10 SCHILDERPROBLEMEN EN HOE ZE OP TE LOSSEN
Schilderen lijkt een van de meest eenvoudige klussen die er bestaan: je smeert gewoon wat verf uit op het oppervlak. Toch kan er heel wat mislopen. Vaak komt het erop aan om de ondergrond op de juiste manier voor te bereiden. Daarnaast kies je natuurlijk het best voor de juiste verf en degelijk materiaal. Is er toch iets misgelopen, dan lees je hier wat er fout gelopen is, en hoe je het kan verhelpen of voorkomen.
BLAREN
RIMPELING
DOORBLOEDEN
GLANSVLEKKEN
KRATERTJES
VISSENOGEN
POEDER
PUTJES
BARSTEN
VERGELING
BLAREN
Afbladderende verf is steeds het gevolg van een slechte ondergrond: een poederende of brokkelige ondergrond, vervuiling met vuil, olie of vet, schuurstof dat niet adequaat verwijderd werd, of vocht dat gevangen zit onder de verflaag. Bij geverfd hout kan ook het hars in de houtknoesten de oorzaak zijn.
RIMPELING
Wanneer verf te snel droogt, kan het oppervlak sneller drogen dan de onderliggende verf. Zo ontstaat een vel dat gaat samentrekken en rimpelen. Dit komt vaak voor wanneer je de verf in een te dikke laag aangebracht hebt, of wanneer je een tweede laag aanbrengt op een verflaag die nog niet is uitgehard.
DOORBLOEDEN
Doorbloedingen verkrijg je wanneer onder de verflaag, in de ondergrond kleurstoffen aanwezig zijn. Bepaalde kleurstoffen lossen op in de natte verf, en komen bij het drogen van de verf naar de oppervlak. Vaak voorkomende probleemvlekken zijn vochtvlekken en nicotinevlekken.
GLANSVLEKKEN
Bij (hoog)glanzende lakverf of vernis kan het zijn dat de glans niet gelijkmatig verdeeld is, omdat de ondergrond niet gelijkmatig is (typisch op plaatsen waar een vulmiddel werd gebruikt). Glansverlies of waasvorming kan optreden wanneer er dauw of waterdamp neerslaat op de drogende verf.
KRATERTJES
Kleine kratertjes zijn meestal minuscule luchtbelletjes die tijdens het drogen van de verffilm opengespat zijn. Een verkeerde verfrol is meestal de oorzaak van dit schuimen, zeker als de luchtbelletjes zeer gelijkmatig, of in strepen volgens het aanbrengen voorkomen. Ook het te wild oproeren van de verf kan soms tot luchtbellen leiden.
VISSENOGEN
Vissenogen zijn plaatsen in de verflaag waar de verf van het oppervlak wegtrekt, zodat er plaatsen zonder verf ontstaan. Vissenogen lijken zo een maanlandschap: verschillende kraters van ongelijke grootte. De oorzaak is de ondergrond: was, olie, polish of silicone op de ondergrond zorgt ervoor dat de verf niet kan hechten.
POEDER
Merk je een krijtachtig poeder op je hand wanneer je over bepaalde delen van de muur wrijft? Dat is gewoon te wijten aan het feit dat de verflaag versleten is door de weersinvloeden. Tijd om je gevel opnieuw te schilderen dus.
PUTJES
Wanneer er regen op de verflaag valt voordat de verf voldoende is uitgehard, krijg je kleine putjes en vlekken. In erge gevallen kan op bepaalde plaatsen de verf zelfs helemaal verdwenen zijn, en wordt de onderliggende laag terug zichtbaar.
BARSTEN
Vaak is de oorzaak van barsten in de verffilm het feit dat er een te dikke, onverdunde laag verf werd aangebracht op een oneffen ondergrond (dit komt vaak voor bij het schilderen op schuimvinylbehang). Een borstel gebruiken in plaats van een rol vergroot de kans op te dikke verflagen.
VERGELING
Traditionele glanslakken verkleuren onder invloed van warmte. Zeker op radiatoren kan dit na verloop van tijd duidelijk zichtbaar zijn.