Dakbedekkingen

Dakplaten monteren, in 10 stappen van leek naar pro

Een nieuw dak nodig voor je tuinhuis, garage, carport of loods? Een stalen dak is de ideale keuze: dakplaten zijn niet alleen budgetvriendelijk. Ze zijn ook duurzaam, sterk, onderhoudsvriendelijk en vooral… heel eenvoudig te monteren. Met deze tien stappen is de klus zo geklaard.

NEEM EEN KIJKJE OP DE WEBSHOP!

1 Kies het juiste materiaal

Begin met je dak op te meten. Deel de totale oppervlakte van het dak door de oppervlakte die één dakplaat kan bedekken om te weten hoeveel platen je nodig hebt. Hou er rekening mee dat platen minstens 20 centimeter moeten overlappen en het onderste paneel 10 centimeter moet uitsteken. Bestel meteen ook alle toebehoren mee op dakplaten.be: windveren, nokstukken, schroeven en bevestigingsbeugels.

2 Bepaal de juiste startpositie

Leg bij wijze van test een eerste rij dakplaten onderaan je dak. De volgende rijen komen hierboven, om insijpelend water te vermijden. Het is de bedoeling dat de platen aan beide kanten ongeveer gelijk uitkomen met je muur. Zorg ervoor dat je platen onderaan minstens 10 centimeter over de dakrand komen.

Haal de dakplaten terug weg, en meet, langs beide kanten van je constructie, tot waar de eerste rij dakplaten juist komt. Van de ene naar de andere kant span je een metserstouw. Dat wordt je referentie om de platen te plaatsen.

3 Snij je platen op maat indien nodig

Als de standaardplaten te groot zijn, dan kan je ze zelf op maat snijden met een (gehuurde) knabbelschaar. Dit type schaar is niet courant, maar de beste gereedschappenkeuze omdat ze de coating van de platen niet beschadigt. Meet goed en teken af met een alcoholstift.

4 Installeer je eerste plaat

Leg je eerste plaat tot tegen het metserstouw, op dezelfde plaats als daarnet. Hou een kleine afstand, zodat de plaat het touw niet naar achteren duwt. Meet nog eens, zodat je straks aan de andere zijkant evenveel plaats over hebt aan de rand van je constructie. Ligt de eerste plaat goed, dan kan je ze vastschroeven op enkele golven. Waar een overlap komt met een andere plaat en waar een windveer komt, schroef je niet vast.

5 Schroef niet te zacht en niet te hard

Draai de schroeven voldoende diep, maar span ze ook niet te hard aan. Anders raken de rubbers gekneld en komt de dichting van je dak in het gedrang. De schroeven zijn voorzien van een boorkop. Je hoeft dus niet voor te boren.

6 Voorzie extra steun bij een overlap

Waar twee platen overlappen, leg je best een stuk panlat. Bovenop de overlap komt een beugel. Deze houdt de twee platen goed bij elkaar. De beugel heeft onderaan een dichting, zodat ook langs hier geen water binnen kan. Je zet de beugel, en meteen ook het paneel, vast met een schroef.

7 Veeg ijzervijlsel meteen weg

Bij het vastschroeven komen er soms wat bramen op het dak terecht. Dat ijzervijlsel veeg je het best meteen weg, zodat het niet roest bij de eerste regenbui. Doe dat met een zachte borstel, om krassen te vermijden.

8 Start met je volgende rij(en)

Ligt de eerste rij vast, dan kan je ook aan de tweede rij beginnen. Voorzie minstens 20 centimeter overlap. Is dit je bovenste rij, leg ze dan mooi tot tegen de nok van het dak. Schroef de platen weer vast met de bijhorende schroeven, telkens ter hoogte van elke golf.

Plaats je een plat dak? Breng een laag silicone aan tussen twee platen, om je dak helemaal waterdicht te maken.

9 Installeer ook de andere kant van je dak

Als je dak twee hellingskanten heeft, plaats je de dakplaten op dezelfde manier aan de andere kant. Om de nokstukken straks goed te laten aansluiten, kan je de platen nog extra tegen de balken schroeven. Als de plaat daardoor een beetje bol komt te staan, dan zal het nokstuk nog beter aansluiten. Hiervoor gebruik je kortere schroeven, met dezelfde dichting en schroefkop.

10 Werk af met windveren en nokstukken

Om de randen af te werken en te voorkomen dat er wind onder de dakplaten kan, monteer je windveren aan de beide zijkanten. Bovenaan zet je de windveren en de lange platen eronder vast met één lange schroef. Aan de zijkant gebruik je kleine schroefjes. Meet goed uit waar je de schroefjes precies wil indraaien. Dat is belangrijk voor het zicht: zo zitten alle schroefjes even ver van elkaar en precies even hoog.

Vervolgens monteer je de nokstukken. Meet de afstand van de laatste golf tot de windveer. Noteer die afstand op de nokstukken en snij het teveel weg met een knabbelschaar. Het nokstuk zet je vast met kleine schroeven, telkens op de golven. Werk alle vijzen af met dopjes en geniet van je geslaagd kluswerk.

https://dakplaten.be/

KODDAERT
AMBACHTENSTRAAT 1
8680 KOEKELARE
+3251747540
info@koddaert.com
www.dakplaten.be
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.

Meer weten over

Verruim uw
vakkennis
magazine
Lees meer

Lees ook