DE UITDAGINGEN VAN DE ENERGIETRANSITIE
De weg naar klimaatneutraliteit in 2050 is nog lang en complex. Hoe staan we ervoor en hoe kunnen we de diverse uitdagingen aanpakken? ODE Vlaanderen, de sectororganisatie voor duurzame energie in Vlaanderen, liet enkele experts de koppen online bijeensteken.
Federaal energieminister Tinne Van der Straeten opende het webinar met een stand van zaken over het energiebeleid. “2020 was wereldwijd het warmste jaar ooit. Deze regering heeft de keuze gemaakt om een ambitieus beleid te voeren richting klimaatneutraliteit in 2050.”
Saai beleid
Dat ambitieus beleid moet volgens de minister vooral duidelijkheid scheppen. “Mijn beleid moet saai zijn. Vanuit allerlei lokale hoeken wordt het voortouw genomen om ambitieuze energieprojecten op poten te zetten. De energietransitie zal dáár plaatsvinden. Wij moeten de onzekerheden wegwerken en de onderliggende techniciteit op orde krijgen.”
“Het is belangrijk om nu uit te maken welke weg we zullen volgen richting 2050 en daar niet meer van af te wijken.” Bevoorradingszekerheid is daarin een belangrijke factor. Zo zal er volgens de minister ook een – beperkte – plaats zijn voor flexibele gascentrales. “Tegelijk moeten we veel investeren in energie-opslag, zelfconsumptie ...”
Groene relance
Het klimaatbeleid hangt volgens Van der Straeten samen met het relancebeleid na de coronacrisis. Een van de belangrijke pijlers van die ‘groene relance’ zal waterstof zijn, met name om de industrie in ons land te verduurzamen. “Sterke industriële clusters in ons land zullen de grondstof leveren van de energietransitie. Door ze te vergroenen kunnen we ze daarbij helpen. Daarnaast zullen we sterk inzetten op offshore windenergie, ook vanuit andere landen. Zo moet een onderzeese elektriciteitskabel in 2030 Deense windenergie naar ons land brengen.”
"De energietransitie betekent een gigantische investering in comfort, gezondheid en levenskwaliteit"
Van der Straeten had het ook over het sociale aspect van de energietransitie. “Energie-experten hebben het onder elkaar altijd graag over de technische aspecten. Maar we mogen niet vergeten dat het om mensen gaat. De energietransitie betekent een gigantische investering in comfort, gezondheid en levenskwaliteit.”
“We kijken ook naar de betaalbaarheid. Het parlement nam al een resolutie aan over de vereenvoudiging van de elektriciteitsfactuur. Maar we moeten de kosten ook onder controle houden. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld lokale energiegemeenschappen. Wat alleszins vaststaat: we moeten het samen doen.”
VRAGEN VAN HET PUBLIEK
Hoe zal u ervoor zorgen dat we waterstof duurzaam opwekken?
Van der Straeten: “Er liggen twee pistes op tafel: productie en import. Wat betreft productie kijken we vooral naar de combinatie met offshore windenergie. Energie-eilanden kunnen dienen voor waterstofproductie. Maar we moeten realistisch blijven: België is een klein land, we hebben weinig grondstoffen in onze bodem. Er liggen dus een aantal samenwerkingen op tafel met landen waar de zon veel schijnt, zoals Oman en Egypte.”
Is de verschuiving van lasten van elektriciteit naar fossiele bronnen ook een deel van het maatregelenpakket?
Van der Straeten: “Het ligt zeker op tafel. Maar ik ga er bewust vaag over blijven, omdat we met deze regering de gewoonte hebben om eerst alles intern te bespreken. Een mogelijke taxshift kadert in een bredere hervorming, die aan andere bevoegdheden raakt. Ook hier moeten we dus samenwerken.”
HET DEBAT
De deelnemers:
- Jurgen Van Ryckeghem, onderzoeker aan de UGent en docent aan de opleiding Energiemanagement van Howest
- Joannes Laveyne, doctoraatsonderzoeker aan het Elektrisch Energielaboratorium UGent
- Annelies Delnooz, projectmanager bij VITO/EnergyVille
- Ivan Verhaert, hoofddocent energiesystemen en toegepaste thermodynamica aan de UAntwerpen
- Margot De Pauw, onderzoeksmedewerker bij Thomas More
Zijn er genoeg prikkels om groene investeringen te stimuleren?
Er werd meteen ingepikt op de belofte van Van der Straeten om een duidelijk beleidskader te creëren. Vandaag is dat nog te onduidelijk, stak Joannes Laveyne van wal. “Denk maar aan zonnepanelen: hun populariteit heeft zeker een deuk gekregen door de verschillende beleidsbeslissingen. Ik denk dat er in de toekomst dus een aantal aanpassingen moeten gebeuren in het beleid. Zoals bijvoorbeeld de taxatie: elektriciteit wordt het meest belast, maar is toch de ‘properste’ energievorm. Terwijl de vervuiler zou moeten betalen.”
“De energietransitie kan pas slagen als er een aantal mattheuseffecten worden opgelost”, vulde Annelies Delnooz aan. “Wie het net bv. zwaar belast, ondervindt daar vandaag geen financiële gevolgen van. Individuele energiegebruikers krijgen ook nog geen ‘prikkel’ om stroom te verbruiken op het moment dat er veel hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is. Er liggen oplossingen op tafel, zoals het capaciteitstarief en dynamische contracten, die de investeringsonzekerheid zullen tegengaan. We zitten echt in een transitieperiode.”
