ad
Circulair bouwenPremium

Joeri Beneens (Beneens Bouw & Interieur) klaagt lobbywerk staal- en cementindustrie aan

"Onbegrijpelijk dat houtbouw een slechte score krijgt in sommige circulariteitsprogramma's"

beneens bouw & interieur
Het kantoorgebouw waarmee Beneens Bouw & Interieur won op de Schrijnwerk Awards, is 100% demonteerbaar, cementvrij en vervaardigd uit recycleerbare en CO2-gecapteerde materialen

Onlangs haalde Beneens Bouw & Interieur een Schrijnwerk Award binnen in de categorie Houtbouw. Bij dit project werden maar liefst 12% van de gebruikte materialen geoogst in andere gebouwen. In dit artikel laat zaakvoerder Joeri Beneens zijn licht schijnen over zijn bedrijf en de sector, waarbij hij het onbegrijpelijk vindt dat cement en staal scores krijgen die dicht in de buurt liggen van houtbouw in sommige circulariteitsbeoordelingen.

Drie generaties aan vakmanschap

Beneens is een veelzijdig bouw- en interieurbedrijf dat inmiddels 88 jaar bestaat. "Mijn grootvader heeft destijds het bedrijf opgericht en naderhand kwamen drie van zijn zonen in de zaak”, steekt huidig zaakvoerder Joeri Beneens van wal. “Intussen zijn Jo en ikzelf de derde generatie die hier actief is. Mijn grootvader startte louter als schrijnwerker, maar die activiteiten zijn door de jaren heen verbreed door de toevoeging van interieur en meubelen, ruwbouw en de productie van aluminium ramen via Beneens Alucon. Tot slot is er ook Benetech, een bedrijf dat door mijn broer en twee vennoten wordt geleid en gespecialiseerd is in HVAC."

joeri beneens schrijnwerk awards
Joeri Beneens, zaakvoerder van Beneens Bouw & Interieur

"Door die omvang zijn we in staat om als klasse 8-bedrijf heel grote totaalprojecten aan te nemen. Niet zelden zijn we aan de slag voor schoolprojecten van enkele miljoenen euro’s. De ruwbouwwerken die we uitvoeren, kunnen evengoed in houtbouw uitgewerkt worden. We zijn immers al meer dan tien jaar met CLT-projecten bezig. Elk van onze business units werkt ook regelmatig op concurrentiële basis voor andere aannemers."

B2B              

Ook al vormen openbare aanbestedingen een belangrijk deel van de portefeuille van Beneens, toch wordt het overgrote deel van de projecten B2B uitgevoerd. “Een aantal van onze vaste klanten is bijvoorbeeld Pfizer in Puurs, Umicore in Olen en Hoboken, AB Inbev in Leuven, en Johnson & Johnson. We proberen binnen een straal van 65 kilometer rond ons bedrijf in Olen te blijven. Het is moeilijk om nog verder te gaan omdat al onze werknemers van hieruit vertrekken. Heel af en toe zijn we ook wel eens aan de kust te vinden, maar dat is dan veelal voor een vaste klant waarvoor we al heel wat andere opdrachten hebben mogen uitvoeren."

"Daarnaast zijn er vage plannen om op termijn een team van projectleiders en arbeiders uit het Brusselse aan te nemen, dat van daaruit kan vertrekken. Er zijn groeimogelijkheden genoeg zonder dat we daarvoor specifiek naar het buitenland moeten kijken."

Nauw contact met collega’s

"Momenteel zijn bij ons 144 werknemers aan de slag, inclusief Alucon en Benetech. Maar het is een feit dat diverse vacatures blijven openstaan, waarbij we vooral op zoek zijn naar schrijnwerkers, metselaars en projectleiders. Om die mensen te vinden, maken we intensief gebruik van sociale media en betrekken we actief de omliggende scholen. Het personeelstekort wordt momenteel grotendeels opgevangen door met onderaannemers te werken. We hebben immers een heel goeie relatie met de collega-aannemers uit de buurt, waarmee we zelfs tweemaandelijks vergaderen. We ondersteunen elkaar wanneer dat nodig is. We geven regelmatig werk aan elkaar door en hebben een gentlemen’s agreement om geen werknemers van elkaar af te snoepen."

De drie P's zijn geen onbekend gegeven. In eerste instantie wordt heel wat aandacht besteed aan het welzijn van de werknemers

Drie P’s     

Beneens gaat er prat op om duurzaamheid bijzonder hoog in het vaandel te voeren. En dat uit zich op verschillende manieren. “Het begrip werd destijds nog door mijn vader geïntroduceerd, om maar te zeggen dat we al heel lang met duurzaamheid bezig zijn”, aldus Joeri Beneens. “De drie P’s – people, planet, profit – zijn hier geen onbekend gegeven, waarbij we in eerste instantie heel wat aandacht besteden aan het welzijn van onze werknemers. Ook de planeet dragen we een warm hart toe. Zo beschikken we al ruim vijftien jaar over ons eigen containerpark waar we maar liefst 35 verschillende afvalstromen afzonderlijk inzamelen. Met onze leveranciers hebben we onderhandeld om die afvalstromen terug naar hen te leveren, op voorwaarde dat die zuiver genoeg zijn."

