Elsa Bouw recht de rug na zware crisisperiode

Corona heeft zware wonden geslagen. Ook in de bouwsector die noodgedwongen enkele maanden stillag. Projecten werden on hold gezet. Bestellingen werden uitgesteld. Allerhande vertragingen waren de norm. Gelukkig konden bouwfirma’s blijkbaar op heel wat begrip rekenen van hun klanten. Dat was althans het geval bij Elsa Bouw uit Elewijt. Deze firma, gespecialiseerd in particuliere renovaties en restauraties, kon het hoofd boven water houden dankzij de overheidssteun en recht nu de rug om in de toekomst opnieuw met een gevuld orderboekje aan de slag te kunnen gaan.

1+1 = 3    

Elsa Bouw verwijst niet naar een of andere jongedame maar is simpelweg een samentrekking van Elektriciteit en Sanitair. “Ik heb al veel klanten moeten teleurstellen over de vermeende aanwezigheid van een jonge aantrekkelijke zaakvoerster”, lacht Mark Swaelen. “Eigenlijk is Elsa Bouw een fusie van enerzijds een bedrijf actief in elektriciteit en sanitair, en anderzijds mijn firma die vooral actief was in de verkoop van gebouwen. Eén plus één is drie geworden. Op termijn wilden we immers een bedrijf dat het meeste van de werken in eigen beheer kon uitvoeren. En daar zijn we ook in geslaagd. Mijn huidige vennoot Yuliy Hristov, een Belg met Bulgaarse roots, kwam ik vroeger regelmatig tegen in het kader van allerhande opdrachten. Het klikte tussen ons en op een gegeven moment hebben we ons de vraag gesteld waarom we niet intensief samen zouden werken. Met het gekende resultaat. Aanvankelijk richtten we ons vooral op de renovatiemarkt, maar intussen hebben we ook nieuwbouw- en restauratieprojecten aan ons activiteitenpallet toegevoegd.”

"Klanten kiezen voor Elsa Bouw omdat we projecten in hun volledigheid kunnen aannemen"

Belangrijk aandeel restauraties

“Restauraties zijn niet onbelangrijk voor Elsa Bouw. We zijn ons daarop beginnen toe te leggen omdat we nu eenmaal de kennis in huis hebben. Mijn eigen huisje bijvoorbeeld, in het begijnhof van Lier, is bezet met natuursteenkalk, die we speciaal van Italië hebben laten overkomen. Globaal genomen halen we met Elsa Bouw zo’n 10% van onze omzet uit nieuwbouw, 20% uit restauraties en nog altijd 70% uit renovaties. Wat die laatste sector betreft, mikken we vooral op iets grotere renovatieprojecten, zoals onlangs nog een groot herenhuis op de Oude Markt van Turnhout of een appartementsblok van een tiental wooneenheden. We slagen erin om grotere projecten aan te nemen omdat we met diverse ploegen werken die elkaar chronologisch opvolgen. Is de ene ploeg klaar met de ruwbouwwerken, dan arriveert de afwerkingsploeg.”

Mogelijkheden ontdekken

Mark Swaelen heeft een niet-alledaagse voorgeschiedenis voor de job die hij momenteel uitoefent. “Ik kom eigenlijk uit de visserijsector”, lacht hij. “Daar heb ik vijftien jaar graag gewerkt. Mijn divisie werd echter opgedoekt door de bankencrisis in 2008. Daardoor moest ik compleet opnieuw beginnen. Daarop heb ik besloten om een heel andere richting uit te gaan. Ik had nogal een goed oog in wat van een ogenschijnlijk waardeloos pand kon gemaakt worden. Ook nu overleg ik regelmatig met klanten om hun plannen al dan niet wat aan te passen aan de mogelijkheden van hun gebouw. Is de enige optie een sloop en volledig opnieuw beginnen, dan zeg ik het ook. Zo eerlijk moeten we onze klanten wel behandelen. Yuliy en ik begonnen heel klein: hier en daar een appartementje of een keukentje. Een tijdlang werkten we ook voor Dovy Keukens: wij zorgden voor alle voorbereidingen en aansluitingen, zij plaatsten de keuken. Nu moet je weten dat in 90% van de gevallen een nieuwe keuken plaatsen een volledig verbouwproject wordt. Vaak moeten er ramen vervangen worden, waardoor het pleisterwerk weer moet aangesloten worden en ga zo maar verder.”

Gevuld orderboekje

Vandaag de dag telt Elsa Bouw een elftal personeelsleden. “De meeste werkzaamheden voeren we uit in eigen beheer. Heel gespecialiseerde werken zoals beton polieren, muur- en isolatie-injectie, buitenschrijnwerk plaatsen en dergelijke laten we uitvoeren door onderaannemers. Het gros van onze klanten bestaat uit particulieren. Heel af en toe werken we ook eens voor een bedrijf. Niet zelden zijn we voor een syndicus aan de slag die besliste om enkele appartementen te laten verbouwen. Een van de redenen waarom we zelden voor bedrijven werken, is het feit dat zij niet zelden proberen in te grijpen op je planning. Eenmaal ze de beslissing nemen tot renovatie of bouw, moeten de werken zo snel mogelijk gerealiseerd worden. Ons orderboekje zit meestal zes maanden op voorhand volgeboekt. Daar kunnen we niet zomaar nieuwe projecten tussenschuiven. Klanten kiezen voor Elsa Bouw omdat we projecten in hun volledigheid kunnen aannemen. Men moet dus niet op zoek gaan naar allemaal aparte aannemers die elkaar mooi moeten opvolgen. We zijn geen echte sleutel-op-de-deurfirma, maar ook geen gespecialiseerde aannemer. We schommelen daar tussenin en dat is wat onze oorspronkelijke bedoeling was.”

