Soorten (hout)verbindingen
Wie een houten constructie maakt, moet stevige verbindingen kunnen maken. Daarvoor kan je een kiezen tussen houtverbindingen, houtlijm, mechanische bevestigingsmiddelen of een combinatie daarvan.
Houtverbindingen
Bij houtverbindingen bewerk je het hout zelf zodat de stukken goed in elkaar passen en stevig vastzitten. Vaak gebruik je ook lijm of schroeven om de verbinding nog sterker te maken.
- Lengteverbindingen: Deze gebruik je om twee stukken hout in de lengte aan elkaar te maken, bijvoorbeeld als je een langer stuk nodig hebt.
- Voorbeelden: liplas, haaklas, vingerlas.
- Breedteverbindingen: Je gebruikt dit om hout breder te maken, dus twee of meer planken naast elkaar.. De lijnen (draad) in het hout lopen parallel aan elkaar.
- Voorbeelden: koude verbinding, tand-en-groef, met een veer, visgraat of vingerlas.
- Dikteverbindingen: Je maakt het hout dikker door lagen op elkaar te lijmen. Zo krijg je een stevig en dik stuk hout. Meestal lijm je de lagen op elkaar.
- Voorbeelden: gelamineerde spanten en balken.
- Halfhoutverbindingen: Bij deze verbinding zaag je bij elk stuk hout de helft weg, zodat ze mooi in elkaar passen en ze samen één vlak vormen. Wordt vooral gebruikt bij eenvoudige constructies waar niet veel kracht op komt. Deze manier is makkelijk, snel en je hebt niet veel gereedschap nodig.
- Voorbeelden: hoekverbinding, T-verbinding, kruisverbinding, lengteverbinding.
- Pen-en-gatverbindingen: Een klassieke verbinding om twee houten stukken stevig aan elkaar te zetten. Bij deze verbinding maak je een pen (uitstekend stukje) aan het ene stuk hout en een gat in het andere stuk. Wordt veel gebruikt bij tafels, stoelen, ramen en houten huizen.
- Voorbeelden: (niet) doorgaande pen-en-verbinding, dubbele pen-en-gatverbinding, pen-en-gatverbinding met spatpen.
- Houten verbindingsmiddelen: Als je twee stukken hout stevig aan elkaar wilt zetten en het machinaal bewerken van het hout wil beperken, kan je houten verbindingsstukken gebruiken.
- Voorbeelden: deuvels (ronde houten stokjes), lamellen of koekjesdrevels (platte ovale schijfjes), losse pennen (rechthoekige blokjes) of een losse veer (platte houten lat)
Houtlijm
Houtlijm is speciaal gemaakt om stukken hout stevig aan elkaar te plakken. Als de stukken goed op elkaar passen en je klemt ze samen, zit het super vast. Sommige soorten verlijmen ook andere materialen zoals papier, kunststof en karton.
Houtlijm kan je indelen volgens hun eigenschappen en toepassingen:
- Op basis van vochtbestendigheid: ingedeeld in D-klassen:
- Op basis van uithardingsprincipe: fysisch drogende lijmen en chemisch hardende lijmen
Voorbeelden: PVAc-houtijm (witte houtlijm), PU-houtlijm (sterke lijm, ook voor buiten) en contactlijm (lijm op beide vlakken, even laten drogen en dan samenplakken).
Mechanische verbindingen
Hout kan je stevig met elkaar verbinden met mechanische verbindingsmiddelen. Spijkers en nieten zorgen voor een snelle bevestiging, schroeven geven extra grip en bouten met moeren maken een sterke en duurzame verbinding en kunnen vlot weer losgemaakt worden. Welke je kiest, hangt af van hoe stevig het moet zijn, en of je het later weer los wil maken.
- Spijkers (ook wel nagels genoemd) zijn metalen pinnen waarmee je materialen, zoals hout, snel en makkelijk aan elkaar kunt bevestigen. Nieten en krammen zijn U-vormige bevestigingsmiddelen goed voor het vastzetten van draad, stof of dun hout..
- Schroeven zijn metalen bevestigingsmiddelen met een gedraaide draad en een scherpe punt. Ze worden gebruikt in meubels, bouwwerken en bij reparaties om materialen stevig aan elkaar vast te maken en indien nodig weer los te maken.
- Bouten en moeren en sluitringen zijn belangrijke onderdelen om materialen stevig aan elkaar te bevestigen. Bouten zijn schroefvormige staven met schroefdraad die je samen met moeren gebruikt. Sluitringen zorgen ervoor dat de druk beter verdeeld wordt en voorkomen dat de bout of moer in het hout trekt of loskomt door trillingen.