"Op die manier proberen we de kringloop wat sneller rond te krijgen. Het houtafval hebben we lange tijd ingezet als biomassa voor de productie van onze eigen elektriciteit. 2019 was voor ons een cruciaal meetjaar. Toen hebben we op al onze zekeringen sensoren geplaatst, maar ook op het verbruik van water, diesel en gas. Al die meetresultaten komen bijeen in een CO2-prestatieladder. En daaruit bleek dat in 2022 onze CO2-uitstoot maar liefst 15% lager lag dan in 2019. Tegen 2025 willen we maar liefst 53% minder uitstoten door allerlei acties. Zo gaan we ons dak opnieuw isoleren en ons wagenpark verder elektrificeren."

Statiegeld      

Maar de aandacht voor duurzaamheid blijft niet beperkt tot ingrepen binnen de eigen onderneming. "De laatste vijf jaar zijn we steeds meer oog beginnen te hebben voor hoe we deze duurzame factor kunnen integreren in onze producten", zegt Beneens. "Door steevast verder te ontwikkelen, hebben we een gebouw kunnen ontwerpen met een bijzonder lage milieu-impact. Een dergelijk gebouw heeft niet alleen een bijzonder laag E-peil, maar alle onderdelen ervan kunnen we ook nog eens hergebruiken waardoor het zijn waarde behoudt. We beloven zelfs statiegeld op de gebruikte bouwmaterialen omdat alle informatie over die bouwelementen voorhanden is en we ze construeren volgens een vaste typologie."

digitale tweeling van elk gebouw
Beneens zorgt bij elk gebouw voor een digitale tweeling en ontwikkelde een gebouwenpaspoort, dat BIM-Integrum wordt genoemd

"De meest toegepaste is de grid van vijf op vijf meter. Zo zullen we dit jaar het ontmoetingscentrum van Diest volledig volgens dit systeem optrekken. De bouwelementen die we daar zullen gebruiken, zijn perfect inwisselbaar met elementen die we eerder in andere projecten gebruikten. Zo kunnen we bijvoorbeeld van twee gebouwen één gebouw maken, of omgekeerd, met dezelfde materialen. Dergelijke gebouwen zijn perfect te ontwerpen vanuit beschikbare bibliotheken, waardoor we heel wat ontwerpkosten, stabiliteits- en techniekenberekeningen uitsparen."

"We gaan zelfs zover dat we van elk van die gebouwen een digitale tweeling hebben, waarbij elk onderdeel een NFC-tag heeft. Dit een uniek nummer waaraan we heel wat parameters inzake circulariteit hangen. Ook de technische fiches en (de)montagevoorschriften worden in die digitale tweeling geladen, net als de stabiliteitsberekeningen en de manier van onderhouden. Op die manier ontwikkelden we een gebouwenpaspoort, dat we BIM-Integrum doopten, en samen met de Bouwunie en Buildwise ontwikkelden.”

Ondanks dat de aarde wordt beschadigd om klaksteen en ijzererts boven te halen, krijgen gebouwen uit cement een betere score op landgebruik

BIM-Integrum

Beneens heeft zelf een aantal circulariteitsscores ontwikkeld die worden opgenomen in het BIM-Integrum. "Zo kunnen we gebouwen met elkaar vergelijken en bepalen welk gebouw het beste is volgens onze index. Er zijn ook andere mogelijkheden om de circulariteitsscore mee meten, zoals Totem, maar wat we jammer genoeg moeten vaststellen, is dat dergelijke systemen een slechte score op landgebruik geven aan houtbouw. Dat is werkelijk onbegrijpelijk. Want het bos waar wij oogsten, blijft bos. We werken altijd met gecertificeerd hout. Goed bosbeheer houdt in dat er alleen volwassen bomen worden gekapt. Als die bomen gekapt zijn, loop je nog altijd in een jong bos."

