De toekomst is aan verven die langer meegaan
Binnenkort nieuwe labels op verfpotten die milieu-impact aanduiden
Wie dacht dat er na de toepassing van de VOS-wetgeving en REACH-verordening wat rust zou neerdalen in de labo’s van verffabrikanten heeft het mis. Verfchemici blijven naarstig sleutelen aan de recepturen van verf. Er worden alternatieven gezocht voor eventueel gevaarlijke biociden, en de levensduur van schilderwerk wordt opgetrokken door het vlek- en stootbestendige karakter van verven te optimaliseren. De toekomst is immers aan duurzame verven, waaruit elke gevaarlijke stof is gebannen. Die duurzaamheid kunt u binnenkort zelf beoordelen via de labels die te vinden zullen zijn op potten verf. Hierop zal de milieu-impact van de verf af te lezen zijn.
GEEN GEVAARLIJKE STOFFEN MEER
Biociden op de zwarte lijst
Jacques Warnon, voorzitter van ATIPIC, de Belgische vereniging die verfchemici uit de industriële en academische wereld een platform biedt, volgt de verfontwikkelingen vanop de eerste rij. Hij wijdde zijn volledige carrière aan de verfsector. “Wetgeving heeft steeds een grote invloed gehad op de verfwereld. Het begon met de eerste VOS-wetgevingen in de jaren 70 die de overgang van solventgedragen naar watergedragen verven hebben bewerkstelligd, daarna kwam er de REACH-verordening die gevaarlijke stoffen in verven weert, en nu is er ook de strengere wetgeving rond biociden die verfproducenten verplicht tot het herformuleren van hun verfrecepturen.” Biociden zijn stoffen die in zeer kleine hoeveelheden (gewoonlijk minder dan 0,1%) in watergedragen verven zitten en ze beschermen tegen schimmels, bacteriën, enz. “Sommige van deze stoffen blijken ook gevaarlijk voor mens en milieu en worden door de biocidenwetgeving beperkt toegelaten. Methylisothiazolinon bijvoorbeeld wordt vaak gebruikt in bouwverven en zelfs in cosmetica, maar werd onlangs ingedeeld als allergeen, omdat sommige mensen er allergisch op reageren. Voor verfchemici zit er dan niet anders op dan de bestaande verfformules te herdenken.” Aan die tendens lijkt nog niet meteen een einde te komen. “Tal van pigmenten, vulstoffen en andere verfgrondstoffen zoals polyurethanen kunnen nog steeds onder druk komen te staan. Zelfs natuurlijke stoffen kunnen een bepaalde toxiciteit vertonen. Anderzijds zijn sommige petrochemische stoffen dan weer totaal ongevaarlijk.”
"We zien de opkomst van verven die goed bestand zijn tegen krassen, vervuiling, huidvet, uv-straling, vocht, enz."
Nog geen alternatief voor titaandioxide
Voor verffabrikanten is het bang afwachten wat de uiteindelijke beoordeling over het gebruik van titaandioxide in verven zal zijn. De Europese Commissie besloot in 2019 om titaandioxide in poedervorm te classificeren als vermoedelijk kankerverwekkend. Het gebruik ervan in vloeibare verven is nu wel nog toegestaan. “80 à 90% van de verven bevat titaanwit. We kennen geen enkel wit pigment dat zo goed is als titaandioxide. Alternatieven zijn minder duurzaam, minder wit en minder dekkend. Mocht titaandioxide op de verboden lijst terechtkomen, dan treedt er sowieso een sterk kwaliteitsverlies op bij de verven.”
EEN BEPERKTE MILIEU-IMPACT
Op Europees niveau wordt er druk aan een nieuw labelingssysteem gewerkt voor verven. Potten verf krijgen binnenkort een label waarop te lezen staat welke milieu-impact de verf heeft. Dat moet de professional en consument aansporen om een zo milieuvriendelijk mogelijke verf te kiezen. “Via de nieuwe Product Environmental Footprint (PEF) beoordelingsmethode zal binnenkort de ecologische voetafdruk van de verf bepaald kunnen worden. Hierbij wordt rekening gehouden met hoeveel CO2 er vrijkomt bij de productie van de verf, maar evengoed met hoeveel lagen verf er nodig zijn om een dekkend resultaat te bekomen, hoe lang de verflaag meegaat vooraleer die moet worden herschilderd, enz.”
DUURZAAM IS OOK LANGER MEEGAAN
Het hele duurzaamheidsverhaal spoort fabrikanten ook aan om in te zetten op verven die langer meegaan. Als het schilderwerk minder snel schade vertoont door vlekken, stoten of krassen, dan is het niet zo gauw aan vervanging toe en dus duurzamer. De bouwheer, die maar om de tien jaar moet schilderen, in plaats van om de vijf jaar, doet een interessante zaak en ook het milieu pikt een graantje mee. Als er minder snel een nieuwe verflaag nodig is, dan worden er minder grondstoffen verbruikt, is er minder transport van en naar de werf, komen er minder vluchtige stoffen vrij, enz. “Als gevolg zien we de opkomst van resistente verven die zeer goed bestand zijn tegen bijvoorbeeld krassen, stoten, vervuiling, huidvet, uv-straling, vocht, enz., en dus een hogere levensduur hebben. Dankzij nanotechnologie is de doorbraak van deze verven in een stroomversnelling geraakt. Via deze technologie heeft men immers ontdekt dat bepaalde stoffen als nanodeeltjes over bijkomende eigenschappen beschikken. Zo zijn de nanopartikels van titaandioxide bijvoorbeeld ook uv-absorberend.”
WAT MAAKT EEN VERF RESISTENTER?
De samenstelling van het bindmiddel heeft een grote invloed op de duurzaamheid van een verf. Het bindmiddel houdt de bestanddelen van de verf samen en bepaalt de hechting en de sterkte van de verf. Dat maakt dat lakken, die meer bindmiddelen bevatten dan muurverven, over het algemeen beter bestand zijn tegen stoten en vlekken dan muurverven. En dat zorgt er ook voor dat er in verven met veel matteringsmiddel (zeer matte verven) minder vrij bindmiddel overblijft om de pigmentdeeltjes in te kapselen, waardoor zeer matte verven verondersteld worden minder duurzaam te zijn. Dat was tot voor kort ook het geval, maar continue research heeft ervoor gezorgd dat er zowel bij lakken als muurverven levensduurverlengende kenmerken kunnen worden bekomen. Dat gebeurt in de praktijk door de toevoeging van extra stoffen aan de verfreceptuur. Zo wordt de kras- en stootvastheid van verf bekomen door het bindmiddel te versterken met een sterk/hard component, zoals polyurethaan. En zorgt de toevoeging van wassen, siloxanen of gefluoreerde stoffen ervoor dat de oppervlaktespanning laag is, waardoor het verfoppervlak vlekken afstoot.