Volgens Margot De Pauw laat ook de regelgeving voor gebouwen nog te wensen over. “Neem bijvoorbeeld de EPC-regelgeving. Die eist een bepaald percentage hernieuwbare energie, maar dat wordt voor het grootste deel ingevuld door pv-panelen. Er is ook weinig stimulans om voor een warmtepomp te kiezen. Bovendien kom je nog te gemakkelijk weg met een condensatieketel, zelfs voor een A-score.”
De experts traden de minister bij in haar visie over duidelijkheid. “We moeten een duidelijk statement maken: dit pad gaan we de komende jaren bewandelen, en we nemen iedereen mee in dat verhaal”, zei Jurgen Van Ryckeghem.
“We staan echt op een keerpunt in het energieverhaal, en dat komt niet vaak voor. Daarom wil ik de beleidsmakers oproepen: maak tabula rasa en vat alles samen in een groot nieuw verhaal. Zo kan je investeringszekerheid bieden op lange termijn”, besloot Laveyne.
Hoe is het gesteld met isolatie van gebouwen?
Er wordt volgens Ivan Verhaert nog te weinig aandacht besteed aan de renovatiestrategie. “Het merendeel van ons gebouwbestand voldoet nog niet aan de isolatie-eisen van 2050 (onder andere een EPC-score van maximaal 100, nvdr). Daar ligt dus nog een zeer grote uitdaging, maar het biedt ook opportuniteiten. Dat moet naar voren komen in het beleid. Ook hier is een langetermijnvisie weer van groot belang: mensen moeten weten wat ze precies met hun woning moeten doen tegen 2050.”
“Sensibilisering zal dus zeer belangrijk worden, maar zullen we ook voldoende vaklui hebben om die renovaties te realiseren? Dat wordt nog een grote uitdaging. Daarom moeten we echt op lange termijn denken en faseren. Maar dat vereist wat lef van politici.”
"Sensibilisering is belangrijk, maar hebben we ook voldoende vaklui"
Volgens De Pauw zal het zaak worden om mensen duidelijk te maken dat verwarmen met fossiele brandstoffen op een gegeven moment niet meer mogelijk zal zijn. “Dat moet hen motiveren om nu al te investeren in een verwarmingssysteem dat op lage temperatuur werkt. Maar er zijn nog hinderpalen richting duurzame warmte. Vind maar eens een installateur die een warmtepomp kan of wil plaatsen. Er is nood aan omscholing en we moeten jongeren aantrekken.”
Delnooz stipte ook aan dat we de huurdersmarkt niet mogen vergeten. “De perceptie dat isolatie enorm belangrijk is moet ook bij verhuurders aanhang vinden. Vandaag wordt een mooie keuken of badkamer meestal ‘hoger’ gewaardeerd dan een degelijke isolatie.”
Flexibiliteit wordt een sleutelwoord in de energietransitie. Digitalisering zal daarbij erg belangrijk zijn.
Van Ryckeghem: “Mensen hebben vandaag toegang tot allerlei data: hun aantal belminuten, hoeveel mobiele data ze verbruiken ... Maar van hun elektriciteitsverbruik hebben ze geen flauw idee. Als mensen inzicht krijgen in hun verbruik, door de digitale meter, worden ze gesensibiliseerd om hun woning slim te beheren. Daarom vind ik het jammer dat de digitale meter vaak negatief in de media komt.”
“We kunnen nog heel wat winst boeken qua energie-efficiëntie in woningen. Dat kan enkel door zoveel mogelijk te automatiseren, zodat mensen ontzorgd worden. We moeten installateurs opleiden om woningen zo efficiënt mogelijk te maken en optimaal te laten presteren.”
Ook Laveyne ziet heil in de digitale meter. “Dit jaar zijn er op ons elektriciteitsnet bijna wekelijks quasi-crisissituaties geweest waarbij er bijvoorbeeld te weinig wind was en een kerncentrale uitviel. Zelfs na alle flexibele capaciteit te activeren kwamen we nog tekort. Ons energiesysteem heeft dus nood aan flexibiliteit. Als we in de toekomst allemaal elektrisch gaan rijden en een warmtepomp plaatsen, dan moeten we dat verbruik kunnen spreiden. De digitale meter zal daar een belangrijke rol in spelen.”
Volgens Delnooz wordt het energieverhaal van de toekomst een en-en-enverhaal. “We moeten collectief denken. Denk maar aan dakoppervlakte van schoolgebouwen die vandaag nog onderbenut wordt, maar bijvoorbeeld volgelegd kan worden met pv-panelen om buurtbewoners van stroom te voorzien. Er is nog veel potentieel om energiegemeenschappen te creëren.”
Verhaert merkte daarbij op dat er dan wel een beter juridisch kader en een betere ‘business case’ nodig zijn voor energiegemeenschappen. Aan dat eerste beloofde minister Van der Straeten alvast iets te doen.
Enkele conclusies
Dirk Van Evercooren, algemeen directeur bij ODE en moderator van het debat, vatte het debat samen in enkele gezamenlijke conclusies:
- De elektriciteitsfactuur moet ‘ontvet’ worden: de lastenverschuiving van elektriciteit naar fossiele brandstoffen moet er komen.
- Naast duurzaam zal ook digitaal een cruciaal woord zijn in de energietransitie.
- We zitten volop in een transitieperiode: we nemen afscheid van bepaalde keuzes uit het verleden waar we nu de minder gunstige gevolgen van ondervinden. Maar ook het nieuwe systeem roept heel veel vragen op. We hebben daarom nood aan visie en duidelijkheid over waar we op korte, middellange en lange termijn naartoe gaan.
- We mogen niet bang zijn voor de digitale meter, wel integendeel.
- We gaan er alleen maar komen als we mensen erbij betrekken, en daarvoor zijn energiegemeenschappen misschien wel een goed instrument.