Europese CO2-besparing door elektrische voertuigen
Een genuanceerd beeld
Volgens een recente analyse van Transport & Environment (T&E) zal Europa dit jaar naar verwachting 20 miljoen ton CO2 besparen dankzij de toename van elektrische voertuigen (EV's) op de weg. Dit blijkt uit het nieuwste "State of European Transport"-rapport, waarin wordt vastgesteld dat de transportgerelateerde emissies structureel beginnen te dalen. Toch wordt deze vooruitgang deels tenietgedaan door een groeiende luchtvaartsector, waardoor de netto klimaatwinst minder groot is dan gehoopt.
EV's als motor van emissiereductie
Sinds 2019 zijn de transportemissies in Europa gedaald van 1,1 miljard ton CO2 naar 1,05 miljard ton in 2024, een daling van 5%. Volgens T&E is deze afname grotendeels toe te schrijven aan de snelle groei van batterij-elektrische voertuigen. Het aantal EV’s in de Europese vloot zal naar verwachting tegen het einde van dit jaar oplopen tot circa negen miljoen. Zonder deze verschuiving zou er 20 miljoen ton extra CO2 in de atmosfeer terechtkomen, wat overeenkomt met de uitstoot van zeven kolencentrales.
William Todts, uitvoerend directeur van T&E, stelt dat de Europese groene beleidsmaatregelen eindelijk hun vruchten beginnen af te werpen. “Europa maakt zich langzaam los van zijn olieafhankelijkheid, maar we blijven nog steeds voor honderden miljarden afhankelijk van import uit het buitenland. Dit is niet het moment om groene maatregelen terug te draaien, integendeel: nu is het moment om ze te versterken.”
Afhankelijkheid van grondstoffen blijft een uitdaging
Hoewel de verschuiving naar EV’s aanzienlijke CO2-besparingen oplevert, blijft Europa afhankelijk van grondstoffen uit het buitenland. De EU importeert momenteel 96% van haar ruwe olie en 90% van haar aardgas, maar ook essentiële metalen voor batterijproductie zoals lithium (100%), nikkel (75%) en aluminium (58%). Een voordeel is echter dat deze metalen grotendeels recyclebaar zijn. Volgens T&E zal een EV over zijn volledige levenscyclus slechts 20 liter aan grondstoffen voor de batterij verbruiken, vergeleken met 12.400 liter brandstof voor een traditionele verbrandingsmotor.
Groeiende luchtvaartemissies: een ondermijning van klimaatwinst?
Terwijl de emissies van wegverkeer dalen, blijft de luchtvaartsector in de tegenovergestelde richting bewegen. In 2023 stootten Europese luchtvaartmaatschappijen 143 megaton CO2 uit, bijna 10% meer dan het jaar ervoor. Ook de scheepvaart blijft een hardnekkige vervuiler, met een uitstoot van 195 megaton CO2-equivalent. Beide sectoren blijven grotendeels afhankelijk van fossiele brandstoffen en lijken slechts mondjesmaat te vergroenen.
Desondanks genereert de opname van de scheepvaart in het Europese emissiehandelssysteem (ETS) aanzienlijke inkomsten. In 2024 leverde dit naar schatting 5 miljard euro op, een bedrag dat tegen 2030 kan oplopen tot 30 miljard euro per jaar. Volgens T&E kunnen deze middelen worden ingezet om de prijsverschillen tussen groene e-fuels en fossiele brandstoffen te overbruggen. De vraag blijft echter of deze inkomsten ook daadwerkelijk effectief worden ingezet voor verduurzaming, of dat de luchtvaart- en scheepvaartsectoren structureel te weinig prikkels krijgen om hun emissies serieus terug te dringen.
Duurzame vooruitgang, maar niet zonder kanttekeningen
Hoewel de toename van elektrische voertuigen onmiskenbaar bijdraagt aan een daling van de transportgerelateerde emissies, is het beeld niet eenduidig positief. De groei van de luchtvaartsector dreigt een deel van deze winst teniet te doen, en Europa blijft structureel afhankelijk van grondstoffenimport. Daarnaast is het de vraag of het ETS de noodzakelijke prikkel biedt om lucht- en scheepvaartemissies daadwerkelijk omlaag te krijgen.