HOE ZELF EEN TERRASOVERKAPPING PLAATSEN

Veel mensen met een tuin zullen het moeten toegeven: ze zitten veel te weinig in hun tuin. Een terrasoverkapping kan daar een oplossing voor zijn. Een plotse bui kan je niet deren en de warmte blijft er ook lekker onder zitten. Een terrasoverkapping kan je kopen in een doe-het-zelfpakket. Lees hier hoe je stap voor stap zelf te werk gaat met zo'n pakket.

Bestel jouw overkapping op maat!

 

OP JOUW MAAT

Bij aankoop stel je je overkapping volledig naar jouw wensen samen. Het formaat, het type dakplaten, ... noem maar op. Enkele dagen later wordt de overkapping al aan huis geleverd. Alles uiteraard stevig en goed verpakt om schade te vermijden. De eerste taak is dus alle onderdelen uitpakken, te controleren en tot aan het terras brengen. Neem ook alvast de handleiding door.

 

VOORBEREIDING

Voor je de overkapping monteert, moeten er enkele voorbereidende werken gebeuren. Aan je buitenmuur komt een muurprofiel. Op dat profiel moet er om de 50 cm voorgeboord worden. Gebruik daarvoor een metaalboortje. Pas de dikte van je boor aan volgens de slagpluggen waarmee je het profiel zal bevestigen aan de muur.

Ook de afdekprofielen en het gootprofiel worden, volgens de handleiding, voorgeboord. Met een klokboor maak je meteen ook de opening voor de hemelwaterafvoer. Links of rechts, dat hangt af van waar je het water wil afvoeren.
Haal nog even de uitstekende delen van de wartel af, zo past ie straks in de paal. Als dat is gebeurd, kan de bladvanger al op z’n plaats. Kit de aansluiting dicht, om lekken te voorkomen.

De zijliggers en de tussenliggers voorzie je verder al van een eindstuk. Deze onderdelen van stevig kunststof tik je met enkele slagen op hun plaats.

Als laatste stap in de voorbereiding haal je er ook de rubbers bij. Die kan je in alle liggers en alle afdekprofielen vastduwen. De rubbers zullen ervoor zorgen dat de dakplaten straks goed op hun plaats geklemd worden. Hou er wel rekening mee dat het rubber kan uitzetten en krimpen. Snij de stroken daarom niet exact op maat, maar zorg voor genoeg extra speling.

 

MUURPROFIEL

Het muurprofiel is het eerste deel dat geplaatst wordt. Klim eerst de ladder op en meet de hoogte af. Hou het profiel tegen de muur, controleer dat het waterpas hangt en teken de positie af. Het is belangrijk dat je netjes alle voorgeboorde gaten overzet op de muur. Boor vervolgens de gaten met een klopboormachine en een steenboor.

Aan de achterzijde van het muurprofiel breng je een slinger silicone aan. Je kan ook met zwelband werken, zorg in ieder geval voor een goede aansluiting met de muur. Is dat gebeurd? Dan kan je het muurprofiel vastzetten met slagpluggen. Die steek je, plug en schroef, gewoon in de boorgaten. Sla ze dan verder helemaal in de muur. De plug zal daarbij uitzetten en vastklemmen. Wie voorzichtig wil werken, kan de laatste centimeters ook vastschroeven met een schroefboormachine in plaats van aankloppen.

Kit achteraf bovenaan het muurprofiel af met kit, zo zal alles waterdicht afgewerkt zijn.

TIP

Maak eerst twee draaghulpstukken. Bovenop een bouwstempel zet je enkele planken vast, en daarop wat zacht verpakkingsschuim. Tijdens het werken kan je daar de profielen laten op rusten.

 

GOOTZIJDE

Vervolgens kan je over naar de gootzijde. Ook hier komen je draaghulpen van pas. Plaats ze op de juiste hoogte, en leg het profiel erop. Controleer met de waterpas de positie van de goot.