Mobiliteitsknoop zorgt voor beperkt hinterland

Elsa Bouw is vooral actief in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. “Oorspronkelijk hadden we een ruimer hinterland voor ogen en hadden we ook heel wat klanten in het Waasland. Maar daar heeft de Kennedytunnel anders over beslist”, stelt Mark Swaelen. “Op sommige dagen zaten onze werknemers vier uren in de bestelwagen. Dat was niet meer te doen. Toen we op de BIS-beurs in Gent een stand hadden, kregen we veel Oost-Vlamingen over de vloer. Tegen negen van de tien potentiële klanten hebben we moeten zeggen dat hun project buiten onze regio ligt. Dus ja, de mobiliteitsknoop in ons land heeft onze business wel wat beknot. De natuurlijke grens voor onze werkzaamheden is dus de Schelde geworden met de Nederlandse grens aan de andere kant. Let wel, de regio blijft voldoende ruim om te kunnen doen wat we doen. Enkel voor klanten die ergens een tweede verblijf hebben, vaak aan de Belgische Kust, maken we een uitzondering.”

“Coronacrisis was bijna fataal”

Mark Swaelen heeft de bankencrisis aan den lijve ondervonden. Maar ook de meer recente coronacrisis heeft haar sporen nagelaten. “In eerste instantie mogen we onze overheden dankbaar zijn dat we enkele maanden een tegemoetkoming hebben gekregen”, zegt hij. “Het was het minimum minimorum maar het heeft ons wel doen overleven. Ik durf zonder blozen stellen dat we zonder die tegemoetkoming failliet zouden zijn gegaan. Van maart tot september 2020 hebben we volledig stilgelegen. Daarna kwam er een tweede lockdown, maar konden we toch zo goed als verder werken met inachtname van de geldende afstandsmaatregelen. We hebben ook een wagen bijgekocht om onze werknemers niet allemaal samen in bestelwagens te moeten laten rijden. Allemaal bijkomende kosten op een moment dat we die best konden missen. De andere en mooiere kant van de medaille was dat we op enorm veel begrip van onze klanten konden rekenen. Uiteraard lopen projecten zware vertraging op wanneer je zes maanden niet kan werken. Maar daar hebben ze nooit over geklaagd. We kregen heel veel krediet van hen.”

Kansen voor iets oudere werknemers

“Een ander gevolg van de crisis was dat we wel enkele werknemers zijn kwijtgespeeld. Die hebben begrijpelijkerwijze het einde van de crisis niet afgewacht en hebben ander werk gezocht. Sommige van onze buitenlandse werkkrachten zijn terug naar huis gegaan en niet meer teruggekeerd. We zijn momenteel (september 2021, red.) nog van die klap aan het herstellen en werken nu even met een ploeg minder. De crisis is overigens ook nog niet voorbij, hé. Veel bedrijven zijn echter wel al opnieuw opgestart en hadden nood aan bijkomende werkkrachten. Daardoor ontstond een krapte op de arbeidsmarkt en daar hebben wij ook onder te lijden. Het blijkt heel moeilijk om jongere werknemers aan boord te houden. Daarom zetten we met Elsa Bouw vaak in op iets oudere medewerkers. Die zijn iets standvastiger. Wat je verliest aan tempo, maak je ruimschoots goed met een veel hogere graad van afwerking. Men werkt misschien iets trager, maar veel efficiënter, waardoor een project vaak sneller en beter opgeleverd geraakt dan met een ploeg jonge wolven.”

Informatieve website

Qua promotie en communicatie zet Elsa Bouw zwaar in op een heldere en informatieve website. “We hebben er wel wat tijd aan besteed en hebben er tegelijkertijd voor gezorgd dat hij de juiste termen bevat, zodat we telkens hoog eindigen wanneer er in Google een zoekopdracht wordt gestart. We hebben bewust werk gemaakt van een heel complete en informatieve website. Als eerste kennismaking met potentiële klanten kan dat wel tellen. We plaatsen ook heel veel foto’s op Facebook en Instagram. Wat heel veel mensen aanspreekt, is onze rubriek ‘voor en na’. Foto’s van voor een verbouwing, vergeleken met wat het uiteindelijk geworden is, spreken boekdelen. Veel meer overredingsargumenten heb je niet meer nodig.”

"Zonder de coronategemoetkomingen van de overheid waren we zeker en vast failliet gegaan"

Fakkel doorgeven

Een blik op de toekomst in deze nog altijd onzekere tijden is niet altijd evident. Toch kijkt Mark Swaelen even vooruit. “Ikzelf ben 61 jaar maar Yuliy is zestien jaar jonger. Hij heeft dus nog een heel traject af te leggen, terwijl ik al stilaan begin te denken aan mijn pensioen. We hebben het er nog niet concreet over gehad maar ooit komt de dag dat ik de fakkel zal doorgeven. Ik heb er alle vertrouwen in dat Yuliy over voldoende contacten beschikt om de zaak verder te zetten. Hij is volledig geïntegreerd, spreekt de taal, is een echte stielman; kortom, hij heeft alles in zich om succesvol te zijn.”