Zoeken naar de logica in het verhaal
Het architectenbureau Delmulle Delmulle loopt als een goedlopende tandem. Vader en zoon ontwerpen gezamenlijk sterke en onderscheidende architectuur. Echter niet zonder hindernissen. “Bij de stedenbouwkundige diensten gaat het doorgaans om de fysieke conditie, wij vinden de humane context even belangrijk”, zegt zoon Seger Delmulle. Architectuur wordt steeds meer in een keurslijf gedrongen. In Petegem-aan-de-Schelde zien ze het anders.
“Dat mijn zoon in de zaak is gekomen is eigenlijk heel vlot en organisch verlopen. Sindsdien zijn wij opengebloeid tot wat we vandaag zijn. We hebben niks op papier gezet wat volgens mij ook niet kan. Het ging gewoon vanzelf”, zegt founding father Frank Delmulle. "Inmiddels zijn we samen al 15 jaar en 130 projecten verder." Vader en zoon weten het goed te vinden, respecteren elkaar. Frank teert op zijn jarenlange praktijkervaring en kennis als professor aan de Faculteit Architectuur van KU Leuven. Seger bezit de dynamiek en de zin voor architectuur om het bureau een toekomst te geven. Er leeft tussen vader en zoon een gezonde entente, het verschil wordt gemaakt in de taakverdeling, maar stringente scheidingslijnen? Dat niet. “Ik geef advies, hij doet er uiteindelijk zijn goesting mee,” zegt Frank Delmulle op rustige toon. De samenwerking verloopt uitstekend tussen vader en zoon die bovendien de raad van zijn vader goed kan gebruiken, zeker met betrekking tot gunningen en juridische kwesties.
"Mijn vader wou graag architect worden, maar dat mocht niet van zijn ouders" - Frank Delmulle
stedenbouwkundige raakpunten
Na een carrière van meer dan 30 jaar kan het bureau terugblikken op een fraaie trits van realisaties. De architectuur van Delmulle Delmulle weet zich ten andere sterk te onderscheiden en gaat voorbij aan elke vorm van doorsneearchitectuur. Ieder ontwerp is een weloverwogen prototype, vaak en beeldbepalend, architectuur die bovendien stedenbouwkundige raakpunten niet schuwt.
In Gent kent iedereen RAY, de glazen serre naast de Sint-Niklaaskerk in blauwe Scheldegotiek. Het glazen gebouwtje heeft een gezonde en versterkende impact op de omgeving. Daarmee weet het bureau zijn naam te maken. Wie de website van Delmulle Delmulle doorloopt valt van de ene verbazing in de andere. Geen herkenbare architectuur van een signatuur, wel realisaties die hun eigen oorsprong en betekenis hebben. Er gaat een grote authenticiteit en diversiteit van uit.
oude chicoreifabriek
Frank Delmulle startte in 1982 als zelfstandig architect. Waarom is hij architectuur gaan studeren? Frank: “Mijn vader was iemand die graag architect wilde worden, maar dat mocht niet van zijn ouders, dat paste niet in het plaatje. Dat ik zijn droom heb kunnen hard maken, vond hij bijzonder, maar heeft mij nooit daartoe geforceerd. Ik ben echt in de bouw opgegroeid. Het ultieme niveau in de bouw was architect worden."
Aanvankelijk was Frank Delmulle zijn ontwerpkantoor gestart in Waregem, later verhuisde hij naar het centrum van Oudenaarde om in 2004 zijn ontwerpbureau onder te brengen in een oude chicoreifabriek in Petegem-aan-de-Schelde. Frank Delmulle: “Bij de verhuis naar Petegem-aan-de-Schelde hernoemde ik mijn bureau 'Ideeell', een anagram van de oude chicorei 'De Lelie' waar we onze intrek namen. Toen Seger in 2008 mede-zaakvoerder werd, vond hij die naam echter niet meer goed en zette hij de naam Delmulle terug op de kaart, in het tweevoud alluderend op ons beiden. Het reflecteert de samenwerking, tegenwerking, persoonlijkheden en evolutie van Frank Delmulle naar Seger Delmulle en omgekeerd.”
"Ik ben allergisch aan techniek, de laatste 15 jaar is de vertechnisering enorm toegenomen"
bagage van de bouwheer
“Architectuur is meer gericht op het gebouw dan op de vorm zelf”, zegt Seger Delmulle. “Kleine ingrepen hebben de kracht om een bepaalde plek of het niveau van stedelijkheid bij te sturen. Wij zetten niet gewoon een mooi romantisch vormpje neer. Architectuur draait evenmin om het mooie plaatje, we zijn in elke opdracht op zoek naar beelden die ‘werken’. Die visie van beeldvorming heb ik van thuis meegekregen. Ik laat de objectarchitectuur voor wat ze is, elk gebouw is in mijn ogen het gevolg van een proces, maar evenzeer afhankelijk van de bagage van de bouwheer. In geen geval zijn we de slaaf van de bouwheer, we zetten altijd in op een toegevoegde waarde. Maar hoe dat een gebouw er uiteindelijk zal uitzien heeft ook de opdrachtgever voor een stuk in handen. De bedoeling is wel dat je als architect iets bijbrengt en dat kan alleen door goed te luisteren, vooral dan om de eigenheid van het project te achterhalen.”