"Aan de andere kant heb je cement en staal. Wanneer die worden ‘geoogst’, worden heel diepe putten gegraven, waar nooit nog iets kan gebeuren. De aarde wordt als het ware verminkt om ijzererts en kalksteen te gaan bovenhalen. En toch krijgen gebouwen uit cement en staal een betere score op landgebruik. Bij de productie van cement wordt de kalksteen nog eens verbrand aan bijzonder hoge temperaturen met als het ware een CO2-kanon. En wat nog frappanter is, is de score op het einde van de cyclus. Daar krijgt cement zelfs een score alsof dat materiaal CO2 kan opnemen. Het klopt dat CO2 zich kan hechten aan gebroken puin, maar dat is, volgens mij, verwaarloosbaar."

team van beneens schrijnwerk
Momenteel zijn er 144 werknemers aan de slag. Om de overige vacatures in te vullen, zet het bedrijf voor al in op sociale media en
de omliggende scholen

"Daartegenover staat dat hout – en al zeker op de manier waarop wij het gebruiken met onze BIM-Integrum – drie tot vier keer kan hergebruikt worden, net omdat onze systemen volledig demonteerbaar zijn, wat van beton niet kan gezegd worden. Zelfs helemaal op het einde van de levenscyclus kan hout nog als zuivere biomassa aangewend worden. En stel dat we die boom in kwestie niet hakken, dan valt die na verloop van tijd gewoon om, gaat hij rotten en geeft hij zijn CO2 zo vrij, zonder dat iemand er iets aan gehad heeft. Met andere woorden, dankzij houtbouw kan de milieu-impact van de bouwmarkt heel laag gehouden worden. Bovendien is er meer dan voldoende hout beschikbaar om grote omslagen te kunnen doen."

Nog heel wat werk aan de winkel dus. Joeri Beneens heeft dan ook duidelijke toekomstplannen. "Ik zal over pakweg vijf jaar tevreden zijn als we nog meer dan nu voluit kunnen gaan voor de houtbouw. Daarnaast wil ik onze impact op het milieu nog verder verlagen ten opzichte van ons referentiejaar 2019. En tegelijk wil ik graag jaarlijks een omzetstijging realiseren van tien tot vijftien procent. Dat is ons vorig jaar gelukt. En ook nu ziet het er veelbelovend uit."

Schrijnwerk Award

De directe aanleiding voor dit interview is het feit dat Beneens Bouw & Interieur in 2023 een Schrijnwerk Award in de wacht sleepte in de categorie Houtbouw. "Het Centrum was een openbare aanbesteding van de provincie Antwerpen. Het consortium Kamp Circulair bestaat uit zeven innovatieve bedrijven, waaronder Beneens Bouw & Interieur, West architectuur, Streng-th, Tenerga, Muurtuin, Vito en Ten. Het kantoorgebouw is 100% demonteerbaar, cementvrij en vervaardigd uit recycleerbare en CO2-gecapteerde materialen."

groenwand binnen en buiten
Bij het winnende project regelt de binnenste groenwand de vochtigheid, terwijl de buitenste groenwand zorgt voor de zuivering van het grijs water

"Daarnaast maakt het vaste grid van 5 x 5 meter, gefundeerd op prefab wegneembare betonnen voeten, gebruik van gestandaardiseerde CLT-vloeren, kolommen en balken die eenvoudig herbruikbaar zijn. De buitenwanden werden opgebouwd uit prefab houtskeletwanden die aan de structuur werden bevestigd."

Twee extra bouwlagen

"De bouwvoorschriften bepaalden dat we de beschikbare kavel voor een groter onderdeel mochten innemen, zodat ook andere mensen er via een erfpachtregel bij betrokken konden worden. Dat hebben we dan ook gedaan. Het gelijkvloers werd volledig ontworpen voor Kamp C. Maar we voorzagen ook een eerste verdieping waarvoor we consortiumpartners zochten. Die betrekken nu die etage en kregen een erfpacht op de grond voor veertig jaar. Als bouwbedrijf voorzagen we nog een derde bouwlaag, waarvoor we partners vonden die die laag na oplevering van ons overkochten. Die partner werd de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen die er een incubator zal huisvesten. Ook de Bouwunie en Unizo hebben er nog een kavel van 50 m²."

ontworpen voor Kamp C
Bij het project voor de Schrijnwerk Awards ontwierp Beneens Bouw & Interieur het gelijkvloers voor Kamp C

Gebouw vol experimenten

"12% van de gebruikte materialen werden al geoogst in andere gebouwen. De trap komt bijvoorbeeld van bij AB Inbev. De gevelbekleding komt van Hangar 26 uit Antwerpen. De groenwand binnen regelt de vochtigheid, terwijl de groenwand buiten zorgt voor de zuivering van het grijs water. Het gebouw is volledig cement- en PUR-vrij en haalt een E-peil van -1, waardoor het volledig zelfvoorzienend is qua verwarming. Zo bestaat de fundering uit een nieuw recept van beton, zonder cement. De chape op het gelijkvloers is gebonden met het zand dat geoogst wordt van het straatvegen. De keramische tegels liggen op een kurklaag en zijn dus volledig demonteerbaar. Kortom, een heel vooruitstrevend gebouw. De opdrachtgever wou een gebouw vol experimenten en dat hebben ze gekregen."

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Geschreven door Jan De Naeyer

Meer weten over

ad

Ontdek vorige edities