Hoe zorgt verlichting voor een beter welzijn?
Verlichting heeft een grote invloed op ons welzijn - zowel op ons werk als thuis. "Belangrijk daarbij is dat de 'juiste' verlichting er is waar dat nodig is én wanneer het nodig is. Maar dat is slechts het topje van de ijsberg", zo vertelt prof. dr. Valéry Ann Jacobs, professor in de verlichtingskunde en adviseur welzijn voor Rector Pauwels aan de VUB, die de effecten van verlichting op ons welzijn onderzoekt.
Verlichting
Verlichting voldoet aan enkele voorwaarden, die te maken hebben met enkele fotometrische termen.
- De verlichtingssterkte (uitgedrukt in lux). Het visueel vermogen dat invalt op een oppervlak. Die moet voldoende hoog zijn om een minimumniveau aan verlichting aan te geven, zoals bijvoorbeeld 300 lx op een schooltafel waar opgaves goed gelezen moeten kunnen worden.
De luminantie of het visueel vermogen dat vanop een lichtgevend (of reflecterend) oppervlak in een bepaalde richting wordt uitgezonden. Dit is het licht dat vanop de schooltafel wordt uitgezonden richting de persoon die aan die tafel zit. Maar evenzeer hoeveel licht er vanop het oppervlak van een lichtbron in de ruimte wordt uitgezonden naar iemand die zich in die ruimte bevindt.
"Waar verlichtingssterkte iets zegt over de beschikbare hoeveelheid licht dat invalt op een oppervlak, wordt luminantie gebruikt om het te hebben over contrasten en comfort - of het gebrek daaraan", aldus prof. Jacobs.
"Dan gaat het om verblinding, enerzijds ten gevolge van kunstmatige verlichting (de UGR of Unified Glare Rating) en anderzijds het comfort gerelateerd aan daglichttoetreding (de DGP of Daylight Glare Probability)."
Wat is welzijn
"In tegenstelling tot de fysische, vast omlijnde wetmatigheden rond licht is het moeilijk om welzijn te bepalen of definiëren. Iedereen weet wel wat het is, maar het antwoord kan van persoon tot persoon drastisch verschillen", vertelt prof. Jacobs.
Nu is het uiteraard wel zo dat er in 1996 een wettelijk kader is ingevoerd met betrekking tot welzijn op het werk. Daar wordt de nodige aandacht besteed aan zeven domeinen:
- de veiligheid op het werk,
- de bescherming van de gezondheid van de medewerker,
- de psychosociale belasting (stress, ongewenst grensoverschrijdend gedrag ...)
- de ergonomie,
- de arbeidshygiëne,
- regelingen inzake leefmilieu met invloed op het welzijn op het werk
- de verfraaiing van de werkruimte.
"Binnen dat laatste domein kijken we vaak naar de normbepaling NBN EN 12464-1 die handelt over de verlichting voor binnenwerkplekken, met als doel een basiskwaliteit aan verlichting te voorzien. De norm biedt voor elk type toepassing van binnenwerkplek (een klaslokaal, de bibliotheek, kantoorruimte enz.) een overzicht van vereisten waaraan je moet voldoen op een taakoppervlak."
Een goede nachtrust ...
Welzijn hangt in niet onbelangrijke mate af van je slaap. Prof. Jacobs legt uit: "Wie goed geslapen heeft, voelt zich overdag gewoon beter. Wie uitgeslapen is, voelt zich veerkrachtiger en zal de uitdagingen van de dag beter zien zitten. Bovendien blijkt uit onderzoek uit de VS dat het aantal auto-ongevallen, ten gevolge van vermoeidheid, hoger ligt dan het aantal ten gevolge van alcoholintoxicatie."