Haak de zijliggers in, en monteer de zijkappen tijdelijk: je moet in eerste instantie enkel de juiste positie van die kappen aftekenen. Met de ijzerzaag maak je een insnede op de afgetekende lijn. Met dit beetje zaagwerk pas je de zijliggers exact aan aan de hellingshoek van het dak. 

Na het zagen breek je het hoekje af. Daarna kunnen de liggers definitief op hun plaats. Fixeer ze en zet de kappen definitief vast. Kit uiteindelijk ook de zijkappen aan de goot dicht.

Controleer regelmatig of het geheel waterpas staat

REGENWATERAFVOER

De paal waarlangs je regenwater wenst af te voeren, gaat doorgaans in de grond. Daarvoor moet je een put maken in het terras. Da’s dus even het zwaardere materiaal uithalen. Als je dat zelf niet ziet zitten, kan je regenwater ook bovengronds wegleiden.

Voor je regenwater ondergronds af? Dan moet de put zeker 30 cm diep zijn. Giet een laagje stabilisé op de bodem. En zet daar de betonvoet op. In die betonvoet zit een afwateringsbuis, zodat het water onzichtbaar weggewerkt kan worden.

Je kan vervolgens de paal op maat zagen, je weet immers hoe diep de voet zich bevindt en hoe hoog het gootprofiel komt. Tape af waar je gaat zagen, zo zie je meteen dat je recht zaagt. Het is wat werk, maar je kiest het best voor een manuele ijzerzaag. Dan maak je namelijk het minst splinters en bramen.  Ook de afvoerbuis kan op maat. Daar mag je gerust de slijpschijf voor gebruiken, om tijd te winnen.

Plaats vervolgens de afvoerbuis, en daarrond de eerste paal. Je zorgt ervoor dat de delen passen. Zet niet alleen vast met schroeven, gebruik voor de voet ook snelbeton. Het poeder mag droog rond de voet, en dan giet je er simpelweg water erover. Eventueel moet je nog wat aandammen en ontluchten. Na een kwartiertje is het beton beenhard en kan de afwerking teruggeplaatst worden. Onderaan de paal draai je nog enkele schroeven in.

 

TWEEDE PAAL

Voor je de tweede paal plaatst, controleer je dat de goot lichtjes afloopt naar de afvoerzijde. Meet dan de hoogte op van goot tot vloer.

Dit keer werk je in opbouw, met een voet op het terras. Zo’n U-element schroef je vast op het terras en aan de poot. Is er nog geen terras, dan kan je ook met een betonvoet de grond in. Controleer of de paal waterpas staat en zet vast met schroeven.

 

TUSSENLIGGERS

Wanneer de palen vaststaan, kan je de tussenliggers plaatsen. Verdeel de liggers gelijk over de breedte en fixeer ze met de montagebeugels. De beugels, schroeven en profilering verberg je vervolgens met een kliklijst.

 

DAKPLATEN

Het is al tijd om er de dakplaten bij te halen. In deze case werd gekozen voor breekvaste polycorbonaatplaten in een heldere uitvoering. Voor ze het dak op kunnen, bereid je ze voor: maak de beschermfolie los aan de randen. Haal nog niet alles weg. Zo blijf je de uv-bestendige bovenzijde herkennen

TIP
Aan de gootzijde breng je eerst condenstape aan, en daarna een condensprofiel. Dit voorkomt waterdruppels in de platen. Ook aan de muurzijde komt een tape, om stof en vuil uit de plaat te houden.

De polycarbonaatplaten zijn behoorlijk licht, je tilt ze dus makkelijk op het dak. De aansluiting van de platen met het muurprofiel dicht je eerst af met een rubber. Dan kan je de platen vastzetten met behulp van de afdekprofielen. Je hebt schroefgaten voorgeboord, ze aanschroeven is dus makkelijk.

Als laatste onderdelen zet je ook de u-profielen en de plaatstoppers vast.

 

Bestel jouw overkapping op maat!