Bouwunie lobbyde voor minder strenge PFAS-regels
In juli 2023 keurde de (vorige) Vlaamse regering het zogenaamde ‘Tijdelijk Handelingskader voor het gebruik van PFAS-houdende bodemmaterialen’ goed. Een hele mondvol, symbool voor de resem nieuwe regels waaraan bedrijven die van ver of dichtbij met grondverzet te maken krijgen zouden moeten voldoen. Maar de regels bleken in de praktijk onwerkbaar. Dankzij langdurig lobbywerk van Bouwunie versoepelde de huidige Vlaamse regering eind juni de PFAS-regels.
Zowel grote impact als ongerustheid
De impact van dat Tijdelijk Handelingskader op de bouw was groot. De regels waren dan ook niet min. Zo moesten bestaande technische verslagen vanaf 250 kubieke meter ofwel bijkomend geanalyseerd ofwel opnieuw geïnterpreteerd worden. In vele gevallen gingen ook nieuwe of bijkomende staalnames moeten gebeuren.
De ongerustheid bij de bouwbedrijven was groot. En terecht. Werven liepen vertraging op door de PFAS-onzekerheid, de kosten liepen op en infra-aannemers botsten op onzekerheden en onwerkbare regels.
Gelobby met succes
Bouwunie schoot vanaf de goedkeuring van het Tijdelijke Handelingskader onmiddellijk in actie. Ze overlegde met de bevoegde ministers en andere betrokken partijen en lobbyde voor een aanpassing van de regels.
Met succes. De huidige regering legde eind juni nieuwe tijdelijke richtlijnen vast in afwachting van een definitief kader nadat de Raad van State eerder adviseerde de plannen uit 2023 te vernietigen. Deze nieuwe richtlijnen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
“Veel bedrijven zullen een zucht van verlichting slaken bij deze beslissing,” reageerde Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens op de beslissing. “Het Tijdelijk Handelingskader was zo goed als onwerkbaar op het terrein”.
Bouwunie zit intussen niet stil en blijft constructief meewerken aan een structurele oplossing. Namelijk: een aanpassing van het Bodemdecreet, met werkbare en juridisch onderbouwde regels.
