ad
BemestingPremium

gevolgen stikstofakkoord voor tuinsector

Traditionele meststoffen wijken voor groenere alternatieven

Compo Expert

Het stikstofakkoord met strengere milieunormen heeft vooral op veeteeltbedrijven een gigantische impact. Maar hoe zal de sector van tuinaannemers en tuinbouw evolueren? Zij gebruiken immers ook meststoffen. Aangezien er wereldwijd slechts een handvol spelers traditionele meststoffen produceert, zal lokale wetgeving een beperkte impact hebben op vraag en aanbod. Toch zien fabrikanten al een tijdje een shift in het gebruik van meststoffen.

4J-principe

De fabrikanten van traditionele meststoffen zijn dun gezaaid. Ze produceren kunstmeststoffen op mondiale schaal en zijn dan ook minder gebonden aan de lokale wetgeving in West-Europa en Vlaanderen – als de vraag in onze contreien daalt, verkopen ze hun meststoffen wel in andere delen van de wereld.

Toch krijgt een meer genuanceerde visie op het gebruik van meststoffen steeds meer bijval. Zowel de overheid, beroepsorganisaties als fabrikanten ijveren voor een alternatief meststoffengebruik in de sector van tuinaannemers en tuinbouw. Met verenigde krachten promoten ze het 4J-principe: juiste mest(stof), juiste dosis, juiste tijdstip en juiste bemestingstechniek.

JUISTE MESTSTOF

Gestabiliseerde meststoffen

Dankzij de ammoniumstabilisator wordt ammonium minder snel omgezet naar het makkelijk uitspoelbare nitraat. Ammonium kan op het klei-humuscomplex (KH-complex) worden gebonden en door de planten worden opgenomen, ofwel kan het alsnog oxideren tot nitraat, dat door jonge planten wordt opgenomen of meegevoerd door de massastroming.

De opname van ammonium leidt tot een pH-daling in de rhizosfeer van de wortels, wat op zijn beurt weer leidt tot een verbeterde opname van fosfor, zink, ijzer, mangaan en silicium. Omdat ammonium op het klei-humuscomplex wordt gebonden, moeten wortels actief op zoek gaan naar deze stikstofvorm, wat het wortelvolume ten goede komt en minder energie vraagt dan een nitraatopname. Nitraten kunnen enkel de waterbewegingen in de bodem volgen. Bij te veel neerslag spoelen ze weg.

Compo Expert
Bij het bepalen van de juiste dosis komen verschillende parameters kijken (COMPO Expert)

Langzaam werkende meststoffen

Langzaam werkende meststoffen geven hun stikstof traag vrij onder invloed van klassieke bodemprocessen of microbiologisch ingrijpen (voornamelijk via mineraliserende bacteriën). Ze zijn actief over een periode van twee tot vijf maanden, afhankelijk van de zuiverheid en korrelgrootte van de gebruikte meststof. Langzaam werkende meststoffen zijn wateronoplosbaar en spoelen dus niet uit.

(Semi)gecoate meststoffen

Gecoate meststoffen bestaan uit een snelwerkende, goed oplosbare meststofkorrel die met hars omhuld is. Die omhulling zorgt voor een langzame vrijstelling van de aanwezige nutriënten. Hoe dikker de coating, hoe trager het vrijstellingsproces verloopt. En zo kan de fabrikant, afhankelijk van de gewenste dikte van de coating rondom de meststofkorrels, de afgifteduur bepalen: drie, zes, twaalf maanden …

Ook het bodemvocht speelt een rol in het vrijgaveproces

Maar niet alleen de coatingdikte bepaalt de vrijgave. Ook het bodemvocht speelt een rol. Nadat de korrel aan de bodem is toegevoegd, zal bodemvocht via poriën en coatingbreuken naar de meststofkorrel sijpelen via osmose, een fysisch proces. In de korrel zal het binnendringende water de voedingszouten doen oplossen en ontstaat er een soepje van wateropgeloste nutriënten. Daarna zullen de nutriënten traag door de poriën in de omhulling ontsnappen en door de planten worden opgenomen.

Ook de bodemtemperatuur is een sterk bepalende factor. Die bepaalt het uitzettingsproces van de harslaag en dus ook de grootte van de poriën en de breukvlakken. Hoe warmer het is, hoe meer de coating zal uitzetten, hoe meer nutriënten de coating vrijgeeft en hoe korter de releasetijd is.

Voor de aanplanting van bomen, struiken en hagen kan het zeker aangewezen zijn om volledig gecoate meststoffen te gebruiken. Zij leiden niet tot wortelverbrandingen en kunnen afhankelijk van de gekozen releasetijd maandenlang actief zijn.

Semigecoate meststoffen zijn een mix van niet-gecoate en volledige gecoate meststoffen. De bedoeling van deze mix is dat men bij de toepassing zowel een onmiddellijke werking heeft (vanuit het niet-gecoate gedeelte) als een trage werking (vanuit het gecoate gedeelte). Dergelijke meststoffen worden vaak gebruikt in de bemesting van diverse grasbestanden, zoals sportvelden en gazons.