De woning Rag Doll in Knokke illustreert dit zonneklaar. Er is vooreerst het gebruiksgenot als voornaam criterium. Anderzijds gaat het bij de architect om de formulering waarin hij zijn visie blootgeeft. Noem het een gematigd statement waarbij het bureau de logica van de verhaallijn destilleert om zo tot een oplossing te komen. Het is een benadering die met veel geduld en toewijding ten huize van Delmulle Delmulle met oog voor detaillering en materialisering wordt beoefend en tot aparte creaties leidt. Zoals het Prikcentrum in Ronse met zijn opvallende houten scherm over de gehele voorgevel. De architect geeft hier overduidelijk blijk van zijn architecturale inzichten. Hij maakt een statement met als achtergrond de logica van de verhaallijn waarbij resultaat en vormgeving zich aansluiten. Het is niet zomaar een gevel, wel een gevel die gestoeld is op een draagvlak en klopt binnen de vraag en het verhaal van de opdrachtgever. “Bij stedenbouw gaat het dikwijls over de fysieke conditie. Wij vinden de humane context minstens zo belangrijk,” weet Seger Delmulle.
Preoccupatief
Frank Delmulle: “Het preoccupatieve eist ook zijn rol op binnen elk ontwerp. Dat zijn zaken die niet veranderen zoals bijvoorbeeld de ligging van de straat of de stedenbouwkundige voorschriften. Als je maar twee verdiepingen mag bouwen, moet je niet afkomen met een toren. Het zijn elementen waaraan je niet kan tornen zoals techniciteit.” Hoe staat u tegenover architectuur en techniek? Frank Delmulle: “Ik ben er allergisch aan, de laatste 15 jaar is de vertechnisering enorm toegenomen. Ik ben eerder voor architectuur met zo min mogelijk techniek en zie dat vandaag steeds meer architecten daarin mee gaan. Een goede oriëntatie biedt meer uitkomst dan technieken (die verouderen).”
Het project Shutterflats in Waregem illustreert deze visie. Alle appartementen werden hier volledig naar het zuiden georiënteerd, wat zorgt voor een overvloed aan lichtinval en zonnewinsten. Verschuifbare shutters, in verticaal open lattenwerk dienen dan weer als regulator tegen oververhitting en zorgen tevens voor een ongeziene intimiteit.
Wie vandaag bouwt of verbouwt, bepaalt grotendeels hoe het energiegebruik van de bewoners er in de volgende decennia zal uitzien. Wie weigert mee te werken, riskeert een boete. Frank Delmulle: “Een maatschappij met een boeteregeling, daar maak ik me druk over.” Circulair bouwen is tegenwoordig een hot item. Seger Delmulle: “Ik vind het vooral interessant om een gebouw superpolyvalent en flexibel te ontwerpen, meer dan je enkel te focussen op het recupereren van materialen.”
"Ontwikkelaars worden ‘braver’ omdat ze vrezen hun project door Stedenbouw afgekeurd te zien"
Hoe staat Delmulle Delmulle tegenover de beroepspraktijk? Seger Delmulle: “We merken dat de laatste jaren de regels in verband met stedenbouw steeds stringenter worden toegepast. De regels zijn heilig, het is ja of nee, het gaat er vaak heel bureaucratisch aan toe. Dat vinden we geen goede ontwikkeling. Ontwikkelaars hebben daar schrik van en worden ‘braver’ omdat ze vrezen hun project afgekeurd te zien. Er heerst vaak een sfeer van negativiteit in de zin van dit niet, dat niet. Er wordt te vaak letterlijk geïnterpreteerd zonder naar de context te kijken.” Frank Delmulle: “Wij gaan niet zomaar voor een geijkt doorsneegeveltje, dan merk je de angst en de aarzeling voor een afwijking …”
VIER WONINGEN OP EEN DAK
Vier woningen op het dak van een industrieel gebouw. Daarmee won Delmulle Delmulle Architecten de ‘BIS Architectuurprijs 2017’ in de categorie ‘Inbreiding bij eengezinswoningen’. Een nieuwe loods ontwerpen in de Neringstraat in Oudenaarde. Met deze opdracht stapten de zaakvoerders naar Delmulle Delmulle. Een keuze die ze niet hebben beklaagd. Het bureau kwam met het idee op de proppen om op het dak van het nieuwe atelier vier woningen op te trekken. Een nog ongezien idee waarover de opdrachtgevers niet lang moesten nadenken.
Het bouwproject combineert een ambacht met wonen, in een zone waar alleen industriële gebouwen mogen worden opgetrokken. Door de centrale ligging en het residentiële karakter van de omgeving ontwikkelden de ontwerpers een vooruitstrevende visie: het dak, anders een ongebruikte verharde oppervlakte, gebruiken als maaiveld voor het bouwen van woningen. De entiteiten kunnen complementair worden gebruikt: als kantoor of als thuis.