Werkzame oplossingen voor klimaatvraagstuk
Dossche Mills Footprint Summit 2024
In Rotterdam werden eind juni tijdens de Dossche Mills Footprint Summit de inzichten en ambities van Dossche Mills gedeeld. Met een transformatie van de tarweketen, van het veld tot in de winkel, wil het bedrijf als centrale spil deel van het antwoord op het klimaatvraagstuk zijn. Tijdens de top spraken experts van zowel universiteiten als uit het bedrijfsleven.
Naar geavanceerde tarweproductie
Tessa Avermaete (project manager KU Leuven) trapte de conferentie af met een analyse van de huidige landbouwsituatie. Dé hamvraag daarbij is of we tegen 2100 in staat zullen zijn om 10 miljard mensen te voeden. Daarbij vormen de oorzaken van de productiekloof de voornaamste uitdagingen: lage vruchtbaarheid of suboptimaal gebruik van meststoffen, niet de juiste variëteiten, geen irrigate en enorme druk van ongedierte en ziektes. Met de groeiende voedselvraag ontstaat zo een voedingskloof: tegen 2050 moet de productie daarom toenemen met 56% van de calorieën, het equivalent van +600 miljoen landbouwhectares. Kijkend naar de toekomst moet daarom de voedingsvraag onder controle gekregen worden. Ook moet men de boeren niet over het hoofd zien: zij zijn prijsnemers die aan strikte standaarden (Europese ambities) moeten voldoen en vaak leven in financiële onzekerheid.
Professor Geert Haessaert (Ghent University) besprak vervolgens het belang van tarwe, dat op alle continenten de grootste groeier is, zeker binnen de granen. Tarwe is ook de belangrijkste voedingsbron wereldwijd. Daarnaast speelt tarwe een grote rol bij wisselbouw omdat het bijdraagt tot de bodemkwaliteit en bovendien dubbele rotatie toelaat.
Bij tarweproductie zijn de belangrijkste zorgenkindjes de meststoffen en operaties (zoals grondbewerking). Om duurzaam te intensifiëren moeten innovaties aangewend worden om de productiviteit op bestaande landbouwgrond te vergroten. De oplossingen zijn voorhanden, maar hun haalbaarheid in het huidige (financieel) kader moet gecheckt worden en daarbij mag men ook de natuur niet uit het oog verliezen.
Projekt Klima Landwirt
Jörg-Simon Immerz had het vervolgens over hoe BayWa AG - handel, logistiek en diensten voor o.a. landbouw - naast haar conventionele rol als graanleverancier en ondersteuner bij risk management - aanvult met duurzame impact. Die duurzaamheid probeert de firma te ondersteunen door de kloof tussen de boerderijpoort en de voedingsindustrie te dichten én samenwerking te creëren.
Met Projekt Klima Landwirt omarmen boeren een verantwoorde landbouw waarvoor ze ook een vergoeding ontvangen. BayWa wordt als tussenpersoon ook vergoed door zijn klanten voor de milieuverantwoorde service.
Dossche Mills Footprint Program: Terah
Dossche Mills heeft, als spil in de keten met 5 productiesites in de Benelux, een gamma van 1.200 producten en klanten in meer dan 50 landen, gewicht in de schaal te werpen. Laura Jonckheere (sustainability manager) lichtte samen met quality director Johan Michiels het Terah-programma toe, waarmee Dossche Mills wil bewijzen dat groei zowel doenbaar als schaalbaar én duurzaam kan zijn. Terah is een platform van geëngageerde partners die oplossingen delen om op grote schaal tarwe te telen met een lage CO2-voetafdruk. Doel is om zo tegen 2030 de koolstofdioxide-uitstoot bij de productie van bloem met de helft te verlagen. Daarvoor rekent het zowel op zichzelf als op de leveranciers, boeren én klanten. De theorie werd al in de praktijk gebracht met slimme mest- en brandstofoplossingen en regeneratieve landbouw.
Om te verifiëren of de aanpak werkt, is de Terah-standaard in het leven geroepen. Die laat enkel CO2-reductie toe op veldniveau, past massabalansboekhouding toe, haalt de primaire data bij de boeren en brengt transparantie en traceerbaarheid, verzekerd door een derde partij.
Waardecreatie door duurzame voedselketens
"We zien vandaag dezelfde vragen over lage CO2-voedingsoplossingen die we 5 à 10 jaar terug bij de energietransitie zagen", begon Jelle Dhaen van managementadviesbureau Bain & Company zijn uiteenzetting. Hij verduidelijkte dat de reisrichting duurzame voedingssystemen gekend is, maar dat het tijd zal kosten om er te geraken. Zowel voor boeren, tussenpersonen als retailers zijn een aantal barrières te overwinnen. Daarnaast moet ook de consumenten beetje per beetje bereid zijn om meer te willen betalen voor duurzame producten.
Met een casestudy over Dairy Co illustreerde Dhaen hoe een Europese melkcoöperatie als bemiddelaar tussen klanten (met hoge duurzaamheidseisen) en boeren (die moeizaam kunnen investeren en informatie krijgen) nieuwe industriestandaarden op vlak van duurzaamheid wil zetten.
Sneller ageren dan anderen levert winst op, wanneer je prioriseert op vlak van klanten, focust op de meest effectieve decarbonisatiemaatregelen, meerjarige partnerschappen kunt sluiten en een correct verificatie-/eigenaarsketensysteem implementeert.
Duurzame sourcingstrategie
Vandemoortele kwam vervolgens het verhaal vertellen van hun duurzame sourcing, bij monde van Johan Declerck. Het voedingsbedrijf is al langer op duurzaamheidspad. De emissie van Vandemoortele is voor 77% afkomstig van grondstoffen en landbouw.
Omdat de onderneming ook rekent op het engagement van zijn leveranciers, zijn ook zij lid van Terah. Tastbare, verifiërbare resultaten is wat de firma nodig heeft voor zijn emissiereductie. Vandemoortele ondernam ook al drie concrete acties: faire vergoeding voor alle partijen in de keten, sectorcoördinatie via de European Bakery Sector Expert Advice Group en langetermijncontracten om de boeren visibiliteit te geven.