Arvesta
YaraVita BRASSITREL PRO is een uitgebalanceerde combinatie van noodzakelijke spoorelementen (Arvesta)

JUISTE DOSIS

Verschillende fabrikanten pleiten al jaren voor een bemesting (en bekalking) op basis van een bodemanalyse, om zo heel gericht te bemesten. Niet enkel de dosis is belangrijk, ook de aanpassing ervan in functie van het gehele plaatje: de pH van de bodem, de organischestofinhoud, de CEC (kationenuitwisselcapaciteit) …

Al deze parameters moeten in de geadviseerde dosis meegenomen worden. Verder is het van belang dat er – zeker bij snelwerkende meststoffen – zoveel mogelijk wordt gefractioneerd (denk aan 'spoon feeding' of 'drip feeding').

De behoefte aan stikstof is het hoogst tijdens de vegetatieve groei van de plant

JUISTE TIJDSTIP

De behoefte aan stikstof is het hoogst tijdens de vegetatieve groei van de plant. In de afrijpingsfase en in de generatieve fase is kalium belangrijker. Calcium en magnesium zijn belangrijk in het kader van een kwaliteitsvol klei-humuscomplex (KH-complex). Dit is de 'voorraadkast' van de bodem. Door diverse fysische en chemische bodemprocessen draagt dat KH-complex negatieve ladingen waardoor het positief geladen nutriënten (zoals calcium, magnesium en kalium) kan binden. Deze voedingsstoffen kunnen later dan weer aan de bodem afgegeven en door de planten opgenomen worden.

Naast het 'voorraadkasteffect' is het van bijzonder groot belang dat de verdeling van de voedingselementen op het KH-complex correct zit. Hierbij speelt een sterke bezetting van calcium (en in mindere mate van magnesium) een belangrijke rol voor de bodemstructuur en de kluitvorming.

Zorg er dus voor dat de bodem in orde is. Start met een stikstofrijke meststof in het voorjaar en voeg ook voldoende fosfaten toe.

Anorel
Phoenix: organo-minerale meststof van Anorel

JUISTE BEMESTINGSTECHNIEK

Rijenbemesting

Deze vorm van bemesting is – nog – niet ingeburgerd in tuinaanleg, maar treedt steeds sterker op de voorgrond in de tuinbouw. Dankzij deze techniek kan er veel preciezer worden bemest. De meststof wordt in een klein strookje net onder de toplaag geplaatst, zodat de wortels van het gewas de voedingsstoffen uit de meststoffen snel kunnen bereiken. De betere plaatsing zorgt voor een efficiëntere opname, waardoor er kan worden bespaard op de hoeveelheid meststoffen. Een zaadje, knol, plant of gewas krijgt een extra boost zonder toenemende stikstofverliezen te creëren. De totale hoeveelheid meststof per oppervlakte-eenheid wordt hiermee sterk gereduceerd.

Microgranulaten

Microgranulaten zijn langzaam werkende componenten met een zeer lage zoutfactor, waardoor ze verbranding van de kiemen vermijden. Ze kunnen in de zaai- of plantlijn zelf worden gebruikt, maar ze kunnen ook op of onder het plantgoed worden gelegd. Dankzij de fijne, uniforme korrelstructuur en de specifieke samenstelling kunnen planten de aanwezige nutriënten optimaliseren. Op die manier moeten er minder meststoffen worden gebruikt voor eenzelfde resultaat.

Compo Expert
Deze biostimulant werkt op basis van zeewierextract (COMPO Expert)

Biostimulanten

Ook bepaalde biostimulanten dienen meer en meer als alternatief voor meststoffen. Biostimulanten maken het gewas beter bestand tegen abiotische stress: extreme droogte, hitte, kou...

Biostimulanten maken het voor de plant makkelijker om voedingsstoffen op te nemen. Biostimulanten zijn er in verschillende vormen, maar komen het vaakst voor in de vorm van bladbemesting, zaadbehandeling en integratie in fertigatiesystemen of specifieke meststoffen.

OVERZICHT BIOSTIMULANTIA
– Micro-organismen: diverse geslachten, soorten of stammen van bacteriën, schimmels (incl. gisten – eencellige schimmels)
– Zeewierextracten: er zijn extracten van heel wat verschillende zeewieren in de handel, ieder met zijn eigen specifieke eigenschappen. Het bekendst zijn de extracten vanuit reuzenkelp (Ecklonia maxima) en vanuit knotswier (Ascophyllum nodosum)
Silicium en silicaten: hoewel men silicium niet rekent tot de voedingselementen waaraan een plant behoefte heeft om op een normale en gezonde wijze te kunnen groeien, ziet men in onderzoeken en in de praktijk wel degelijk effecten van silicium op planten
– Aminozuren en/of eiwitten: van dierlijke, plantaardige of zelfs synthetische oorsprong
– Humine- en fulvinezuren: afkomstig van de biologische afbraak van plantaardig materiaal
– Diverse plantenextracten
– Combinaties

Met dank aan Anorel, Arvesta en COMPO Expert

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Geschreven door Sophie Pycke
ad

Andere dossiers