Het circadiaans proces
Slaap heeft dus een grote invloed op ons welzijn. "Slaap is een evenwicht tussen enerzijds het c-proces en het s-proces. Het c-proces (of circadiaans proces) reguleert of we wakker zijn of slapen, met melatonine als boodschapper. Dat hormoon wordt 's nachts vrijgegeven in het lichaam en reguleert de timing van wanneer slaap zou moeten gebeuren. Maar het doet je niet in slaap vallen; daarvoor moeten we kijken naar het s-proces of de slaapdruk. Die druk wordt opgebouwd zodra we wakker zijn, om doorheen de dag enkel maar toe te nemen. 's Avonds is er bijgevolg een grote slaapdruk, dat in combinatie met de boodschapper melatonine (dat aangeeft of het slaaptijd is), ervoor zorgt dat we in slaap vallen."
Verlichting speelt een grote rol in dat evenwicht tussen het c- en s-proces, vervolgt prof Jacobs: "Dat begint 's ochtends al: wie meteen een grote dosis daglicht 'tankt', onderdrukt de aanmaak van melatonine en voelt zich langer fris doorheen de dag. 's Avonds loeren echter de grootste gevaren om de hoek: onze schermen. Smartphones, tablets of computers bevatten vaak veel blauwe fotonen en dus een blauwe toon. Die schermen verstoren zo de aanmaak van melatonine waardoor we de boodschap dat het slaaptijd is, niet voldoende ontvangen. Bijgevolg gaan we te laat naar bed en liggen we nog wat te woelen omdat de afstand tussen de curves die het s- en p-proces beschrijven, nog niet groot genoeg is. De dag erop zijn we dan ook niet uitgeslapen. De moraal is dus om die schermen 's avonds zoveel mogelijk te vermijden."
"Hou bij het lichtontwerp eerst rekening met comfort,
dan pas met energie"
(Prof. Jacobs)
Visuele en niet-visuele effecten van verlichting
Bovenstaande is een van de niet-visuele effecten van verlichting, die hun invloed hebben op ons welzijn. Die effecten hebben immers ook een invloed op ons lichaam. "Dergelijke effecten worden niet gereguleerd door de kegeltjes en staafjes in het oog, maar door ipRGS'en (intrinsiek fotosensitieve retinale ganglioncellen), zeg maar sensoren die een niet-visueel effect hebben."
"Een concept dat hier vaak terugkomt is de Melanopic Daylight Equivalent Illuminance (MDEI). Die irradiantie speelt een gelijkaardige rol als de verlichtingssterkte, maar volgt een iets andere sensitiviteitscurve dan het fotopisch zicht, waarbij er meer gewicht wordt toegekend aan de blauwere golflengtes. Zo zie je op de grafiek dat de curve meer is opgeschoven naar de kortere golven. Het is tevens bewezen dat MDEI een goede voorspeller is van de onderdrukking van melatonine, onze alertheid en het resetten van onze interne klok."
Verlichting op maat
Vandaag word je om de oren geslagen met de term Human Centric Lighting. Dit concept is al regelmatig besproken maar komt neer op deze eenvoudige manier van werken, vertelt prof. Jacobs: "Gebruik de juiste verlichting waar dat nodig is, wanneer dat nodig is, op maat van de activiteit én, indien mogelijk, rekening houdend met het circadiaanse systeem. Eigenlijk puur die verlichting die jij op dat bepaalde moment nodig hebt voor die bepaalde taak."
In de praktijk moet je echter nuanceren, stelt prof. Jacobs: "Op werkplekken werk je vaak samen met anderen. Dan kun je het licht niet volledig perfect afstemmen op de ene, om het comfort van de andere dan in het gedrang te brengen. Dus ga je op zoek naar manieren om het beste gemiddelde comfort te kunnen bieden voor iedereen."
Prof. Jacobs breekt ten slotte nog een lans voor meer comfort. "Vandaag wordt eerst en vooral gekeken naar de energiekost en in een later stadium pas naar comfort, terwijl het volgens mij omgekeerd zou moeten zijn: je gaat eerst op zoek naar de oplossing die het meeste comfort biedt en van daaruit ga je verder. En nee, dat is geen idealisme maar biedt ook economische voordelen: licht en verlichting hebben wel degelijk een positief effect op de performantie van personeel. Wie dus zorgt voor comfortabel licht (dat wel zo energiezuinig mogelijk is), zal merken dat zijn personeel beter zal presteren, omdat het zich beter zal voelen."