eisen zoals hier aangegeven wel gelden.
Voor nieuwbouwprojecten
- In een nieuwbouwproject mag het E-peil max. E30 behalen en het S-peil S28.
- Elk constructiedeel moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde of warmtedoorgangscoëfficiënt.
- De woning moet voorzien zijn van de nodige ventilatievoorzieningen om een goeie luchtkwaliteit te garanderen.
- De nodige maatregelen moeten worden genomen om de kans op oververhitting te beperken.
- Voor nieuwbouwwoningen met een CV-installatie dat werkt met water, moet er lagetemperatuurverwarming voorzien zijn. De vertrektemperatuur mag daarbij niet meer dan 45 °C bedragen.
Voor ingrijpende energetische renovaties
- Het E-peil mag maximaal E60 bedragen.
- Elk constructiedeel dat (na-)geïsoleerd wordt, moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde.
- Jaarlijks moet minstens 20 kWh/m² hernieuwbare energie geproduceerd (en gebruikt) worden;
- De woning moet voorzien zijn van minimale ventilatievoorzieningen om een goeie luchtkwaliteit te garanderen.
Voor gewone renovaties
- Elk constructiedeel dat (na-)geïsoleerd wordt, moet voldoen aan de maximaal toegelaten U-waarde.
- Voor bestaande ruimtes waar ramen worden vervangen, of nieuwe ruimtes, moet er voldaan worden aan de minimale ventilatie-eisen.
Andere veranderingen
Verhoogde EPC-labelpremie voor wie ventilatie voorziet
Voor energiebesparende renovatiewerken met een eindfactuur na 2020, kan je aanspraak maken op een EPC-labelpremie.
Deze premie is voor de renovatie van woningen met een E- of F-label die moeten gerenoveerd worden. De energiebesparende maatregelen moeten binnen de 5 jaar na aankoop van de woning (met aangetoond E-of F-label) worden uitgevoerd, aan te tonen met een nieuw EPC-verslag dat niet ouder is dan 12 maanden na het moment van de premie-aanvraag. Het premiebedrag is afhankelijk van het behaalde EPC-label na renovatie binnen de 5 jaar.
Hier valt ook de plaatsing van een ventilatiesysteem onder, gezien dat de energieprestatie van je woning verbetert. De premie is vanaf 2025 inkomensgerelateerd, maar voor wie zijn woning laat voldoen aan de minimale ventilatie-eisen is er een verhoogd bedrag.
Wat met het verlaagd btw-tarief voor sloop en heropbouw?
Sinds 2021 is er een verlaagd btw-tarief van 6% voor sloop- en heropbouw van woningen. Tot en met 2023 was dit van toepassing voor zowel particulieren die zelf een woning heropbouwen, als voor mensen die een woning kopen via een bouwpromotor.
In 2024 werd dit verlaagde btw-tarief permanent gemaakt voor particulieren die zelf een woning slopen heropbouwen. Voor projectontwikkelaars en sleutel-op-de-deurbedrijven geldt een overgangsmaategel, die nog loopt tot en met juni 2025. Ze mogen dus nog tot midden 2025 het verlaagde btw-tarief van 6% op sloop en heropbouw hanteren.
Let wel: het verlaagd tarief geldt enkel als de woning een maximale bewoonbare oppervlakte heeft van 200 m². Daarnaast moet de heropgebouwde woning 5 jaar als enige én eigen woning dienen.
Wat houdt de overgangsmaatregel in?
Wie een gerenoveerde woning heeft aangekocht via een bouwpromotor of een sleutel-op-de-deurbedrijf en vóór 1 juli 2023 een vergunning voor de renovatie heeft ingediend, kan nog steeds profiteren van het verlaagde tarief.
Indien je niet in aanmerking komt voor het verlaagde btw-tarief, bestaat er in Vlaanderen echter wel de mogelijkheid om een sloop- en heropbouwpremie aan te vragen.