Cv-installaties correct inregelen binnenkort verplicht?
ATTB wil dat België verplichte regelgeving rond hydraulisch inregelen uitwerkt
Europa legt de verplichting tot het waterzijdig of hydraulisch inregelen van cv-installaties al langer op. Het is een van de maatregelen die nodig zijn om tegen 2050 een energie-efficiënte gebouwenvoorraad te realiseren. Terwijl onze buurlanden ondertussen de nodige stappen hebben ondernomen, en in Nederland het waterzijdig inregelen voor nieuwbouw en renovatie sinds maart 2020 verplicht is, blijft België tot op vandaag achter. Het ATTB, de Associatie voor thermische technieken in België, wil hier verandering in brengen.
GIGANTISCH BESPARINGSPOTENTIEEL
Het ATTB dat producenten en invoerders van traditionele en hernieuwbare systemen voor verwarming en productie van sanitair warm water verenigt, trekt aan de alarmbel. “Uit Europees onderzoek blijkt dat tot wel 90% van de bestaande cv-installaties niet of niet optimaal ingeregeld is”, aldus Mauro Manfredi, managing director bij fabrikant Caleffi die samen met 14 andere toonaangevende fabrikanten deel uitmaakt van de stuur- en werkgroep Hydraulica bij het ATTB. “Hier zit dus een gigantisch besparingspotentieel en het ideale laaghangend fruit om aan de eisen van Europa tegemoet te komen.”
Christophe Jooris, managing director van IMI Hydronic Engineering vult aan: “Zonder een euro investering, kunnen dankzij het correct inregelen van bestaande en nieuwe cv-installaties, grote besparingen op vlak van energie en een sterke CO2-reductie worden gerealiseerd. Het is een goedkope technische oplossing met een zeer korte terugverdientijd.”
Zonder een euro investering, kunnen dankzij het correct inregelen van bestaande en nieuwe cv-installaties, grote besparingen op vlak van energie en een sterke CO2-reductie worden gerealiseerd
Bij een correcte inregeling moet gestreefd worden naar een zo laag mogelijke watertemperatuur voor de efficiëntie van de opwekking en de distributie, maar hoog genoeg voor de warmteafgifte en het comfort. Helaas blijkt dat zelfs goedkope technische oplossingen, zoals het hydraulisch in evenwicht brengen van het verwarmingssysteem door middel van regelkranen of PICV kraanwerk niet voldoende gebeuren. Ook tijdens het keuren van de installatie wordt de inregeling niet als doorslaggevende parameter beoordeeld. Het ATTB wil dat anders zien en pleit voor een duidelijke regelgeving en een algemeen kwaliteitskader voor de installaties waarin het correct inregelen van de cv-installatie is opgenomen.
DENKEN OP SYSTEEMNIVEAU
Eric Ladang, managing director bij Aqualisys. “Belangrijk bij een correcte inregeling is dat dit op systeemniveau gebeurt en niet op componentenniveau. Dat vraagt wel wat bewustwording bij de installateurs.”
Rudy Ballegeer, account manager bij Jaga vertaalt dit naar de praktijk. “Meestal, als er problemen zijn met onze eindunits, ligt de oorzaak van het probleem niet bij onze units zelf, maar bij de uitvoering van de installatie. Problemen zijn vaak ruimer te zoeken en te wijten aan het feit dat de installatie niet goed ontworpen, gemonteerd, ingeregeld of onderhouden is.”
Paul Van den Bossche, hoofdprojectleider Warmte en energietransitie bij het WTCB beaamt dat. “Er is een heroriëntering nodig van het beroep installateur. De tijd dat installateurs gewoon een ketel aan de muur hingen en enkele radiatoren plaatsten is voorbij. Er is nood aan installateurs die verantwoordelijkheid opnemen voor de comfortbeleving in een gebouw en over de technische kennis beschikken op systeemniveau om dit binnen de vereisten van de energietransitie te realiseren.”
Er is nood aan installateurs die verantwoordelijkheid opnemen voor de comfortbeleving in een gebouw en over de technische kennis beschikken op systeemniveau
ALLE KENNIS IS ER
“In die overgang is het belangrijk dat installateurs zich laten omringen door de juiste partijen”, vertelt Mauro Manfredi van Caleffi. “Wij geven al decennialang opleidingen over het correct inregelen van installaties. Installateurs kunnen dus bij de fabrikanten terecht, maar er zijn ook andere kanalen zoals studiebureaus en de groothandels.”
“De informatie rond het ontwerp van installaties, de uitvoering van de installatie en het inregelen van de installatie is er”, aldus Paul Van den Bossche van het WTCB. “Al kan die misschien wel toegankelijker worden gemaakt voor de installateur, zeker rekening houdende met het feit dat installaties steeds complexer worden.”
Een code van goede praktijk in combinatie met een kwaliteitskader dat een degelijke opleiding op alle niveaus verzekert, en een officiële attestering van gebruikte producten (vergelijkbaar aan het Ecolabel) moeten de uitvoering in de praktijk naar een hoger niveau tillen, aldus het ATTB.
Christophe Jooris van IMI Hydronic Engineering: “Als wij het advies geven om de inregeling en de hydraulische circuits op elkaar af te stemmen, is dat geen verkoopspraatje. De installateur heeft er alle belang bij om dit goed uit te voeren, en ook de eindklant haalt er alleen maar voordelen uit.”
Wim Pauwels, service manager bij WILO: “De uitrol van slimme meters zal de opgeleverde besparing voor de eindklant alleen maar in de verf zetten, en zo het belang van een correcte afregeling voor de installateur extra benadrukken.”